Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Tegeltableau in de oude pastorie aan het Haageind
Het tegeltableau met antieke bijbeltegels bevindt / bevond zich tegen de schoorsteenmantel in de huiskamer van de voormalige pastorie aan het Haageind.
Tegels met bijbelse taferelen raakten omstreeks 1645 in de mode. De tegelbakkers grepen de hernieuwde interesse in bijbelse onderwerpen aan. Ze vonden vooral aftrek bij welgestelde boeren en kooplieden, die er de keukenwand of de schouw mee lieten versieren. Meestal maakten ze deel uit van een serie, waarin een bijbelverhaal werd verteld, als een soort voorloper van het stripverhaal. Die bijbeltegels waren een statussymbool, maar dienden ook een educatief doel. Sommige schilderingen doen wat primitief en onbeholpen aan. Tegelschilders waren over het algemeen geen scheppend kunstenaars en lieten vaak hun fantasie de vrije loop om de essentie uit het bijbelverhaal over te brengen.
Tegen de schoorsteenmantel in de huiskamer van de voormalige pastorie aan het Haageind werd een tegeltableau van 4 x 4 antieke bijbeltegels aangebracht. Volgens de inventarislijst van de oude parochie zijn de 16 blauwe bijbeltegels waarschijnlijk afkomstig uit de kasteelruïne aan het Haageind.
I | Samuel nam de hoorn met olie en zalfde hem te midden van zijn broers. Van toen af aan was David doordrongen van de geest van de HEER. Daarna vertrok Samuel weer naar Rama. | 1 Sam 16, 13 | ||
II | ‘Ik heb altijd de kudde van mijn vader gehoed,’ antwoordde David. ‘Wanneer er een leeuw of een beer kwam om een schaap of een geit uit de kudde te stelen, 35 ging ik erachteraan, overmeesterde hem en redde het dier uit zijn muil. En als hij me wou aanvallen greep ik hem bij zijn kaken en sloeg ik hem dood. | 1 Sam 17, 34 | ||
III | David nam het hoofd van de Filistijn mee om het naar Jeruzalem te brengen; de wapens die hij hem had afgenomen legde hij in zijn tent. | 1 Sam 17, 54 | ||
IV | Jezus zei: ‘Sta op, pak uw mat op en loop.’ | Joh 5, 8 | ||
V | Hij zei: ‘Iemand die Jezus heet, maakte wat modder, streek die op mijn ogen en zei: “Ga naar Siloam om u te wassen.” Ik ging erheen, en toen ik me gewassen had kon ik zien.’ | Joh 9, 11 | ||
VI | Maar nu die zoon van u is thuisgekomen die uw vermogen heeft verkwanseld aan de hoeren, hebt u voor hem het gemeste kalf geslacht.” | Lucas 15, 30 | ||
VII | Want als dit gebeurt met het jonge hout, wat zal het verdorde hout dan niet te wachten staan?’ | Lucas 23, 31 | ||
VIII | Terwijl ze zo met elkaar in gesprek waren, kwam Jezus zelf naar hen toe en liep met hen mee. | Lucas 24, 15 | ||
IX | Hij vertrok meteen en ging op weg naar zijn vader. | Lucas 15, 20 | ||
X | Zodra Jezus gedoopt was en uit het water omhoogkwam, opende de hemel zich voor hem en zag hij hoe de Geest van God als een duif op hem neerdaalde. | Matteüs 3, 16 | ||
XI | Tegen het einde van de nacht kwam hij naar hen toe, lopend over het meer. | Matteüs 14, 25 | ||
XII | Bij het verlaten van het pretorium troffen ze een man uit Cyrene die Simon heette, en hem dwongen ze het kruis te dragen. | Matteüs 27, 32 | ||
XIII | Plotseling begon de aarde hevig te beven, want een engel van de Heer daalde af uit de hemel, liep naar het graf, rolde de steen weg en ging erop zitten. | Matteüs 28, 2 | ||
XIV | Meteen toen hij haar zag scheurde hij zijn kleren en riep uit: ‘Ach mijn kind, dat jij me deze slag moet toebrengen, dat juist jij het bent die me in het ongeluk stort! Ik heb de HEER een gelofte gedaan en daar kan ik niet op terugkomen.’ (verhaal van Jefta, die God de belofte doet dat als hij overwint, hij de eerste die hij thuis ontmoet zal offeren. Dat blijkt zijn dochter te zijn.) | Rechters 11, 35 | ||
XV | Niet lang daarna maakte hij de reis opnieuw, nu om haar tot vrouw te nemen. Onderweg verliet hij even het pad om naar de dode leeuw te kijken. Daar zag hij dat zich in het kadaver een zwerm bijen had genesteld, en dat er honing in zat. (het verhaal van Simson) | Rechters 14, 8 | ||
XVI | Tobias ging samen met de engel op weg. Zijn hond kwam achter hen aan. De eerste nacht sliepen ze bij de Tigris. | Tobit 6, 2 |
Alle kleurenfoto's hierboven zijn gemaakt door Harry Keijsers uit Asten