Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Petronella Moors (1828-1909)
Petronella Moors | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Petronella Moors | |
Geboorteplaats | Vlierden | |
Geboortedatum | 13 mei 1828 | |
Overl.plaats | Venlo | |
Overl.datum | 6 december 1909 | |
Partner(s) | ongehuwd | |
Beroep(en) | arbeidster |
Petronella Moors (1828-1909) uit Brouwhuis verbleef een groot deel van haar leven in Duitsland en kwam herhaaldelijk in aanraking met justitie, onder meer vanwege landloperij.
Zij was een ongehuwd gebleven dochter van Renier Moors (1782-1845) en Cristina van der Heijden (1790-1832).
Op 13 mei 1845 werd ze wegens landloperij veroordeeld tot twee dagen hechtenis en opname in een bedelaarskolonie. Op 18 juni van dat jaar werd ze, komend van 's-Hertogenbosch, opgenomen in de bedelaarskolonie van Ommerschans. Ze was ook al eerder dat jaar, op 17 februari, in Erp opgepakt wegens landloperij. In Ommerschans werd ze ingeschreven onder stamboeknummer 706. Ze verbleef er 197 dagen. De rekening voor de reis- en verblijfkosten, totaal 45,61 gulden, werd in eerste instantie naar de gemeente Vlierden gestuurd, maar omdat Petronella hier nog onroerend goed bezat, diende ze die zelf te voldoen.[1] Omdat het onroerend goed onverdeeld erfgoed van de gezamenlijke kinderen Moors was, werd besloten om een hoeveelheid roerend goed, voornamelijk timmermansgereedschap, te verkopen om met de opbrengst daarvan de rekening te kunnen betalen.[2]
Toen op 22 september 1853 haar ouderlijke boerderij publiek verkocht werd, was ze dienstbode in Maasbracht.[3]
Op 5 februari 1857 werd ze te Eindhoven aangehouden. Ze was in het bezit van een ongetekend stuk van de burgemeester van Dülken. waarin stond dat zij zich daar goed gedragen had. Ze had een zogenaamd Heimatschein nodig en ze beweerde dat ze die in Vlierden had kunnen krijgen en zei dat ze onderweg was naar 's-Hertogenbosch om dat document bij de Commissaris van de Koning af te halen. Ook had ze een, eveneens ongetekende, verklaring van de burgemeester van Huls dat ze zich goed had gedragen. Ze was in het bezit van gouden sieraden en dit wekte de achterdocht van de politie.[4] Op 13 maart 1857 vroeg de officier van justitie in Eindhoven aan de burgemeester van Vlierden om haar een Heimatschein te geven zodat ze in Pruisen weer een dienstbetrekking kon krijgen.[5]
In 1862 werd ze opnieuw opgepakt wegens landloperij, deze keer in Oirschot. Op 15 april van dat jaar moest daarvoor ook een dag naar de gevangenis.[6]
Op 15 maart 1899 berichtte de burgemeester van Vaals dat Petronella Moors uit Pruissen was uitgezet en vanuit Keulen bij Vaals over de grens was gezet. Ze was toen onder meer in het bezit van een spoorbankboekje van de stad Keulen ten bedrage van bijna 900 Mark. Ze had toen bijna 30 jaar in Duitsland gewoond en werd uitgezet omdat ze geen bewijs had dat ze de Nederlandse nationaliteit bezat. De burgemeester verzocht zijn ambtsgenoot in Vlierden om een dergelijk bewijs aan te vragen bij de Commissaris van de Koning. Op 21 oktober 1902 herhaalde hij dit verzoek.
In 1905 verbleef Petronella in Venray en de burgemeester van die plaats meldde dat ze tekenen van zinneloosheid en kindsheid vertoonde. Ze werd daarom aangehouden en overgedragen aan de burgemeester van Vlierden. Uit een bijgevoegd briefje bleek dat haar boerderij in Brouwhuis door Franciscus Slegers tot half april 1904 werd gehuurd voor 20 gulden per jaar.[7] Op 16 februari 1905 werd door de Commissaris van de Koningin een nationaliteitsbewijs ten behoeve van Petronella Moors afgegeven. Op 27 maart 1905 berichtte de wachtmeester der marechaussee in Gemert dat Petronella Moors daar was aangehouden daar het hem voorkwam dat zij leed aan verstandsverbijstering.[8]
Bronnen, noten en/of referenties
|