Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Wilhelmus van Leunen (1901-1989)
| Wilhelmus van Leunen | ||
 Foto: collectie Parochie van de Heilige Jozef. | ||
| Persoonsinformatie | ||
| Volledige naam | Wilhelmus van Leunen | |
| Roepnaam | Willem | |
| Geboorteplaats | Deurne | |
| Geboortedatum | 18 november 1901 | |
| Overl.plaats | 's-Hertogenbosch | |
| Overl.datum | 29 september 1989 | |
| Beroep(en) | kloosterling | |
Wilhelmus (Willem) van Leunen (1901-1989) uit Deurne was kloosterling bij de missionarissen van Scheut.
Willem was een zoon van de landbouwer Johannes van Leunen (1867-1939) en Wilhelmina Goossens (1870-1923).
Hij trad in op 1 februari 1925 te Scheut (België) en de eerste verbintenis was 1 mei 1927.
Op 20 augustus vertrok hij samen met Jan van Bree naar de Congo (Boma). Eerst ging hij op plantages werken te Kangu en later te Kuimba en Vaku.
In 1935 werd hij aangesteld als constructeur en bouwde tot 1938 het klein seminarie te Mbala Kiela.
In 1943 bouwde hij een kerk in Muanda en van 1944-1955 twee kerken en een groot complex dat een kathedraal, de procuur en het bisschoppelijk paleis bevatte. Alles met een fraaie architectuur. Voor een feestzaal ontbrak het geld.
In 1955 bouwde hij een school van twee etages met 12 klassen, kantoren en sanitaire voorzieningen te Boma. Het lukte hem met een tekort van 20% subsidie het gebouw toch neer te zetten.
In 1957 werd hij benoemd te Muanda en bouwde daar klaslokalen en kapellen voor de zusters. Verder nog kapellen te Banana en Muandi.
Vanaf 1958 begon hij te Lukulu aan de bouw van twee lagere scholen, het missiehuis voor de zusters en de eerste 8 klassen van het nieuwe college. Daarna bouwde hij op diverse andere plaatsen nog enkele constructies. In 1971 bouwde hij in Luklu het college af.
Op 8 mei 1974 kwam Willem definitief terug naar Europa en ging bij zijn familie in Brouwhuis wonen. In 1985 ging hij naar Sparrendaal. Hij werd ziek en stierf op 27 september 1989 in het ziekenhuis te Den Bosch. Hij ligt begraven te Sparrendaal
Voor zijn verdiensten als bouwheer mocht hij zich van Koning Boudewijn vanaf 15 november 1950 Ridder in de Orde van Leopold II noemen.