Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Petrus de Veth (1785-1863)
Petrus de Veth | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Petrus de Veth | |
Roepnaam | Peter | |
Geboorteplaats | Deurne | |
Geboortedatum | 5 juli 1785 | |
Overl.plaats | Deurne | |
Overl.datum | 4 december 1863 | |
Partner(s) | Johanna Maria Goosens (1801-1878) | |
Beroep(en) | landbouwer, bakker | |
Bidprentje | NBA man |
Petrus (Peter) de Veth (1785-1863) was een welgestelde bakker en landbouwer in Deurne, zat als assessor, later als wethouder, in het Deurnese gemeentebestuur en woonde in het nog steeds bestaande pand Lindenlaan 47.
Hij was een zoon van de herbergier, bierbrouwer en landbouwer Joannes de Veth (1746-1812) en Joanna Maria Goosens (1745-1844).
Peterhuwde op 14 september 1839 in Deurne op 54-jarige leeftijd met de 38-jarige Johanna Maria Goosens, (Deurne 20 mei 1801 - Deurne 16 oktober 1878), dochter van de hoefsmid, steenbakker en herbergier Henricus Goossens (1754-1818) en Allegonda Welten (1765-1834). Dit huwelijk bleef kinderloos.
In 1832 werd de 46-jarige ongehuwde bakker en landbouwer Peter de Veth benoemd tot tweede luitenant van de afdeling Deurne van de Rustende Schutterij. Na zijn benoeming enige tijd in beraad te hebben gehouden sloeg hij deze af wegens lichaamsgebreken, als zijnde gebroken. Waarschijnlijk werd hij geplaagd door een liesbreuk. Mogelijk maakte deze weigering hem, midden in de periode van de Belgische Opstand, politiek verdacht en werd er door de gouverneur bij de districtscommissaris om opheldering gevraagd. Die gaf daarop de volgende karakterschets van hem:
- . De assessor Peter de Veth )...) is een oud zeer eenvoudig man, die zich met niets dan zijne boerderij en bakkerij bemoeid en om den kost te hebben zich er van den morgen tot den avond mede bezig houdt. Dit is dezelfde die in in den afgeloopen winter bij abuis tot officier van de schutterij is benoemd geworden, waarmede Peter de Veth te Deurne bedoeld was. Hij heeft zich een paar maal bij mij en ook naar u tot bekoming van zijn ontslag begeven en klaagde zeer dat hij daardoor zoo veel verzuimd en kosten gehad had, dat heeft hij thuis zijnde waarschijnlijk nog meerder gedaan, hetgeen misschien aanleiding tot verdacht kan gegeven worden. Deze man is in het geheel niet gevaarlijk.
Toen bisschop Zwijsen in 1852 het vormsel in Deurne toediende aan ruim 200 kinderen was Petrus de Veth daarbij peter.[1]
Op 11 december 1833 kocht hij van Evert van Eijk diens huis op de hoek van de Molenstraat en de Lindenlaan met vier percelen landbouwgrond voor 1.350 gulden.
Op 2 augustus 1852, ruim veertig jaar na het overlijden van hun vader en acht jaar na dat van hun moeder, werd door Peter en zijn vijf broers en zussen de ouderlijke boedel verdeeld. De nalatenschap van hun ouders vertegenwoordigde een voor die tijd enorm hoge waarde van 42.000 gulden. Peter mocht daarvan 7000 gulden aan uitgeleende kapitalen in ontvangst nemen.
Op 3 januari 1855 maakten Peter en zijn vrouw hun testament op en bepaalden daarin dat de langstlevende het vruchtgebruik van de nalatenschap mocht hebben.
Na zijn overlijden vond op 15 april 1864 een beschrijving plaats van de door hem nagelaten goederen.
Bronnen, noten en/of referenties
|