Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis
Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand.

Petronella van Weert (1827-1909)

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Petronella van Weert
Persoonsinformatie
Volledige naam Petronella van Weert
Geboorteplaats Someren
Geboortedatum 22 januari 1827
Overl.plaats Eindhoven
Overl.datum 14 oktober 1909
Beroep(en) dienstmeid

Petronella van Weert (1827-1909) was een vermogende ongehuwde vrouw die van 1889 tot 1907 in Deurne woonde als kostgangster bij de familie Douven-Hendriks.


Petronella was een dochter van landbouwer Willem van Weert (Someren 1789-1847 Someren) en Anna Maria Rooijmans (Someren 1793-1860 Someren). Zij bleef ongehuwd.

Van 15 mei tot 10 augustus 1854 werkte ze als dienstmeid bij de Helmondse renteniersfamilie Coovels-Bots, waar ze de 14-jarige Aldegonda Coovels, de latere echtgenote van kantonrechter Frans van den Dungen, nog bediende.

Ze kwam op 16 mei 1889 van Bakel naar Deurne, samen met Josephina Maria van Helmond, een kleindochter van haar oudste zus Joanna Maria. Zij vestigden zich hier op het adres Dorp A.181, later gewijzigd in A.224. Nog in datzelfde jaar, op 10 oktober 1889, vertrokken zij naar Helmond. Daar gingen ze in de kost bij de opzichter Christianus Johannes Theodorus Breuker. Later ging ze in Helmond alleen in de kost bij de weduwe Sonnemans-Giebels.

Ze kwam 2 mei 1890 van Helmond weer terug naar Deurne. Eerst woonde ze op het adres Dorp A.252, later gewijzigd in A.337 en A.368, waar ze inwoonde bij de horlogemaker Johannes Renerus Alphonsus Douven (1853-1889), later bij diens weduwe. Na het overlijden van de weduwe Douven-Hendriks verhuisde zij op 14 september 1907 naar Eindhoven. Daar trok ze in bij de handelsreiziger Franciscus Wilhelmus de Cortie, de zoon van haar zuster Johanna, die aan het Wilhelminaplein woonde. Ruim twee jaar later, op 13 oktober 1909, overleed ze daar.

Zij hoorde, met een geschat vermogen van meer dan 10.000 gulden, in 1893 tot de 89 meest vermogende Deurnenaren. Dat ze inderdaad niet onbemiddeld was blijkt wel uit de transactie van 12 mei 1890 toen ze aan de Deurnese kuiper en caféhouder Francis van Gool, een zoon van haar oudste zus, 1.500 gulden leende als hypotheek op een huis op kadastrale sectie E 1650 (het huidige adres De Wever 27).

Toen ze op 23 januari 1891 voor notaris Karel Theodorus van Riet haar testament liet maken, benoemde ze Franciscus Cortie en Francis van Gool tot testamentair executeur. Ze wilde een uitvaart met drie heren (drie geestelijken die voorgingen in de kerkdienst) en er moest voor 40 kilo aan kaarswas geofferd worden. De kinderen uit de huwelijken van haar vier zussen Maria, Francina, Johanna en Hendrina, gehuwd met respectievelijk Peter van Gool, Antonie van de Ven, Gregorius Cortie en Jacobus Boerekamp, werden als haar erfgenamen genoemd. Een van deze erfgenamen was Hendrica van Gool, de vrouw van Hendricus van de Beek (1846-1927).

Op 23 november 1892 herzag ze echter haar testament en benoemde ze haar hospita Anna Maria Hendriks, de weduwe van Willem Lutters en later van Johannes Douven, tot haar enige en algemene erfgename. Op haar beurt benoemd Anna Maria Hendriks op 17 september 1895, Petronella van Weert als haar enige erfgename.