U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Voetbruggetje tussen de Fruitweg en de Helenastraat

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
situaties rond het bruggetje in 1917.
Coll. Ad Kersten

Een voetbruggetje tussen de Fruitweg en de Helenastraat lag van 1858 tot 1916 over de Helenavaart in Helenaveen en gaf veel commotie na de afbraak daarvan.


Deze brug bestond uit twee houten leggers op drie lege petroleumvaten. Het bruggetje, ook wel 'drijvend vondertje' genoemd, werd al snel na de stichting van Helenaveen aangelegd. Het gaf 't voetvolk ten westen van de Helenavaart toegang tot de eerste katholieke noodkerk aan de huidige Fruitweg.

Op kerstavond 1916 gaf directeur Adriaan Bos opdracht om deze brug te verwijderen. De brug was in de ogen van de Maatschappij Helenaveen namelijk overbodig geworden omdat z'n 250 meter noord- en oostwaarts in de loop van dat jaar door de Maatschappij een nieuwe grintweg was aangelegd, die middels een nieuwe draaibrug aansloot op de kern van Helenaveen. Door de gemeente Helden liep vroeger een verbindingsweg naar het vlondertje, maar omdat een Heldense werkman net over de Deurnese gemeentegrens een circa een meter brede sloot had gegraven was deze route afgesneden.

Noch bij de Maatschappij noch bij de gemeente Deurne kwamen klachten binnen over de verwijdering van de brug. Maar al snel ontstond er weerstand tegen de sloop en kwam er bij de provincie een verzoek binnen om de brug te herstellen. Toen bleek dat het bruggetje nooit een officiële status had gehad omdat men verzuimd had om het op te nemen in de leggers van wegen, voetpaden en bruggen. Ook zou het bruggetje gevaarlijk zijn omdat het een tot anderhalve meter onder het niveau van de aangrenzende wegen lag. Wel erkende de gemeente dat het bruggetje - door het langdurig gebruik - meer dan vijftig en misschien zelfs zestig jaar, enigszins recht gekregen had. Men vermoedde dat het verzoek tot herstel afkomstig was van smokkelaars, die blijkbaar graag van dit bruggetje gebruik maakten om hun smokkelwaar aan de man te brengen.

De ontevredenen over het verdwijnen van dit bruggetje uitten hun misnoegen door het vernielen van eigendommen van de Maatschappij Helenaveen. Onder meer werden zware betonnen afsluitingen uit de grond gerukt, vernield en gedeeltelijk in de Helenavaart gegooid. En tijdens de kerstnachten werd de betonnen omrasteringen op de ontginning het Medegebruik vernield. Ook in de nachten tussen 5 tot 8 januari 1917 vonden grote vernielingen plaats, waardoor voor honderden guldens schade werd aangericht. Er werden ook bedreigingen geuit aan het adres van de directeur van de Maatschappij.

Zelfs de hoofdingenieur van Gedeputeerde Staten moest er aan te pas komen om de perikelen rond het slopen het oude bruggetje te onderzoeken. Hij constateerde in zijn rapport de volgende zaken:

  • Het bruggetje was niet gevaarlijk omdat er al die tijd nooit ongelukken zijn gebeurd.
  • Het bruggetje was niet slechts ten nutte van enkele (Deurnese) bewoners want ook de circa 250 bewoners van Grashoek of Graskuilen, die tot de parochie Helenaveen horen, gebruiken deze.
  • Achttien meisjes uit de gemeente Helden gaan dagelijks bij de nonnen in Helenaveen naar school en maakten gebruik van de brug.

Maar hij trok wel ernstig in twijfel of de brug wel hersteld moest worden. Wel adviseerde hij dat de gemeente Deurne en Liessel een aantal toen nog niet officieel vastgelegde verbindingswegen vanuit het zuid-oosten naar Helenaveen alsnog op de legger van wegen en voetpaden zou aanbrengen omdat die anders mogelijk in de toekomst ook zouden kunnen worden afgesloten.