U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Sint-Jorisgilde

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Zegening nieuwe uniformen in april 1992. Foto: Ton Hartjens
Op weg naar de diamanten bruiloft ( 60 jaar) van Nard Honings en Hendrina (Drieka) Honings-Martens (1867-1954) in 1953. Jan en Wim Honings waren lid van het Sint-Jorisgilde als vendelier. De witte katoenen sokken werden gebreid door Marie Weeren.
Het nieuwe schuilgebouw van het Sint-Jorisgilde op het schietterrein bij Bruggen in 1975

Het Sint-Jorisgilde is een van de twee nog bestaande gilden in de oude dorpskern van de gemeente Deurne.

Geschiedenis

Wanneer dit Deurnese gilde precies werd opgericht is onbekend, maar het bestond in ieder geval al in het begin van de 16e eeuw. Uit die tijd stamt namelijk hun zilveren papegaai. Het gilde werd lang de oude schutterij genoemd om onderscheid te maken met de jonge schut ofwel het Sint-Antoniusgilde.
Het Sint-Jorisgilde kreeg in 1604 een vaandel van Wolfaart Evert van Wittenhorst en bezit nog een kaart met op perkament geschreven reglement uit 1640. Verder heeft het ook nog zo’n documenten uit 1659 en 1778.
Uit onder meer het bewaard gebleven gildezilver blijkt dat in 1641 Otto de Visschere en in 1715 Pero de Cassemajor koning van dit gilde waren.
Reeds lang bezit het gilde een eigen gilde-akker, die vroeger door de gildebroeders zelf werd bewerkt, maar tegenwoordig verhuurd wordt. Na een tijd van rust aan het begin van de 20e eeuw kwam dit gilde in 1926 weer tot leven.

Beschermheren

In het begin van de heroprichting was dokter Hendrik Wiegersma beschermheer, later gevolgd door achtereenvolgens Hub van Doorne en diens zoon Martien van Doorne.

Ereleden

Burgemeester Smeets werd in april 1992 bij gelegenheid van de presentatie van de nieuwe uniformen tot erelid van het Sint-Jorisgilde benoemd.

Externe link

Literatuur: 50 jaar Gilden in Peelland (1985) blz. 115-122.