U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Wateroverlast in Deurne

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Frits en Theo Obers "vissend" in een ondergelopen Spoorstraat. Deurne-kermis 1919.
Foto collectie Sjaak Obers
Op deze foto, in 1920 gemaakt op het punt waar de spoorstraat en de Markt samen kwamen, is veel hemelwater in de straat te zien dat niet snel genoeg afgevoerd kon worden. Voor meer info klik op het icoon rechts. Foto collectie Piet Nies
De dijkdoorbraak van december 1929. Foto: collectie gemeente Deurne
Wateroverlast in de Helmondseweg na een hevige hoosbui, circa 2017.
Foto; collectie gemeente Deurne

Wateroverlast in Deurne heeft tegenwoordig vooral als oorzaak dat bij hevige regenval de riolering het water niet in korte tijd kan verwerken. In vroeger tijden werd wateroverlast vooral veroorzaakt door gebrekkige afwatering na hevige regenval en tijdens de verveningen en ontginningen van de Peel door het massaal afstromende peelwater.


Begin 20e eeuw was er in Deurne nog geen riolering aangelegd. Afvalwater van huishoudens en bedrijven kwam rechtstreeks in een sloot of beek terecht. Maar ook het hemelwater dat van wegen, straten en daken af kwam, moest via die weg afgevoerd worden naar de Aa. Bij hevige regenval kon dat wel eens fout gaan.

Eind achttiende en begin negentiende eeuw was vooral de massale aanleg van afwateringssloten ten behoeve van de peelontginning oorzaak van veel wateroverlast stroomafwaarts van de Aa. Niet alleen rond Molenhof en Schouw maakt ook verder stroomafwaarts in Helmond, Bakel, Aarle-Rixtel, Beek en Donk en Veghel werd veel geklaagd over overstromingen van laaggelegen weilanden.

Al vrij snel na de start van de verveningsactiviteiten in 1853 van de Maatschappij Helenaveen werd in Deurne geklaagd over wateroverlast. Het raadslid Willem Hikspoors klaagde er in 1860 over dat de Maatschappij een afwateringssloot verder richting Liessel had doorgegraven en uitgediept. Hij trok aan de bel omdat hij er van overtuigd was dat de lager liggende gronden bij Liessel daardoor bij zware stortregens zeer zeker zouden overstromen.

De overstromingen ten gevolge van de dijkdoorbraken in 1928 en 1929 van een van de zijwijken van het Kanaal van Deurne waren weliswaar vervelend voor de verveningsactiviteiten van het Gemeentelijk Veenbedrijf maar veroorzaakten nauwelijks landbouwschade.