Bewerken van Visser 13
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 9: | Regel 9: | ||
Aan de westzijde (oneven zijde) van de Visser stond in 1832 een rij met vijf huisjes, kadastraal bekend als C 673-677 met daarachter een driehoekige tuin. De hele rij was eigendom van [[Johannes van Horrick (1766-1844)]], die ze verhuurd zal hebben.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 1, artikel 266</ref> Bij een boedelscheiding, in of kort na 1844, vielen de huizen met erf, enkele schuren en de grote moestuin toe aan zijn weduwe, die inmiddels in Helmond woonachtig was.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 1, artikel 1412</ref> Toen ook haar boedel rond 1855 verdeeld werd, werd dochter Petronella, die in tweede huwelijk met [[Petrus Joannes de Veth (1806-1854)]] was getrouwd, de nieuwe eigenaar van het huizenblok met de tuin. Zij was voorlopig de laatste die de hele rij als één geheel bezat. Het huizenblok werd in drie delen verkocht, en de tuin in vier percelen gesplitst. Hierdoor ontstond uiteindelijk de verkaveling van Visser 9, 11 en 13 die tot het eind van de 20e eeuw bestond.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 1, artikel 1536, dienstjaar 1856</ref> Hiermee werd de basis voor de latere adressen [[Visser 9-11]] (zie aldaar) en Visser 13 gelegd. | Aan de westzijde (oneven zijde) van de Visser stond in 1832 een rij met vijf huisjes, kadastraal bekend als C 673-677 met daarachter een driehoekige tuin. De hele rij was eigendom van [[Johannes van Horrick (1766-1844)]], die ze verhuurd zal hebben.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 1, artikel 266</ref> Bij een boedelscheiding, in of kort na 1844, vielen de huizen met erf, enkele schuren en de grote moestuin toe aan zijn weduwe, die inmiddels in Helmond woonachtig was.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 1, artikel 1412</ref> Toen ook haar boedel rond 1855 verdeeld werd, werd dochter Petronella, die in tweede huwelijk met [[Petrus Joannes de Veth (1806-1854)]] was getrouwd, de nieuwe eigenaar van het huizenblok met de tuin. Zij was voorlopig de laatste die de hele rij als één geheel bezat. Het huizenblok werd in drie delen verkocht, en de tuin in vier percelen gesplitst. Hierdoor ontstond uiteindelijk de verkaveling van Visser 9, 11 en 13 die tot het eind van de 20e eeuw bestond.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 1, artikel 1536, dienstjaar 1856</ref> Hiermee werd de basis voor de latere adressen [[Visser 9-11]] (zie aldaar) en Visser 13 gelegd. | ||
De twee huisjes die - vanaf de straat gezien - helemaal rechts in de rij lagen, kadastraal bekend als C 676 en C 677, gingen rond 1856 over aan grootgrondbezitter [[Martinus van de Mortel (1810-1891)]]. | De twee huisjes die - vanaf de straat gezien - helemaal rechts in de rij lagen, kadastraal bekend als C 676 en C 677, gingen rond 1856 over aan grootgrondbezitter [[Martinus van de Mortel (1810-1891)]]. Kort daarna [[Brand van 24 juli 1856|brandden]] beide huisjes af, en stonden de percelen C 676 en C 677 bekend als ''erf''. Een jaar erna, rond 1857, werd door Van de Mortel één nieuw huis gebouwd op de twee voormalige percelen. Het werd kadastraal bekend als C 1032 (''huis en erf''). Rond 1863 deed Van de Mortel het door verkoop van de hand.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 1, artikel 1091, dienstjaren 1857 en 1858</ref> | ||
Koper was [[Johannes van der Heijden (1821-1871)]], die daarnaast ook de tuin C 1006 van Van de Mortel kocht. Hij bezat het tot aan zijn dood, en zijn kinderen verdeelden rond 1894 de boedel.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 1 en 3, artikel 1674</ref> Zijn zoon, de bakker [[Petrus van der Heijden (1864-1926)]], was met zus Martina en broer [[Henricus van der Heijden (1870-1950)|Hein]] de nieuwe eigenaar. Nog in hetzelfde jaar verdeelden zij het ook onderling.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 3611</ref> Petrus was nu de enig overgebleven eigenaar van het huisje uit 1857. Hij verkocht het rond 1902.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 3638, dienstjaar 1903</ref> | Koper was [[Johannes van der Heijden (1821-1871)]], die daarnaast ook de tuin C 1006 van Van de Mortel kocht. Hij bezat het tot aan zijn dood, en zijn kinderen verdeelden rond 1894 de boedel.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 1 en 3, artikel 1674</ref> Zijn zoon, de bakker [[Petrus van der Heijden (1864-1926)]], was met zus Martina en broer [[Henricus van der Heijden (1870-1950)|Hein]] de nieuwe eigenaar. Nog in hetzelfde jaar verdeelden zij het ook onderling.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 3611</ref> Petrus was nu de enig overgebleven eigenaar van het huisje uit 1857. Hij verkocht het rond 1902.<ref>Kadastrale leggers Deurne, reeks 3, artikel 3638, dienstjaar 1903</ref> |