U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Bewerken van Openbaar lager onderwijs in Liessel

Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Waarschuwing: U bent niet aangemeld. Uw IP-adres zal voor iedereen zichtbaar zijn als u wijzigingen op deze pagina maakt. Wanneer u zich aanmeldt of een account aanmaakt, dan worden uw bewerkingen aan uw gebruikersnaam toegeschreven. Daarnaast zijn er andere voordelen.

Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.

Huidige versie Uw tekst
Regel 1: Regel 1:
De geschiedenis van het '''openbaar lager onderwijs in Liessel''' wordt (vanaf 1669) chronologisch behandeld aan de hand van de achtereenvolgende onderwijzers.  
In de ''openbare school van Liessel'' werden tot 1 januari 1928 aan de [[Liessel]]se jeugd de beginselen van het lezen en schrijven bijgebracht.


Verondersteld wordt dat het onderricht  vóór 1669 verzorgd werd door de dienstdoende kapelaan, rector of koster. Voor hen was het geven van onderwijs een deel van hun taak en dientengevolge een welkome aanvullende inkomensbron. Een speciaal schoolgebouw was niet ter beschikking; het schip van de [[Sint-Hubertuskapel (voor 1903)|kapel]] deed als zodanig dienst.


Na 1735 werd onderwijs gegeven in de [[school met schoolhuis voor het openbaar onderwijs in Liessel | school voor het openbaar onderwijs]].
Het onderwijs was van 1648 tot 1928 primair een taak van de plaatselijke overheid. Vóór de reformatie werd het onderwijs in Liessel waarschijnlijk verzorgd van de plaatselijke koster. Van die periode zijn met betrekking tot Liessel geen gegevens bekend.
Het onderwijs was van 1648 tot 1928 primair een taak van de plaatselijke overheid. Van 1648 tot 1798 is het onderwijs in het katholieke Liessel in handen geweest van gereformeerde onderwijzers. Dat deze situatie - afgezien van een enkele strubbeling - geen problemen opleverde, was mede een gevolg van de tactische selectie van kandidaten. Doorgaans werd bij voorkeur een gematigd gereformeerde schoolmeester aangesteld.<br>
Aangenomen mag worden dat het onderwijs beperkt bleef tot het leren lezen en schrijven en dat vanaf 1798 daarnaast de catechismus een onderdeel van het lesrooster was. Het lager openbaar onderwijs werd gegeven aan kinderen, waarvan de ouders het schoolgeld konden en wilden betalen.
 
Het leerlingenaantal was in de rustige wintermaanden aanzienlijk groter dan in de drukke zomermaanden als het werk in de landbouw voorrang kreeg.
 
Het geven van onderwijs werd tot 1880 verzorgd door één persoon. In 1880 werd voor de eerste keer een hulponderwijzer aangesteld, dat was [[Hendrik Nicolaas Ouwerling (1861-1932)|Hendrik Ouwerling]].


De geschiedenis van het openbare Liesselse onderwijs wordt chronologisch behandeld aan de hand van de achtereenvolgende onderwijzers.


==Abraham van Hoeck==
==Abraham van Hoeck==
Regel 45: Regel 39:
==Hendrik Smits==
==Hendrik Smits==
Een van de meest kleurrijke Liesselse onderwijzers was wel [[Henricus Smits (1781-1873)|Hendrik Smits]]. Bijna vijftig jaar lang stond hij in Liessel voor de klas. Bij zijn school had hij ook een winkel en herberg. In 1842 kwam hij in conflict met de onderwijsinspectie toen hij in de weekends en tijdens Liessel-kermis zijn herberg uitbreidde met het schoollokaal en daar de mensen liet dansen. De klacht hierover was overigens niet afkomstig van het Deurnese gemeentebestuur of de Liesselse ouders maar van de plaatselijke bierbrouwer en herbergier die zijn eigen klandizie in gevaar zag komen. Smits mocht uiteraard zijn schoollokaal niet als herberg gebruiken, maar hij hoefde zijn eigen herberg niet onmiddellijk te sluiten. Hij had namelijk van de gemeente een zogenaamd patent gekregen tot het houden van herberg dat pas op 1 mei 1843 afliep. In 1843 belandde hij drie maanden in de gevangenis vanwege fraude met belastinggeld dat hij bij de  Liesselse inwoners had opgehaald. Aanvankelijk werd hij onbekwaam verklaard om nog enige ''openbare bediening waar te nemen'' maar nadat J. van Heuven hem tijdelijk als Liesselse schoolmeester had vervangen keerde hij toch weer terug voor de klas. Bij koninklijk besluit werd hem op 18 oktober 1845 kwijtschelding verleend van de onbekwaamverklaring. Omdat ook Gedeputeerde Staten geen bedenkingen had tegen zijn terugkeer als onderwijzer nodigde die de gemeente uit om hierover in overleg te treden met de onderwijsinspectie. Zijn terugkeer voor de klas kon natuurlijk niet gebeuren zonder de steun van de Liesselse bevolking.
Een van de meest kleurrijke Liesselse onderwijzers was wel [[Henricus Smits (1781-1873)|Hendrik Smits]]. Bijna vijftig jaar lang stond hij in Liessel voor de klas. Bij zijn school had hij ook een winkel en herberg. In 1842 kwam hij in conflict met de onderwijsinspectie toen hij in de weekends en tijdens Liessel-kermis zijn herberg uitbreidde met het schoollokaal en daar de mensen liet dansen. De klacht hierover was overigens niet afkomstig van het Deurnese gemeentebestuur of de Liesselse ouders maar van de plaatselijke bierbrouwer en herbergier die zijn eigen klandizie in gevaar zag komen. Smits mocht uiteraard zijn schoollokaal niet als herberg gebruiken, maar hij hoefde zijn eigen herberg niet onmiddellijk te sluiten. Hij had namelijk van de gemeente een zogenaamd patent gekregen tot het houden van herberg dat pas op 1 mei 1843 afliep. In 1843 belandde hij drie maanden in de gevangenis vanwege fraude met belastinggeld dat hij bij de  Liesselse inwoners had opgehaald. Aanvankelijk werd hij onbekwaam verklaard om nog enige ''openbare bediening waar te nemen'' maar nadat J. van Heuven hem tijdelijk als Liesselse schoolmeester had vervangen keerde hij toch weer terug voor de klas. Bij koninklijk besluit werd hem op 18 oktober 1845 kwijtschelding verleend van de onbekwaamverklaring. Omdat ook Gedeputeerde Staten geen bedenkingen had tegen zijn terugkeer als onderwijzer nodigde die de gemeente uit om hierover in overleg te treden met de onderwijsinspectie. Zijn terugkeer voor de klas kon natuurlijk niet gebeuren zonder de steun van de Liesselse bevolking.
In 1853 werd de school uitgebreid. Metselaar [[Henricus Lutters (1819-1888)|Henricus Lutters]] en timmerman Gerardus Wulms verdienden er respectievelijk 42 en 26 gulden aan. Het jaar daarop werd het strooien dak vervangen door een pannendak.
In 1830 werd het bijna honderd jaar oude schoolgebouw flink opgeknapt. Het schoolvertrek had toen een oppervlak van 8,54 m x 4,92 m en er waren tien schrijftafels, acht zitbanken en twee schoolborden aanwezig.


Hendrik Smits werd de laatste jaren van zijn leven voor de klas geassisteerd door zijn zoon [[Adriaan Francis Smits (1811-1879)|Adriaan Francis]], die een onderwijzersakte in de vierde rang bezat. Deze bevoegdheid was eigenlijk te laag voor de volwaardige opvolging van zijn vader aan de Liesselse school, die in 1837 was gepromoveerd tot tweede klas. Daarvoor was minstens een akte in de derde rang nodig. Niettemin keurde de schoolopziener zijn aanstelling als hulponderwijzer goed omdat hij wist dat Adriaan ''van een braaf, zedig en vlijtig gedrag is''.<ref>In zijn boek ''[[Kroniek van Liessel]]'' noemt mr. G.A. Engels de naam ''Andries'' voor de zoon die zijn vader opvolgde. In het gezin is echter geen Andries bekend.</ref> Er werden nog tevergeefs pogingen ondernomen om de bevoegdheid van Adriaan gewijzigd te krijgen in een derderangs.
Hendrik Smits werd de laatste jaren van zijn leven voor de klas geassisteerd door zijn zoon [[Adriaan Francis Smits (1811-1879)|Adriaan Francis]], die een onderwijzersakte in de vierde rang bezat. Deze bevoegdheid was eigenlijk te laag voor de volwaardige opvolging van zijn vader aan de Liesselse school, die in 1837 was gepromoveerd tot tweede klas. Daarvoor was minstens een akte in de derde rang nodig. Niettemin keurde de schoolopziener zijn aanstelling als hulponderwijzer goed omdat hij wist dat Adriaan ''van een braaf, zedig en vlijtig gedrag is''.<ref>In zijn boek ''[[Kroniek van Liessel]]'' noemt mr. G.A. Engels de naam ''Andries'' voor de zoon die zijn vader opvolgde. In het gezin is echter geen Andries bekend.</ref> Er werden nog tevergeefs pogingen ondernomen om de bevoegdheid van Adriaan gewijzigd te krijgen in een derderangs.
Regel 73: Regel 71:
In zijn periode groeide het aantal leerlingen op school ongeveer honderd in 1867. Behalve het gewone dagelijkse onderwijs verzorgde Van Nunen ook avondonderwijs. Waren en in de winter van 1861 nog twaalf leerlingen die daarvan gebruik maakten, twee jaar later was het aantal gedaald tot twee.
In zijn periode groeide het aantal leerlingen op school ongeveer honderd in 1867. Behalve het gewone dagelijkse onderwijs verzorgde Van Nunen ook avondonderwijs. Waren en in de winter van 1861 nog twaalf leerlingen die daarvan gebruik maakten, twee jaar later was het aantal gedaald tot twee.


Het uit 1735 daterend schooltje was na enkele restauraties dringend aan vervanging toe. In 1876 werd een nieuwe openbare school gebouwd, de oorspronkelijke behuizing van [[Basisschool d'Esdoorn|d'Esdoorn]] op het latere adres [[Hoofdstraat 54]].  
Het uit 1735 daterend schooltje was na enkele restauraties dringend aan vervanging toe. In 1876 werd een nieuwe openbare school gebouwd, de oorspronkelijke behuizing van [[d'Esdoorn]] op het latere adres [[Hoofdstraat 54]]. Het metsel- en stukadoorswerk werd geleverd door [[Andries Lutters (1845-1926)|Andries Lutters]] en [[Johannes van de Mortel (1829-1887)|Johan van de Mortel]] en [[Eimericus Hubertus Goossens (1836-1904)|Eimericus Goossens]] ([[Het Man]]) verzorgden het timmerwerk.


Van Nunen bleef er tot aan zijn pensioen per 1 mei 1899 werken. Hij werd als hoofd der school opgevolgd door [[Johannes Roefs (1863-1919)|Johannes Roefs]].
Van Nunen bleef er tot aan zijn pensioen per 1 mei 1899 werken. Hij werd als hoofd der school opgevolgd door [[Johannes Roefs (1863-1919)|Johannes Roefs]].
Regel 80: Regel 78:
Per  1 mei 1880 werd de net afgestudeerde onderwijzer [[Hendrik Ouwerling]] aangesteld als hulponderwijzer in Liessel. Hij bleef hier slechts twee jaar. In 1882 werd hij aangesteld als onderwijzer aan de [[openbare school van Deurne]].
Per  1 mei 1880 werd de net afgestudeerde onderwijzer [[Hendrik Ouwerling]] aangesteld als hulponderwijzer in Liessel. Hij bleef hier slechts twee jaar. In 1882 werd hij aangesteld als onderwijzer aan de [[openbare school van Deurne]].


==Antonius van Eugen==
==Antonius van Engen==
Van 1 september 1888 tot 1 april 1891 was [[Antonius Cornelis Alphonsus Maria van Eugen (1870)]] onderwijzer in Liessel. Hij was in de kost bij hoofdmeester Van Nunen.
Van 1 september 1888 tot 1 april 1891 was Antonius Cornelis Alphonsis Maria van Engen onderwijzer in Liessel. Hij was in de kost bij hoofdmeester Van Nunen.


==Jacob Wilhelm van Helden==
==Jacob Wilhelm van Helden==
Van Engen werd per 1 juni 1891 opgevolgd door meester [[Jacob Wilhelm van Helden (1872-1930)|Jacob Wilhelm van Helden]]. Tot 1 mei 1902 gaf hij als hulponderwijzer les in Liessel. Vervolgens ging hij in Asten werken. Op 1 juli 1919 keerde hij terug naar Liessel als opvolger van bovenmeester Johannes Roefs. Ook gaf hij land- en tuinbouw- en pluimveeteeltcursussen. Als deskundige op het gebied van bijenteelt bracht hij de Liesselse imkers ook veel kennis bij.
Van Engen werd per 1 juni 1891 opgevolgd door meester [[Jacob Wilhelm van Helden (1872-1930)|Jacob Wilhelm van Helden]]. Tot 1 mei 1902 gaf hij als hulponderwijzer les in Liessel. Vervolgens ging hij in Asten werken. Op 1 juli 1919 keerde hij terug naar Liessel als opvolger van bovenmeester Johannes Roefs. In 1927 moest hij om gezondheidsredenen zijn taak neerleggen. Hij vertrok met zijn gezin naar Bakel waar hij kort daarop overleed.
 
In 1920 werd zijn school aangesloten op het elektriciteitsnet.
 
In 1927 moest hij om gezondheidsredenen zijn taak neerleggen. Hij vertrok met zijn gezin naar Bakel waar hij kort daarop overleed. Met het vertrek van meester Van Helden kwam ook een eind aan het openbare onderwijs in Liessel. Per ingang van 1 januari 1928 werd de openbare school omgezet in een afzonderlijke rooms-katholieke bijzondere jongensschool en [[Maria Gorettischool in Liessel|meisjesschool]].


==Johannes Roefs==  
==Johannes Roefs==  
Op 1 mei 1899 werd [[Johannes Roefs (1863-1919)|Johannes Roefs]] de opvolger van meester Van Nunen. Twee jaar later werd er voor hem in opdracht van de gemeente door aannemer [[Theodorus de Bijl (1875-1967)|Theodorus de Bijl]] voor 5.610 gulden de nog steeds bestaande nieuwe ambtswoning aan het tegenwoordige adres [[Hoofdstraat 56]] gebouwd. De leerlingenaantallen groeiden in die jaren sterk in verband met de invoering van de leerplicht per 1 januari 1901.  
Op 1 mei 1899 werd [[Johannes Roefs (1863-1919)|Johannes Roefs]] de opvolger van meester Van Nunen. Twee jaar later werd er voor hem in opdracht van de gemeente door aannemer [[Theodorus de Bijl (1875-1967)|Theodorus de Bijl]] voor 5.610 gulden de nog steeds bestaande nieuwe ambtswoning aan het tegenwoordige adres [[Hoofdstraat 56]] gebouwd.  


==Hendrik Antonius Wilhelmus Surig==
==Leonardus Jacobus van Lierop==
De in Amsterdam geboren onderwijzer [[Hendrik Antonius Wilhelmus Surig (1867-1927)]] verving op 1 december 1894 de naar Asten vertrokken hulponderwijzer Van Helden. Aanvankelijk woonde hij, evenals zijn voorganger Van Helden, in bij Helena Huberta van Hombergh, een ongehuwd gebleven dochter van de Liesselse landbouwer-bakker [[Johannes van Hombergh (1812-1886)|Johannes van Hombergh]]. Na zijn huwelijk in 1896 vestigde hij zich op het adres Liessel C.60, later gewijzigd in C.81. Op 29 april 1902 vertrok hij met zijn gezin vanuit Liessel naar Loon op Zand. Hij werd in Liessel opgevolgd door de nieuwe schoolmeesters Peter Christiaan Goevaers en Hendrik Nienhuis. Ook zij woonden in bij Helena van Hombergh.
[[Leonardus Jacobus van Lierop (1878-1948)|Leonardus Jacobus van Lierop]] was voor zijn komst op 1 februari 1904 naar Liessel onderwijzer in [[Helenaveen]]. Hij maakte de overgang naar het bijzonder onderwijs in Liessel mee en werkte nog tien jaar in het katholieke onderwijs voordat hij op 20 april 1938 met pensioen ging.


==Peter Christiaan Goevaers==
Met het vertrek van meester Van Helden kwam ook een eind aan het openbare onderwijs in Liessel. Per ingang van 1 januari 1928 werd de openbare school omgezet in een rooms-katholieke bijzondere school.
Op 1 juli 1902 nam [[Peter Christiaan Goevaers (1878-1947)]] de plaats in van meester Surig. Op 24 november 1903 vestigde hij zich vanuit Roggel in Liessel. Hij vertrok in december 1918 van Liessel naar Borkel en Schaft waar hij hoofd der school werd.


==Hendrik Johannes Nienhuis==
Tegelijk met meester Goevaers kwam ook Hendrikus Johannes Nienhuis, geboren te Winterwijk op 18 december 1881, naar Liessel. In februari 1904 vertrok hij naar Lichtenvoorde.
==Leonardus Jacobus van Lierop==
[[Leonardus Jacobus van Lierop (1878-1948)|Leonardus Jacobus van Lierop]] was voor zijn komst op 1 februari 1904 naar Liessel onderwijzer in [[Helenaveen]]. Hij maakte de overgang naar het bijzonder onderwijs in Liessel mee en werkte nog tien jaar in het katholieke onderwijs voordat hij op 20 april 1938 met pensioen ging.


{{Appendix}}
{{Appendix}}
[[categorie:onderwijs]]
[[categorie:onderwijs]]
Al uw bijdragen aan DeurneWiki kunnen bewerkt, gewijzigd of verwijderd worden door andere gebruikers. Als u niet wilt dat uw teksten rigoureus aangepast worden door anderen, plaats ze hier dan niet.
U belooft ook dat u de oorspronkelijke auteur bent van dit materiaal of dat u het hebt gekopieerd uit een bron in het publieke domein of een soortgelijke vrije bron (zie DeurneWiki:Auteursrechten voor details). Gebruik geen materiaal dat beschermd wordt door auteursrecht, tenzij u daarvoor toestemming hebt!

Om de wiki te beschermen tegen geautomatiseerde bewerkingsspam vragen wij u vriendelijk de volgende CAPTCHA op te lossen:

Annuleren Hulp bij bewerken (opent in een nieuw venster)

Op deze pagina gebruikte sjablonen: