Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Oorsprong van de familie Jegerings: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 26: | Regel 26: | ||
Jan Jacob Jegering verwierf zich enig fortuin als winkelier in Berghem<ref>Informatie uit Berghem: Brabants Historisch Informatiecentrum, ’s-Hertogenbosch</ref>. Hij verkocht “ellenwaar”, geweven stoffen die per el worden verkocht. Hij bezat er ongeveer 10 hectare grond en twee huizen<ref>Kadaster Berghem e.o.</ref>. In 1814 trouwde hij Johanna van de Reijt en kreeg met haar twee dochters, Anna Catharina (1815) en Petronella (1818). Beide dochters trouwen en bezorgen Jan 25 kleinkinderen, Anna Catharina 16, met Jan van Grunsven, Petronella 9, met Willem Smits. Jan Jacob Jegering overleed op 94-jarige leeftijd in Berghem op 28 augustus 1873. | Jan Jacob Jegering verwierf zich enig fortuin als winkelier in Berghem<ref>Informatie uit Berghem: Brabants Historisch Informatiecentrum, ’s-Hertogenbosch</ref>. Hij verkocht “ellenwaar”, geweven stoffen die per el worden verkocht. Hij bezat er ongeveer 10 hectare grond en twee huizen<ref>Kadaster Berghem e.o.</ref>. In 1814 trouwde hij Johanna van de Reijt en kreeg met haar twee dochters, Anna Catharina (1815) en Petronella (1818). Beide dochters trouwen en bezorgen Jan 25 kleinkinderen, Anna Catharina 16, met Jan van Grunsven, Petronella 9, met Willem Smits. Jan Jacob Jegering overleed op 94-jarige leeftijd in Berghem op 28 augustus 1873. | ||
Pieter Jegering trad in 1804 als doopgetuige op bij de doop van Catharina Hurkmans in Someren – dezelfde naam als Pieters moeder. In 1810 werkte hij als inwonend knecht bij Willem van de Mortel in Deurne, waar hij Petronella Nouwen leerde kennen, die er als dienstmeid werkte<ref>Regionaal Historisch Centrum Eindhoven, 13181 (Gemeentebestuur Deurne)-1325 | Pieter Jegering trad in 1804 als doopgetuige op bij de doop van Catharina Hurkmans in Someren – dezelfde naam als Pieters moeder. In 1810 werkte hij als inwonend knecht bij Willem van de Mortel in Deurne, waar hij Petronella Nouwen leerde kennen, die er als dienstmeid werkte<ref>Regionaal Historisch Centrum Eindhoven, 13181 (Gemeentebestuur Deurne)-1325 [[volkstelling van 1810]]</ref>. Ze trouwden op 18 april 1812. Burgemeester Van de Mortel (Guillaume, want we leven dan in het keizerrijk Frankrijk, Pieter werd toen ook Jean Pierre genoemd) schreef Pieters achternaam als “Jegering”, maar Pieter zelf ondertekende met ongeschoolde hand als “JPegeriengs”. | ||
Die s aan het einde van zijn naam bleef hij hardnekkig schrijven, totdat ook de ambtenaren die overnemen. Daardoor is Pieter de stamvader geworden van iedereen die in Nederland de naam '''Jegerings''' draagt. | Die s aan het einde van zijn naam bleef hij hardnekkig schrijven, totdat ook de ambtenaren die overnemen. Daardoor is Pieter de stamvader geworden van iedereen die in Nederland de naam '''Jegerings''' draagt. | ||
Huidige versie van 3 aug 2022 om 21:53
De oorsprong van de familie Jegerings[1] ligt op de boerderij Jägering aan de Bleking in Ramsdorf, een stadje in het Duitse Münsterland, ongeveer 20 km zuidoostelijk van Winterswijk. De oorspronkelijke naam van de boerderij was Jegerinck, wat “van de jager” betekent. Er bestonden meer boerderijen met deze naam in Twente, de Achterhoek en in het Münsterland, onder andere in Süderwick. Deze laatste werd in 1498 een “vollerbe” genoemd, die in Ramsdorf in hetzelfde jaar een “halberbe”[2]. Dit duidt erop dat beide boerderijen niet later dan in de elfde eeuw zijn ontstaan[3]. Een familierelatie tussen de bewoners van deze twee boerderijen kan op grond hiervan worden uitgesloten[4].
Boerderij Jägering in Ramsdorf wordt voor het eerst, zij het indirect, genoemd in de boekhouding van abdij Werden bij Essen in het jaar 1025[5].
In Ramsdorf werd op 8 september 1630 Anna gedoopt, dochter van Heino Jegeringh en zijn echtgenote Margaretha – van wie de achternaam niet werd vermeld[6]. Twee jaar later volgde een zusje Walburgis, meer kinderen kwamen er niet. Anna was de oudste en erfde dus de boerderij. Naar de gewoonte en het recht van die tijd nam Anna’s man Jan Bruns, met wie zij op 8 oktober 1651 trouwde, de naam Jegerinck aan – zo schreef de nieuwe pastoor de naam. Een van hun zoons kreeg de naam Joannes Jacobus. Hij werd gedoopt op 12 februari 1662 aan de nu nog bestaande doopvont in de parochiekerk Sint-Walburga in Ramsdorf. Zijn roepnaam is Jacob. Hij is niet de oudste, de boerderij gaat naar een oudere broer. Jacob wordt zetbaas in de kleine boerderij Kerckboom[7] van de adellijke familie Von Rhemen, die resideerde op het nabijgelegen landgoed Barnsfeld. In 1705 overleed de laatste mannelijke Von Rhemen en bleek Barnsfeld zo goed als failliet te zijn. Jacob verloor zijn baan en werkte enkele jaren in Gescher. Hier werd op 6 september 1709 zijn zoon Joan Henrich gedoopt, wiens roepnaam Joan was. In 1711 keerde Jacob terug naar Ramsdorf.
Zoon Joan Jegerinck verliet later Ramsdorf en werd wever bij Lütkenhorst in Weseke[8], een uur gaans van Ramsdorf, dichter bij de Nederlandse grens. Op 7 mei 1743 trouwde hij er met Maria Catharina Rickers. Kort daarna, op 29 juni, werd Anna Gertrudis geboren. Op 25 januari 1745 volgde Joan Garrid Jacob, genoemd naar de grootvaders Garrid Rickers en Jacob Jegerinck. Joans achternaam werd inmiddels als Jägerinck geschreven. In 1746 zag Joan Henrich Jägerinck het levenslicht, in 1753 Joan Matthias Joseph.
De drie broers kwamen als wever terecht in het Gelderse Buren, waarschijnlijk niet lang na 1775[9]. Joan Henrich keert al snel terug naar Weseke. Twee van zijn zonen gingen later in Nederland wonen, maar de naam stierf in hun lijn uit.
Joan Garrid Jacob Jägerinck werd in Buren Gerrit Jegering genoemd. Hij werkte voor de bejaarde dame Huijbertje Hoornbeek, die drie weefgetouwen bezat en een bedelaarsdoelen dreef: een overnachtingsadres voor mensen met weinig geld. Gerrit nam dit in 1786 van haar over.
In 1778 was hij getrouwd[10] met een nichtje van Huijbertjes overleden man Kobus Hurkmans, Catharina Hurkmans. Zij was in 1750 geboren in het Brabantse Someren. Joannes Jacobus Jegering (roepnaam Jan) werd in Buren geboren en op 16 maart 1779 gedoopt in de katholieke schuilkerk in Tiel. Opa en oma Jägerinck uit Weseke hielden de kleine ten doop en werden fonetisch als Jan Jegering en Catharina Ricas in het doopboek genoteerd. Joannes Petrus Jegering (roepnaam Pieter) kwam een kleine twee jaar later ter wereld en werd gedoopt op 19 januari 1781. De oude Huijbertje Hoornbeek en oom Joan Henrich (Hendrik in het doopboek) hielden Pieter ten doop. Pieter werd genoemd naar zijn grootvader van moeders kant, Petrus Hurkmans.
Daarna ging het fout, moeder Caatje Hurkmans werd in Buren begraven op 2 maart 1782. Gerrit hertrouwde in 1788 en kreeg een derde zoon, Jan Henderik. Zijn vrouw stiert in het kraambed, de baby een jaar later. Op 4 augustus 1790 kwam het einde voor Gerrit zelf, nog maar 45 jaar oud.
Wat er gebeurde met de weesjes Jan (11 jaar oud) en Pieter (9) Jegering is nog niet volledig aan het licht gekomen. Het staat vast dat zij niet in het monumentale weeshuis van Buren (nu het Marechausseemuseum) zijn opgenomen, als katholieken kwamen zij daarvoor niet in aanmerking. In 1785 heeft de drossaard van Buren twee voogden toegewezen, die in 1795 verantwoording aflegden. Het lijkt waarschijnlijk dat de jongens werden opgenomen door hun oom Joseph Jegering, getrouwd in 1786. Joseph had één dochter, Maria Catharina, van wie bekend is dat zij later in Wageningen is getrouwd. In 1793 vluchtte Joseph met zijn gezin weg uit Buren, “zonder orde op zijne zaken te stellen”, mogelijk vanwege de naderende Franse troepen. In 1814 woonde hij weer in Buren; hij overleed in 1820 in Weseke.
De twee huizen van Gerrit Jegering in Buren bleven in bezit van Jan en Pieter, als enige erfgenamen van hun vader. Het ene huis had Gerrit in 1780 gekocht van Geertruij Hoornbeek, de oudere zuster van Huijbertje. Het stond in de Kniphoek, zo genoemd naar het geluid dat je hoort als je een luis doodknijpt. Dit huis is min of meer gerestaureerd en is nu de rechterhelft van Kniphoek 12.
Het andere huis lag aan een van de betere straten van Buren, de Rodehelstraat[11], waarvan de naam waarschijnlijk is ontstaan na een bloedbad dat de Spanjaarden er in de Tachtigjarige Oorlog aanrichtten. Dit pand is in het begin van de twintigste eeuw vervangen en heeft nu huisnummer 39. Jan en Pieter verkochten het in 1809, nadat Pieter in 1808 in Deurne zijn broer heeft gemachtigd. Jan woonde toen in Berghem, bij Oss.
Jan Jacob Jegering verwierf zich enig fortuin als winkelier in Berghem[12]. Hij verkocht “ellenwaar”, geweven stoffen die per el worden verkocht. Hij bezat er ongeveer 10 hectare grond en twee huizen[13]. In 1814 trouwde hij Johanna van de Reijt en kreeg met haar twee dochters, Anna Catharina (1815) en Petronella (1818). Beide dochters trouwen en bezorgen Jan 25 kleinkinderen, Anna Catharina 16, met Jan van Grunsven, Petronella 9, met Willem Smits. Jan Jacob Jegering overleed op 94-jarige leeftijd in Berghem op 28 augustus 1873.
Pieter Jegering trad in 1804 als doopgetuige op bij de doop van Catharina Hurkmans in Someren – dezelfde naam als Pieters moeder. In 1810 werkte hij als inwonend knecht bij Willem van de Mortel in Deurne, waar hij Petronella Nouwen leerde kennen, die er als dienstmeid werkte[14]. Ze trouwden op 18 april 1812. Burgemeester Van de Mortel (Guillaume, want we leven dan in het keizerrijk Frankrijk, Pieter werd toen ook Jean Pierre genoemd) schreef Pieters achternaam als “Jegering”, maar Pieter zelf ondertekende met ongeschoolde hand als “JPegeriengs”. Die s aan het einde van zijn naam bleef hij hardnekkig schrijven, totdat ook de ambtenaren die overnemen. Daardoor is Pieter de stamvader geworden van iedereen die in Nederland de naam Jegerings draagt.
Bronnen, noten en/of referenties
|