Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Sint-Lambertusklooster
Voormalig r.k. klooster Huize "de Vliert" | ||
Het voormalige Sint-Lambertusgesticht met links de kloosterkapel en rechts de lagere meisjesschool. | ||
Locatie | Pastoriestraat 26, Vlierden | |
Gebruik | klooster, verpleeghuis | |
Start bouw | 1906 | |
Gereed | 1907 | |
Opening | 24 september 1907 | |
Sluiting | 1953 (als klooster en verpleeghuis) | |
Bouwkosten | 17.931 gulden | |
Monument status | Gemeentelijk monument | |
Bouwpartners | ||
Architect | J. Heijkants (Erp) | |
Aannemer | W. Wijnen (Helmond) |
Het Sint-Lambertusklooster, vroeger ook wel Lambertusgesticht genoemd, werd in 1906 gebouwd op het huidige adres Pastoriestraat 26 in Vlierden. vroeger achtereenvolgens met adresaanduiding A.47, A.56, A.63 en V.119.
Bouw[bewerken | brontekst bewerken]
De eerste plannen voor de bouw van het klooster werden in 1905 gemaakt. Het werd een liefdegesticht met een tehuis voor ziekenverpleging, onderwijs en ouderenzorg.
Pastoor Lorskens had al drie tot vier keer tevergeefs bij de zusters van de Choorstraat in 's-Hertogenbosch aangeklopt om een aantal van hen naar de gemeente Vlierden te krijgen. Uiteindelijk lukte het hem om een toezegging te krijgen van de algemeen overste Moeder Concordia en konden de bouwplannen gemaakt en gerealiseerd worden.
Op 2 juni 1906 hadden de plannen vaste vorm gekregen en werd de fase van de aanbesteding ingeluid. Op dinsdag 12 juni 1906 om twee uur 's middags werd in het koffiehuis van Felix van Heugten de bouw van het liefdegesticht met school en gasthuis aanbesteed. De bouw werd gegund aan aannemer W. Wijnen uit Helmond die met 17.931 gulden de laagste van de 22 inschrijvers was.
In september 1907 waren het klooster, de scholen en het gasthuis voor de ouderen klaar. Het gesticht met scholen en gasthuis was eigendom van de kerk terwijl de inventaris werd overgenomen door de congregatie.
De naam Sint-Lambertusklooster of Lambertusgesticht is waarschijnlijk geïnspireerd door de voornaam van de pastoor die zich vooral heeft ingespannen om de zusters naar Vlierden te krijgen: Lambertus Lorskens.
Indeling
Op de begane grond vlnr:
- Indeling aan de voorzijde (totaal 32,28 meter breed): kapel, sacristie, spreekkamer vestibule met hoofdingang, spreekkamer, werkkamer en bewaarschool.
- Indeling westvleugel (totaal 29,69 meter diep): zitkamer / keukentje, trappenhal / gang, zitkamer, ziekenkamer, trappenhal / gang en kapel
- Indeling aan de achterzijde (tussen oost- en westvleugel 18,68 meter breed): Zitkamer / keukentje, bijkeuken / keuken, portaal / trappenhal / gang en "taalschool".
- Indeling oostvleugel (totaal 29,69 meter diep): bewaarschool, gang, taalschool, gang, taalschool.
- Buiten aan de oostvleugel grensde de speelplaats en de overdekte speelplaats.
Op de bovenverdieping, in willekeurige volgorde:
Naast een overloop, een bordes en enkele kasten: de slaapzaal van de zusters, een Linnenkamertje, een droogzolder, kamertje, ziekenkamertje, waakkamer en een "kamertje voor vrouwen".
Chronologie[bewerken | brontekst bewerken]
Op 24 september 1907, de feestdag van Onze Lieve Vrouw ter Slaven, gingen de volgende zes zusters van Liefde, Dochters van Maria en Jozef, in de gemeente Vlierden aan de slag:
- Zuster Marie, overste
- Zuster Ignatia, hoofd der school
- Zuster Euphrasia, onderwijzeres
- Zuster Amata, handwerkonderwijzeres
- Zuster Gijsbertha, bewaarschool
- Zuster Arsenia, keukenzuster
Na Liessel was het Lambertusgesticht het tweede klooster van de zusters van de Choorstraat uit 's-Hertogenbosch in onze omgeving.
Van 1907 tot 1922 leefden de zusters in een aangename verstandhouding met pastoor Lorskens en konden zij meerdere Vlierdense meisjes voor het noviciaat aannemen. In 1932 werd het 25-jarig bestaan van het gesticht gevierd.
In 1914 werd het interieur van de bij dit gesticht horende kapel beschilderd door de Astense schilder L.J. Coolen. Een onbekende gever deed daartoe een schenking aan het klooster.
Op zondagmorgen 11 december 1927 bemerkten kerkgangers dat er brand was ontstaan in het klooster. Omdat men er vlug bij was kon het brandje, dat in den schoorsteen bleek te woeden, spoedig gedoofd worden.[1]
In 1949 werd door het centraal bestuur besloten dat de zusters uit het klooster zouden moeten vertrekken. Het duurde tot 13 maart 1953 voordat het vertrek van de laatste zusters een feit was.
Voor de bewoning van het kloostergebouw nadat de zusters vertrokken waren zie onder Pastoriestraat 26.
Bewoners[bewerken | brontekst bewerken]
- Zie de lijst van zusters van Choorstraat (Dochters van Maria en Joseph), die in het Sint-Lambertusklooster in Vlierden woonden.
Bij de zusters woonden ook korte of langere tijd ongehuwd schoolpersoneel en bejaarden, gehandicapten en terminale patiënten, die door de zusters verzorgd werden.
Inwonende leken in ket klooster tot 1921 | |
---|---|
Bewoner | Opmerkingen |
Cornelia van Gils (1849-1940) | Ze kwam op 14 oktober 1907 naar Vlierden |
Adrianus van der Heijden (1850-1908) | Hij was tuinman, kwam op 2 maart 1908 van Heeswijk en verhuisde 17 juni 1908 naar Veghel. |
de weduwe Catharina van Hout-Fransen (1835-1911) | Vanaf 2 maart 1908 tot haar overlijden. |
de weduwe Joanna Maria Nijnens-Kanters (1824-1913) | Vanaf 10 juli 1908 tot aan overlijden. |
Franciscus Joseph Cooiman (1828-1910) | Hij verhuisde op 13 augustus 1908 van de zusters in Deurne naar Vlierden en vertrok 21 juli 1910 naar Montfoort. |
Franciscus Jansen (1852-1936) | Deze ongehuwd gebleven zoon van Bartholomeus Janssen woonde vanaf november 1908 bij de zusters. |
Francisca de Vet (1897-na 1975) | Ze kwam als 9-jarige halfwees op 28 november 1905 bij de zusters en verhuisde op 8 april 1910 naar Sint-Michielsgestel.[2] |
Cathariena Theodora van Hanswijk (1844-1931) | Deze ongehuwd gebleven dochter van Nicolaas van Hanswijk woonde vanaf 16 oktober 1909 bij de zusters.Daarvoor woonde ze bij de zusters in huize Sint-Joseph in Deurne |
Arnoldus Rovers (1832-1911) | Vanaf begin 1910 woonde hij bij de zusters. |
Johanna Rovers (1836-1910) | Ze was ongehuwd en woonde vanaf begin 1910 het laatste half jaar van haar leven met haar broer Arnoldus bij de zusters. |
Johanna van der Putten-Aarts (1839-1915) | Ze woonde van 29 mei 1911 tot haar vertrek naar Deurne op 8 april 1912 bij de zusters. |
Maria Wilhelmina de Vocht (1837-1921) | Ze was ongehuwd en woonde, komend van Helmond, vanaf 30 april 1912 tot haar overlijden bij de zusters. |
Antonia Aarts (1898-1928) | Ze woonde van 21 juni 1912 tot 12 oktober 1914, komend van 's-Hertogenbosch tot 12 oktober 1914, terugkerend naar 's-Hertogenbosch, bij de zusters. Ze trad later in het klooster. |
Petrus Vervoordeldonk (1834-1918) | Hij woonde vanaf eind 1912 enige tijd bij de zusters. |
Wilhelmus Janssen (1826-1915) | Hij woonde vanaf eind 1912 tot zijn overlijden bij de zusters. |
Wilbert Mansvelders (1842-1914) | Deze ongehuwd gebleven zoon van Jan Mansvelders woonde van eind 1912 tot zijn overlijden bij de zusters. |
Johannes van Herk (1839-1920) | Hij was ongehuwd en woonde van eind 1912 tot zijn overlijden bij de zusters. |
Anna Geertruida Josephina Wahlen (1891-1967) | Ze woonde, komend van Vught, vanaf 29 maart 1913 tot haar vertrek op 13 juni 1913 naar 's-Hertogenbosch, bij de zusters. |
Petrus Beijers (1830-1914) | Hij woonde van 30 november 1911 tot zijn overlijden bij de zusters. |
Joanna Maria Huberta Janssens (1828-1916) | Ze was ongehuwd en woonde vanaf 9 december 1914, komend van Deurne, tot haar overlijden bij de zusters. |
Lambertus Slaats (1841-1919 | Hij was ongehuwd en woonde, komend van Bakel, van 25 augustus 1913 tot zijn overlijden bij de zusters. |
Anna Maria van Hout-Nooijen | Zij woonde van circa 1916 tot haar overlijden bij de zusters. |
Cornelia van Zeeland (1869-1937) | Ze kwam 10 mei 1917, komend van Bakel, bij de zusters wonen. |
Jakob Franssen (1841-1922) | Hij woonde vanaf medio juni 1917 tot zijn overlijden bij de zusters. |
Anna Maria Pennings (1848-1918) | Deze ongehuwd gebleven dochter van de Lieropse smid Peter Pennings woonde van 31 oktober 1917 tot haar overlijden op 16 mei 1918 bij de zusters. |
Joannes Verspeek (1837-1921) | Hij woonde vanaf 2 april 1918, komend van Deurne, bij de zusters. |
Wilhelmina van der Zanden-Brouwers (1846-1919) | Zij woonde van 18 april 1918, komend van Deurne, tot haar overlijden op 25 december 1919 bij de zusters. |
Petronella van Eck-Verbakel (1834-1911)[3] | Ze woonde van 25 mei 1918 tot 27 mei 1919 bij de zusters en keerde toen terug naar Deurne. |
Jacobus en Neeltje Joosten-Zijlemaker | Het echtpaar kwam vanuit Deurne op 30 juli 1918 bij de zusters wonen. |
Hendrika Wijnen-van Hooff (1841-1927) | Zij woonde, komend van Lierop, vanaf 3 oktober 1918 bij de zusters. |
Maria Anna Carolina Schippers-Gerritsen (1850-1938) | Ze kwam als weduwe op 11 augustus 1919 vanuit Driel (Gelderland) naar de zusters in Vlierden en vertrok op 8 november 1920 naar Deurne. |
Elisabeth van Hoek (1848-1920) | Deze ongehuwd gebleven naaister en dochter van Franciscus van Hoek kwam op 20 augustus 1920 bij de Vlierdense zusters, waar ze op 7 oktober van dat jaar overleed. |
Bronnen, noten en/of referenties
|