Bewerken van Wilhelmus Johannes Schellings (1842-1919)
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 45: | Regel 45: | ||
Schellings was nauw betrokken bij de plannen van de familie Van de Griendt om afscheid te nemen van de Maatschappij Helenaveen en zich zelfstandig in Horst te vestigen. In 1885 maakt hij met de familie Van de Griendt de overstap naar de Maatschappij Griendtsveen en verhuisde hij naar Griendtsveen.Hij werd bij zijn verhuizing de rechterhand van de Van de Griendts. De opvolger van Schellings als hoofdopzichter bij de Maatschappij Helenaveen werd de bij de werknemers weinig geliefde [[Lambertus Jacobus Verhoeven (1839-1911)|Lambertus Verhoeven]]. | Schellings was nauw betrokken bij de plannen van de familie Van de Griendt om afscheid te nemen van de Maatschappij Helenaveen en zich zelfstandig in Horst te vestigen. In 1885 maakt hij met de familie Van de Griendt de overstap naar de Maatschappij Griendtsveen en verhuisde hij naar Griendtsveen.Hij werd bij zijn verhuizing de rechterhand van de Van de Griendts. De opvolger van Schellings als hoofdopzichter bij de Maatschappij Helenaveen werd de bij de werknemers weinig geliefde [[Lambertus Jacobus Verhoeven (1839-1911)|Lambertus Verhoeven]]. | ||
Op 17 februari 1887 werd Schellings betrapt op het in brand steken van de Peel onder Horst na een droge periode. Hij keek eerst om zich heen en stak toen met lucifers het droge gras aan waardoor de smelen en het schaarhout vlam vatten. Hij deed dat dicht bij het [[wachtpost|spoorwachtershuisje]] 19B. Op de spoorbaan van Deurne naar Venlo stonden toen enige met droge turf gevulde spoorwagons van Maatschappij Griendtsveen. Bij die brand ging ook een strooien woonkeet in vlammen op. De inboedel kon niet in zijn geheel gered worden. Blijkbaar had Schellings niet zorgvuldig genoeg rondgekeken voor hij tot zijn daad overging want er waren meerdere getuigen, onder meer de Deurnese [[Joseph Louis Janssens (1835-1916)|gemeentesecretaris Janssens]] en de Deurnese rijksveldwachter Bruggeman. Hij werd voor zijn daad veroordeeld tot een celstraf van vijftien dagen.<ref>[[ | Op 17 februari 1887 werd Schellings betrapt op het in brand steken van de Peel onder Horst na een droge periode. Hij keek eerst om zich heen en stak toen met lucifers het droge gras aan waardoor de smelen en het schaarhout vlam vatten. Hij deed dat dicht bij het [[wachtpost|spoorwachtershuisje]] 19B. Op de spoorbaan van Deurne naar Venlo stonden toen enige met droge turf gevulde spoorwagons van Maatschappij Griendtsveen. Bij die brand ging ook een strooien woonkeet in vlammen op. De inboedel kon niet in zijn geheel gered worden. Blijkbaar had Schellings niet zorgvuldig genoeg rondgekeken voor hij tot zijn daad overging want er waren meerdere getuigen, onder meer de Deurnese [[Joseph Louis Janssens (1835-1916)|gemeentesecretaris Janssens]] en de Deurnese rijksveldwachter Bruggeman. Hij werd voor zijn daad veroordeeld tot een celstraf van vijftien dagen.<ref>[[Anton Vissers (1941)|Anton Vissers]] en [[Petrus Lambertus Koolen (1947)|Pieter Koolen]] - ''Deurnese Gedaagden, deel I.</ref> | ||
Op 28 november 1900 verhuist hij met zijn vrouw en enkele dochters van Horst naar Nijmegen. Daarna staat bij huwelijken van zijn dochters steeds in de akte dat hij 'zonder beroep' is, maar uit notariële archieven blijkt dat hij zich tot zeker 10 juli 1906 inspecteur van de Griendtsveen Mosslitter Company Ltd noemt. Op zijn overlijdensakte staat dat hij kassier van een boerenleenbank is. | Op 28 november 1900 verhuist hij met zijn vrouw en enkele dochters van Horst naar Nijmegen. Daarna staat bij huwelijken van zijn dochters steeds in de akte dat hij 'zonder beroep' is, maar uit notariële archieven blijkt dat hij zich tot zeker 10 juli 1906 inspecteur van de Griendtsveen Mosslitter Company Ltd noemt. Op zijn overlijdensakte staat dat hij kassier van een boerenleenbank is. |