Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Victor de Girard de Mielet (1732-1811)
Victor de Girard de Mielet | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Victor de Girard de Mielet | |
Geboorteplaats | Saint-Croix / La Motte (Languedoc) (Fr) | |
Doopdatum | 29 januari 1732 | |
Overl.plaats | Deurne | |
Overl.datum | 24 juni 1811 | |
Partner(s) | Aldegonda Petronella van Coehoorn (1737-1819) | |
Beroep(en) | militair officier |
Victor (André) de Girard de Mielet (Mellet, Millet, Miellet Mielot) (1732-1811) was als officier in Staatse dienst van de Republiek der Nederlanden.
De Girard de Mielet, met de later toevoeging van Coehoorn, is een van oorsprong Frans adellijk geslacht dat voor het eerst vermeld wordt in 1355.
Deze familie heette oorspronkelijk De Girard maar voegde de naam van het landgoed Mielet, dat de familie sinds de zeventiende eeuw bezat, hieraan toe. De eerste persoon die dat deed was Victor de Girard de Mielet, die naar de Republiek der Nederlanden kwam en daar in het voorjaar van 1749, kort na de oprichting van het regiment Waalse gereformeerde gredadiers van kolonel Theodore de Pepin du Cailla, als sous-lieutenant in Staatse dienst trad. Dat regiment werd op 22 december 1751 gelicencieerd en de officieren gepensioneerd, met de verplichting om zich steeds beschikbaar te houden als het land daarom vroeg.
Hij trouwde op 22 september 1761 voor de nederduits-gereformeerde kerk in Sint-Oedenrode met Aldegonda Petronella van Coehoorn, (Maastricht 12 mei 1737 - Deurne 30 november 1819), dochter van Coenraad Gideon van Coehoorn (Maastricht 1702 - 1747 Willemstad), commandeur van Willemstad, en Alida Maria Wierts (Hulst 23 januari 1709 [1] - 6 maart 1759 Sint-Oedenrode [2]). De bekende vestingbouwkundige Menno van Coehoorn (zie hier) was een neef van Aldegonda's grootvader, die ook Menno heette.
Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen geboren, allen Nederlands gereformeerd gedoopt:
- Anna Alida Maria de Mielot, (Deurne 26 september 1762 - Deurne 26 oktober 1792). Zij huwde op 14 maart 1787 (nederduits-gereformeerd) in Leende met haar neef Gideon Koenraad Gijsbertus van Coehoorn (Sint-Oedenrode 1756-1795).
- François Gideon de Mielot, (Deurne 13 mei 1764).
- Johanna Jacoba Elisabeth de Millet, (Asten 26 april 1767 - Sint-Oedenrode 28 december 1830). Zij bleef ongehuwd.
- Lodewijk François de Miellet [3], (Asten 25 juni 1769 - Marolles (Fr) 7 september 1827). Hij huwde (1) op 17 oktober 1790 (nederduits-gereformeerd) in Alkmaar met Anna Visser (Amsterdam 1765 - 1822 Abcoude-Proostdij) en (2) met Jeanette Paravicini ('s Gravenhage 1772). Uit dit huwelijk stamt de familie De Girard de Mielet van Coehoorn, die in 1829 in de adelstand verheven werd en van wie vele telgen in Oirschot begraven liggen.
- Menno Gedeon (Gideon) de Miellet, (Asten 4 augustus 1771 - 1804).
- Victor Piter (Pieter) de Girard de Mielet, (Leende 25 april 1774).
- Piter Victor (Pieter) de Miellet, (Leende 20 juli 1776 - Deurne 16 april 1808). Hij bleef ongehuwd.
- Maria Henriette de Miellet, (Leende 2 april 1780 - Deurne 6 mei 1793).
Op 27 augustus 1762 maakte hij met zijn vrouw zijn testament op. Ze vermaakten hun goederen op de langstlevende met erfrecht voor de eventueel nog te komen kinderen. Nog geen maand later werd hun oudste dochter geboren.
Na hun huwelijk woonde het echtpaar in Deurne. In of kort na 1764 verhuisde het gezin naar Asten, waar drie kinderen geboren werden.
Op 30 oktober 1766 kreeg hij toestemming om de luitenantsplaats van Matthias Jacobus Gualtheri, een broer van zijn schoonzus Catharina Gualtheri, gehuwd met Johannes Jacobus Coehoorn, in te nemen.
Tussen 1771 en 1774 verhuisde hij met zijn gezin van Asten naar Leende, waar hun drie jongste kinderen werden geboren.
In februari 1788 kwam Victor de Girard de Miellet met zijn vrouw en dochter Johanna Jacoba Elisabeth weer terug naar Deurne op het Klein Kasteel.
Zijn zoon Menno Gideon, die op 25 januari 1790 werd aangenomen als ouderling van de Deurnese protestantse gemeente, overleed waarschijnlijk in 1804 in Den Haag. In dat jaar stelde de Deurnese secretaris Gerrit van Riet zich borg voor een bedrag van ruim 48 gulden, dat resteerde uit diens nagelaten erfenis.
Zijn zoon Victor Pieter investeerde zijn geld onder meer in nieuw ontgonnen grond in het Riet en aan de Helmondschendijk. Hij kocht er in 1805 acht lopensen grond. Ook zijn zoon Pieter Victor verwierf veel percelen nieuwe erven. Bij zijn overlijden in 1808 ging het in totaal om ruim 32 lopensen, niet alleen op het Riet maar ook in de Strijpe.
Na zijn overlijden liet zijn weduwe op 11 juli 1811 een grote hoeveelheid goederen, waaronder een paard, twee koeien, een varken, een kar en een groot aantal percelen te velde staande rogge, publiek verkopen. De totale opbrengst was 556 gulden en 4 stuivers. Zijn dochter Elisabeth, waarschijnlijk identiek aan Johanna Jacoba Elisabeth, beleende vervolgens het geld. Zo leende de Ollandse landbouwer Johannes Vrensen ruim franken/gulden van haar.
Van Allegonda Petronella de Girard de Mielet-van Coehoorn kwamen ook een broer en zus, genaamd Gideon Engel, in Peelland terecht.
Bronnen, noten en/of referenties
|