U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Sjabloon:Geschiedenisfeitje: verschil tussen versies

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
'''Een gewelddadige lift van Helmond naar Deurne'''
'''Kinder- en/of vrouwenmishandeling'''


''door Anton Vissers''
Maria, de dochter van [[Frans Willem Gielens de Smed]], werd ook wel ''Meriken Kebbels'' genoemd en was een potige dame. Ze leefde ongeveer tussen 1620 en 1680 in [[Deurne]] en was gehuwd met de uit Meijel afkomstige [[Jan Hermans]].<br>
 
Rond 1660 liep ze in Deurne op straat en zag voor het huis van [[Jan Willems]] een vierjarig kind spelen. Het is niet duidelijk wat er precies gebeurde, maar Meriken zou het kind flink hebben geslagen.  Het kind gilde en schreide in ieder geval verschrikkelijk. De vader, die binnen zat te eten, hoorde dat en kwam naar buiten met in zijn hand een stuk hout waarmee hij in zijn pap had geroerd.<br>
Rutger Rutten en Gijsbert Verdellen uit Horst moesten in februari 1629 van Helmond naar [[Deurne]].  
De vader vertelde later aan de [[schepenbank|schepenen]] van Deurne dat Meriken zijn kind zo hard had geslagen dat ze daarvoor moest worden berecht.<br>
In Helmond ontmoetten ze Aert Jan Eerkens en Wilbert Janssen, die ook die kant op moesten.
Van haar kant daagden Meriken en haar man de vader voor het Deurnese gerecht. Ze was volgens haar door Jan Willems zo ''furieuselijcken ter aerden nedergeworpen, geslagen en gestooten'', dat ze thuis ''eenen merckelijcken tijt'' het bed moest houden.<br>
Rutger en Gijsbert vroegen of ze op de kar mee mochten, omdat het tussen Helmond en Deurne in de buurt van De Bottel nogal slijkerig en moeilijk begaanbaar was.<br>
Van zijn kant verklaarde Jan later dat hij Meriken niet met zijn ''paproerhout'' had geslagen.<br>
Dat mochten ze wel, maar dan moesten ze de liftgevers wel eerst een paar potten bier geven.
Of en zo ja welk vonnis er geveld werd door de schepenbank is helaas uit de bewaard gebleven archiefstukken niet op te maken.
Maar het verliep niet zo gunstig voor de twee lifters.
 
Toen ze  ter hoogte van [[Grote Bottel (buurtschap)|De Bottel]] kwamen, kregen de twee partijen een woordenwisseling en Wilbert Janssen trok de lifters met een houweel van de kar. Inzet van de ruzie was het gratis meerijden. De voerlui wilden namelijk opnieuw op bier getrakteerd worden. Gijsbert zei daarop dat ze in Helmond hun al voor een paar stuivers een “stoep”<ref>Een ''stoop'' is een oude inhoudsmaat en staat gelijk met twee en 'n halve liter.</ref> bier hadden gekregen.
 
De voerlui echter wilde van hun nog een stoop bier.  Het ging zelfs zover dat Eerkens en Janssen dreigden dat de lifters er niet levend vanaf zouden aankomen als aan hun verzoek niet werd voldaan. Gevolg was dat er, met gebruikmaking van het  houweel door de voerlui, flink gevochten werd.
 
Later toonde Gijsbert Verdellen zijn verwondingen aan de [[schepen]]en van Deurne: een wond aan zijn rechteroor, een blauw gezwollen rechterschouder en verder verwondingen over heel zijn lichaam.<ref>Het relaas is terug te vinden in het Rechterlijk Archief van Deurne RHCe toegang 13183 inv.nr. 41 d.d. 8 februari 1629</ref>
 
{{Appendix}}


<noinclude>[[categorie:Historisch feitje]]</noinclude>
<noinclude>[[categorie:Historisch feitje]]</noinclude>
<noinclude>[[Categorie:Sjablonen_hoofdpagina]]</noinclude>
<noinclude>[[Categorie:Sjablonen_hoofdpagina]]</noinclude>

Versie van 20 jun 2015 20:49

Kinder- en/of vrouwenmishandeling

Maria, de dochter van Frans Willem Gielens de Smed, werd ook wel Meriken Kebbels genoemd en was een potige dame. Ze leefde ongeveer tussen 1620 en 1680 in Deurne en was gehuwd met de uit Meijel afkomstige Jan Hermans.
Rond 1660 liep ze in Deurne op straat en zag voor het huis van Jan Willems een vierjarig kind spelen. Het is niet duidelijk wat er precies gebeurde, maar Meriken zou het kind flink hebben geslagen. Het kind gilde en schreide in ieder geval verschrikkelijk. De vader, die binnen zat te eten, hoorde dat en kwam naar buiten met in zijn hand een stuk hout waarmee hij in zijn pap had geroerd.
De vader vertelde later aan de schepenen van Deurne dat Meriken zijn kind zo hard had geslagen dat ze daarvoor moest worden berecht.
Van haar kant daagden Meriken en haar man de vader voor het Deurnese gerecht. Ze was volgens haar door Jan Willems zo furieuselijcken ter aerden nedergeworpen, geslagen en gestooten, dat ze thuis eenen merckelijcken tijt het bed moest houden.
Van zijn kant verklaarde Jan later dat hij Meriken niet met zijn paproerhout had geslagen.
Of en zo ja welk vonnis er geveld werd door de schepenbank is helaas uit de bewaard gebleven archiefstukken niet op te maken.