Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Johannis van Moorsel (1827-1890)
Johannis van Moorsel | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Johannis van Moorsel | |
Geboorteplaats | Bakel en Milheeze | |
Geboortedatum | 18 februari 1827 | |
Overl.plaats | Deurne en Liessel | |
Overl.datum | 8 februari 1890 | |
Partner(s) | Petronella Keunen (1830-1908) | |
Beroep(en) | landbouwer, herbergier |
Johannis van Moorsel (1827-1890) was landbouwer en herbergier in Zeilberg aan de Veendijk op het tegenwoordige adres Veendijk 8.
Johannis was een zoon van Joannes van Moorsel (1794-1856) en Catharina Kuunders (1790-1841).
Op 20 april 1861 huwde hij te Deurne met Petronella Keunen, (Deurne 23 maart 1830 - Deurne 8 februari 1908), dochter van Petrus Keunen (1797-1889) en Joanna Maria van den Bosch (1799-1875).
Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen geboren:
- Catharina, (Deurne 25 april 1862 - Horst-America 17 december 1930). Zij huwde met Everardus Jegerings (1864-1947).
- Petrus, (Deurne 12 april 1864 - Deurne 25 oktober 1887). Hij bleef ongehuwd.
- Anna Maria, (Deurne 19 oktober 1866 - Deurne 12 augustus 1928). Zij huwde met Martinus Manders (1863-1920).
- Martinus, (Deurne 3 februari 1870 - Deurne 13 juli 1907). Hij huwde met Wilhelmina Hendrika Bennenbroek (1869-1905).
- Maria Anna, (Deurne 4 juni 1873 - Deurne 26 oktober 1911). Zij huwde met Petrus Antonius Vriens (1874-1955).
In de nacht van 5 op 6 april 1889 kreeg Johannes van Moorsel in zijn bierhuis ongenodigd bezoek van Dorus Verbakel. De gast weigerde, ondanks herhaalde verzoeken daartoe, het bierhuis te verlaten hetgeen hem veertien dagen gevangenisstraf opleverde.
Op 24 december 1904 verzocht de weduwe Johanna van Moorsel, bierhuishoudster, op het adres B.129 ter plaatse genaamd Merlenberg, verlof voor de verkoop van alcoholhoudende drank, andere dan sterke drank, in het lokaal waarin zij al herberg hield, zijnde het voorhuis en de gelagkamer, groot 15,24 m² en 14,57 m². Het pand werd toen tevens bewoond door haar zoon Martinus en diens vrouw. Ze ondertekende het verzoek met een kruisje en verklaarde niet te kunnen schrijven. Op 26 oktober 1905 werd haar de gevraagde vergunning verleend.
Op 4 maart 1907 werden in de herberg van de weduwe Van Moorsel nog onroerende goederen verkocht.
In haar laatste levensjaren woonde de weduwe Van Moorsel-Keunen op de adressen Dorp A.249a en Merlenberg B.64d. Zij woonde bij haar zoon Martinus, die ze ruim een half jaar overleefde.