Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Theodorus Meulendijckx (1693-1767)
| Theodorus Meulendijckx | ||
| Persoonsinformatie | ||
| Volledige naam | Theodorus Meulendijckx | |
| Roepnaam | Dirk | |
| Geboorteplaats | Vlierden | |
| Doopdatum | 28 februari 1693 | |
| Overl.plaats | Vlierden | |
| Overl.datum | 8 april 1767 | |
| Partner(s) | Helena Tielen (1697-1777) | |
| Beroep(en) | herbergier | |
Theodorus (Dir(c)k) Meulendijckx (Meulendijcx) (1693-1767) was deken van de Vlierdense schutterij, schepen en herbergier op Belgeren in Vlierden.
Theodorus was een zoon van Willebrordus Meulendijckx (circa 1643-circa 1715) en Joanna van de Kerkhof (circa 1643-circa 1720).
Hij huwde op 29 juni 1721 in Asten met Helena Tielen, (Asten 16 februari 1697 - Vlierden 6 maart 1777), dochter van Arnoldus Thielen (circa 1664-voor 1746) en Elisabeth de Groot.(Asten 1774-1727 Asten).
De volgende kinderen werden uit dit huwelijk geboren:
- Joanna Maria (Jennemaria) Molendijck, (Vlierden 2 juli 1722 - Vlierden 6 april 1786). Zij huwde met Mathias Verduijsseldonck (1713-1795).
- Franciscus (Francis) Molendijck, (Vlierden 17 maart 1724 - Deurne 7 september 1781). Hij huwde met Maria van den Broeck (1721-1796).
- Willebrordus (Wilbert) Meulendijckx, (Vlierden 16 mei 1726 - Vlierden 25 mei 1799). Hij huwde met Petronella van de Moosdijk (Someren circa 1740-na 1796).
- Arnoldus Meulendijck, (Vlierden 6 juli 1728 - Vlierden 9 maart 1777), Hij was borgemeester van Vlierden in 1766-1767. Hij bleef ongehuwd.
- Maria Elisabetha Meulendijck (Vlierden 16 december 1730 - Vlierden 7 april 1779). Zij huwde met Franciscus Maes (1730-1779).
- Elisabetha Meulendijck, (Vlierden 12 maart 1733 - Vlierden 14 januari 1795). Zij bleef ongehuwd.
- Anna Meulendijck , (Vlierden 16 december 1735 - na 1803). Zij huwde met Johannes van de Braeck (1726-1803).
- Antonia Meulendijck, (Vlierden 2 december 1740 - 29 mei 1788). Zij huwde (1) met Johannes Neijssen (Someren 1742-1779 Asten) en (2) met Johannes van de Kerkhof (circa 1740-1791).
Op 13 februari 1721 kocht hij van de kinderen van Dirck Peter Colen voor 194 gulden een huis met hof, dries en kamp op Belgeren, voor 63 gulden de Middelste Haemacker, voor 16 gulden de Neelenacker en voor 10 gulden de Vlinckert. Diezelfde dag kocht hij, als deken van de Vlierdense schutterij,, van de kinderen Colen voor 42 gulden een akker genaamd het Venneke.[1]
Op 30 mei 1723 kocht hij met 105 gulden zijn broer en zussen uit voor hun aandeel in de boerderij op Belgeren.[2]
Op 4 augustus 1731 kocht hij van de curatoren over de boedel van wijlen vorster Wilbert Hendrikx een stuk hooiland van 1½ lopense op de Baarschot en een akker genaamd het Viercant Stuck.[3]
Op 18 september 1731 verkocht hij voor 70 gulden aan Simon van den Boomen twee stukken hooiland van ieder 1½ lop. op de Baerschot. (Vlierden RA 20 fol. 96 vs)
Op 30 oktober 1732 kocht hij bij een publieke verkoop een huis en hof aan de kapel, afkomstig van Mattijs Zillekens en waarop beslag gelegd was door de overheid. [4]
Op 9 december 1732 kocht hij voor 134 gulden van Pieter de Cort twee huizen aan het Capeleijnde en den Huijsacker.[5]
Op 9 juli 1737 verkocht hij voor 15 gulden aan Jan Claessen van de Zande een akker genaamd den Huijsacker.[6]
Op 12 april 1740 verkocht hij voor 104 gulden aan Lambert Vervoordeldonk een huis met het aangelag aan het Capeleijnde .[7]
Op 5 januari 1746 werd een schuld van Dirk Meulendijks van 88 gulden met 12 gulden interest aan wijlen Simon van den Boomen door diens broer Peter overgedragen aan de Armen van Vlierden.[8]
In de nacht van 10 op 11 januari 1750 werd zijn paard uit zijn stal gestolen nadat er een gat in de muur was gemaakt. Het gat werd later met paardenmest dichtgestopt. Zijn zoon Wilbert verklaart dat Jan de Wit van Leende hem had gezegd dat hij het paard had gestolen. Zijn zoon Francis verklaart dat het paard kort daarop voor 19 rijksdaalders aan een jood was verkocht te Hensbergen in het land van Gullik. Francis had met veel moeite en kosten het paard van de jood teruggekregen. De jood wilde hem niet zeggen van wie hij het paard had gekocht.[9]
Op 20 januari 1779 verdeelden zijn kinderen de erfenis. [10]
Bronnen, noten en/of referenties
|