U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Onderzoek naar de woningtoestanden in de Gemeente Deurne c.a.

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Onderzoek naar de woningtoestanden in de Gemeente Deurne c.a.
Onderzoek naar de woningtoestanden LR.jpg
Auteur J.B. Kam
Genre rapport
Uitgever Gezondheidscommissie
Uitgegeven 1904
Pagina's 20
Locatie hkk 11.C.01
Portaal  Portaalicoon   Literatuur

Onderzoek naar de woningtoestanden in de Gemeente Deurne c.a. was de titel van een rapport dat in 1904 werd samengesteld in opdracht van de Gezondheidscommissie en werd geschreven door J.B. Kam.


Het rapport werd vastgesteld in de vergadering van de Gezondheidscommissie van 11 november 1904.

Er werden 242 huurwoningen in de gemeente onderzocht.

De volgende conclusies werden in het rapport getrokken:

  • De ligging van de woningen is gunstig.
  • De verhouding tussen één- en tweekamerwoningen is gunstig.
  • De hoogte van de vertrekken en de daarmee samenhangende overbevolking van de slaapruimten is ongunstig.
  • De verlichting van de woningen is zeer ongunstig.
  • Een uitgebreid onderzoek naar de kwaliteit van het drinkwater, waarvan vermoed wordt dat die dikwijls slecht is, is gewenst.
  • Het is gewenst dat de gemeente enkele Nortonputten laat slaan, vooral daar waar de bewoners zijn aangewezen op kanaalwater.
  • Het is zeer gewenst dat in de nieuwe bouwverordening duidelijke bepalingen staan met betrekking tot de nieuw te stichten en al bestaande privaten en dat er streng gehandhaafd wordt.
  • Enige bouwvallige woningen moeten worden afgebroken en van een aantal andere slechte woningen moet met de eigenaar voor verbetering in overleg worden.
  • Het is zeer gewenst dat door de gemeente een aantal blokken arbeiderswoningen gebouwd wordt, die voldoen aan de hygiënische eisen. Met het oog op de huurprijzen die in Deurne betaald worden is hier geen ruimte voor particulier initiatief.

Ten aanzien van laatstgenoemd punt stelde de rapporteur ook nog: Hiertoe kan des te gemakkelijker worden overgegaan, omdat de staat der geldmiddelen van de gemeente hiertegen nooit eenig bezwaar kan opleveren.

Het rapport is ter inzage in de bibliotheek van de heemkundekring

In de periode 1894-1904 was de gemiddelde sterfte van kinderen in het eerste levensjaar 1,8 per 100.

Van de onderzochte huurwoningen had 70 procent maar een of twee kamers. 75 procent van de huurders betaalde een wekelijkse huurprijs tussen 30 en 80 cent.

Het rapport bevat veel interessante informatie over de leefomstandigheden in Deurne rond 1900. Met betrekking tot de privaten meldde de rapporteur bijvoorbeeld het volgende:

De inrichting der privaten is echter in zeer veel gevallen allertreurigst. Voor de buitenprivaten wordt soms gebruik gemaakt van een paar bossen stroo, die schuin tegen elkander gezet een ton met een plankje overhuiven, terwijl de privaten in den stal op dezelfde eenvoudige wijze zijn samengesteld, maar dan zonder eenige bedekking of afschieting. Het is meestal aan de huurders zelf overgelaten, voor deze inrichtingen zorg te dragen en het zal nog geruimen tijd duren, eer de meening algemeen ingang gevonden heeft, dat de huiseigenaar ook nog voor een behoorlijk privaat bij iedere woning te zorgen heeft. Allerlei min of meer gebrekkige tonnen moeten verder dienen om de faecaliën op te vangen en te bewaren. Een behoorlijk waterdichte afgesloten put komt zoo goed als niet voor. In nog geen 4 procent van de gevallen was een geheel onvoldoende steenen put aanwezig; in 87 procent van de gevallen werd een oude ton gebruikt; in een geval zelfs een oude pakkist; tweemaal was er een gaatje in den grond gestoken en in 9 gevallen deed een oude ijzeren ketel of een oude emmer dienst. Dat deze bewaarplaatsen meer overeenkomst hebben met een zeef dan met een waterdicht gesloten vat is duidelijk. Het spreekt ook wel van zelf, dat deze privaten slechts hoogst zelden door een deur zijn afgesloten. Dat kwam slechts bij 4,5 procent voor.