U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Ontginningsrapport van 1919

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Het ontginningsrapport van 1919 werd samengesteld door de Grondverbetering en Ontginning Maatschappij, kortweg de Grondmij, te Utrecht onder directie van L. van Heugten in opdracht van de gemeente Deurne en Liessel.


De volledige titel van het rapport luidt als volgt:

Rapport behoorende bij het plan van ontginning en verbetering van terreinen, gelegen onder en toebehoorende aan de Gemeente Deurne; volgens het onderzoek en de opmetingen gedaan door de Grondverbetering en Ontginning — Maatschappij te Utrecht in 1919.

Het 121 bladzijden tellende rapport was vooral geënt op het rond dezelfde tijd verschenen rapport Voorloopig rapport omtrent de afwatering en de kanalisatie van de Peel van de gebroeders Max en Paul Bongaerts. Dit zogenaamde Plan Bongaerts werd echter nooit gerealiseerd. In het rapport worden gedetailleerd alle kunstwerken, zowel wegen als waterwegen, beschreven. Er worden adviezen gegeven over de aanleg van wegen en waterwegen, de beplanting van de wegen en de bemesting van de te ontginnen gronden. Ook worden er berekeningen van de te maken kosten gegeven.

Bij het rapport horen de volgende kaarten:

  1. Een situatiekaart ten noorden van de spoorlijn.
  2. Een situatiekaart ten zuiden van de spoorlijn.
  3. Twee kaarten met grondtypen ten noorden van de spoorlijn.
  4. Acht kaarten met grondtypen ten zuiden van de spoorlijn.
  5. Twee stel complete op linnen geplakte grondtypekaarten, in zakformaat gevouwen.
  6. Een kaart met een verkavelingsplan ten noorden van de spoorlijn.
  7. Een kaart met een verkavelingsplan ten zuiden van de spoorlijn.
  8. Tien stuks grondtypeboeken, horend bij de grondtypekaarten.
  9. Een situatiekaart van de belangrijkste waterleidingen met lengte- en dwarsprofielen.

Het rapport bevat onder meer de volgende conclusies:

  1. De gemeente moet de vergraving van zwarte turf met alle kracht bevorderen.
  2. De gemeente de exploitatie van de landbouw zo min mogelijk zelf ter hand nemen.
  3. De landbouwgronden moeten door de gemeente worden verkocht of verpacht aan de boeren.
  4. Jaarlijks moet niet meer ontgonnen dan voor de vraag naar landbouwgrond nodig is.
  5. Bij de aanleg van wegen en waterlossingen moet de gemeente voorzichtig te werk gaan en zich richten naar het plan Bongaerts.
  6. De ontginning moet steeds planmatig gebeuren, vooral ten aanzien van de bezanding en de aanleg van wegen en waterlossingen.

Het complete rapport bevindt zich in het gemeentearchief.[1] De tekst van het rapport is (ook digitaal) raadpleegbaar in de bibliotheek van het heemhuis.

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Het gemeentearchief bevindt zich in het Regionaal Historisch Centrum Eindhoven (RHCe) onder toegang 13180. Het rapport met de bijhorende kaarten bevindt zich onder inventarisnummer 98/39.