Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
De Vlierakker
Het Liesselse toponiem de Vlierakker (den Vlieracker, den Flieracker) werd voor het eerste vermeld in 1659 en de laatste vermelding is van 1869.
In 1659 werd door of in opdracht van Johannes Pietersson, de rentmeester van de geestelijke goederen in het kwartier van Peelland, een overzicht samengesteld van alle inkomsten in dat jaar uit geestelijke goederen zoals altaren en kapellen. Maerten Jan Peters betaald dat jaar een cijns van ruim 7 stuivers, gaande uit de Vlieracker, aan de pastorie van Deurne.[1]
In het maatboek van 1663 was Lijncken Neelen eigenares van den Flieracker die een lopense groot was. Deze akker werd gepacht door Lambert Faes Eerckelers.[2] Honderd jaar later was de Vlierakker eigendom van de gezamenlijk kinderen van Antonie Welten. Zij verkochten hun boerderij, met dit perceel, op 25 juli 1763 publiek aan Goort Willem Flipsen. De Vlierakker stond toen als den Flieracker onder nummer 1153 in het maatboek van Deurne.
Bij een boedelscheiding van de nagelaten goederen van Francis Arnoldus van Griensven op 9 oktober 1869 kwam opnieuw de Vlierakker ter sprake en wel met betrekking tot de percelen kadastraal G 517. 518 en 521.[3]
Bronnen, noten en/of referenties |