Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Jacobus Gerardus Sleegers (1926-1995)
Jacobus Gerardus Sleegers | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Jacobus Gerardus Sleegers | |
Roepnaam | Sjaak | |
Geboorteplaats | Deurne | |
Geboortedatum | 16 augustus 1926 | |
Overl.plaats | Bakel | |
Overl.datum | 16 mei 1995 | |
Partner(s) | Will Siebenheller | |
Beroep(en) | militair |
Jacobus Gerardus (Sjaak) Sleegers (1926-1995) was een militair uit Deurne die werd ingezet bij de strijd om overzeese gebiedsdelen. Hij viel daarbij in handen van de vijand en zat bijna een jaar als krijgsgevangene vast.
Sjaak was het achtste kind uit het gezin van Lambertus Sleegers (1876-1963) en de Mierlose Maria van der Linden (1880-1972). Het gezin woonde op het adres Vreekwijk J.89 in de Sint-Jozefparochie.
Niet lang na de Tweede Wereldoorlog, op 8 november 1946, werd hij opgeroepen om zich in Maastricht te melden om zijn militaire dienstplicht te vervullen. Op 20 juni 1947 vertrok Sjaak met het troepentransportschip Sloterdijk naar Nederlands-Indië.
Op 21 september 1947 ging Sjaak als een van vier sluipschutters vanuit Sorkaredja naar de kampongs Bedjen en Bannteng, op zoek naar de daar aanwezige guerrillastrijders (ook wel bendes 'rampokers' genoemd).
De groep liep in een hinderlaag. Daarbij viel een zwaargewonde en Sjaak raakte lichtgewond. Ze werden door de vijand als krijgsgevangenen meegenomen en opgenomen in het republikeinse hospitaal te Parakan, gelegen in midden Java ten westen van Salatiga. De zwaargewonde collega van Sjaak overleed daar op 23 september en werd begraven in Djokjakarta.
Zijn compagniecommandant liet de ouders van Sjaak op 24 september 1947 via de pastoor weten dat hun zoon vermist werd en zette in zijn brief uiteen wat er gebeurd was.
Op 10 mei 1948, bijna een jaar later, werd Sjaak met nog vijf andere krijgsgevangenen vrijgelaten in ruil voor 180 krijgsgevangen van de vijand. Hoewel hij redelijk hersteld was van zijn beenverwonding werd hij toen meteen op de Tabinta ingescheept, waarmee hij in februari 1950 in Nederland arriveerde.
Na zijn terugkeer naar Nederland huwde hij met Will Siebenheller. Hij werkte ruim twintig jaar in de textielindustrie.
Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]
- Boek Deze herinnering wil ik bewaren, Marcel Koolen, 2002