Bewerken van Museum Het Dinghuis
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 22: | Regel 22: | ||
De buitenstenen werden vernieuwd, maar mochten uiterlijk niet van de oorspronkelijke te onderscheiden zijn. Opmerkelijk was dat het geheel werd opgetrokken in de zogenaamde ''zwarte baksteen,'' die niet meer werd gebruikt. | De buitenstenen werden vernieuwd, maar mochten uiterlijk niet van de oorspronkelijke te onderscheiden zijn. Opmerkelijk was dat het geheel werd opgetrokken in de zogenaamde ''zwarte baksteen,'' die niet meer werd gebruikt. | ||
De plannen ter restauratie van het Dinghuis waren al tamelijk oud. In de directiekeet hing een tekening, die in 1947 werd gemaakt. De heer Mertens uit Deurne, uitvoerder in dienst van de aannemersfirma van de Breemaat en Zn. uit Oirschot, | De plannen ter restauratie van het Dinghuis waren al tamelijk oud. In de directiekeet hing een tekening, die in 1947 werd gemaakt. | ||
De heer Mertens uit Deurne, uitvoerder in dienst van de aannemersfirma van de Breemaat en Zn. uit Oirschot, zei dat het gebouw de voorafgaande jaren veel had geleden door leegstand en gebrek aan onderhoud. | |||
Na de verbouwing bleef het gebouw zijn oude identiteit behouden. Voor de voordeur werd een ouderwetse stoep van kinderkopjes gelegd. | Na de verbouwing bleef het gebouw zijn oude identiteit behouden. Voor de voordeur werd een ouderwetse stoep van kinderkopjes gelegd. | ||
Het pand werd in 1965 in gebruik genomen als gemeentemuseum onder de naam ''Museum Het Dinghuis''. Daarin werd de kunst, verzameld door [[ | Het pand werd in 1965 in gebruik genomen als gemeentemuseum onder de naam ''Museum Het Dinghuis''. Daarin werd de kunst, verzameld door [[Hendrik Wiegersma]], tentoongesteld. Zijn zoon [[Pieter Wiegersma]] was oprichter en artistiek directeur. [[Herman Jozef Maria Philippus Allard (1913-1986)|Herman Allard]] werd conservator, een functie die hij tot en met 1974 vervulde. | ||
==Vijf jaar museum Dinghuis== | ==Vijf jaar museum Dinghuis== | ||
In korte tijd kreeg deze culturele instelling een eigen gezicht. In weinig jaren verwierf dit kleine museum zich in een ruime kring heel wat trouwe vrienden. Het museum trok de eerste vijf jaar 36.788 bezoekers. De meeste bezoekers trokken de tentoonstelling van Hendrik Wiegersma's vermaarde volkskunstverzameling en die van werk van Zadkine (telkens ruim 2500). | In korte tijd kreeg deze culturele instelling een eigen gezicht. In weinig jaren verwierf dit kleine museum zich in een ruime kring heel wat trouwe vrienden. Het museum trok de eerste vijf jaar 36.788 bezoekers. De meeste bezoekers trokken de tentoonstelling van Hendrik Wiegersma's vermaarde volkskunstverzameling en die van werk van Zadkine (telkens ruim 2500). | ||
De Wiegersma-tentoonstellingen ''Man en Vrouw'' en ''Hendrik Wiegersma 1891-1969'' trokken allebei ruim 2000 bezoekers. De tentoonstelling [[ | De Wiegersma-tentoonstellingen ''Man en Vrouw'' en ''Hendrik Wiegersma 1891-1969'' trokken allebei ruim 2000 bezoekers. De tentoonstelling [[Otto van Rees]] werd minder druk bezocht maar toch nog met ruim 1500 bezoekers. Het museum kreeg veel bezoekers uit het buitenland. In het gastenboek van conservator Herman Allard werden handtekeningen gezet van bezoekers uit alle vijf werelddelen. Vooral afkomstig uit Australië, Nieuw-Zeeland en de Verenigde Staten van Amerika zou dit te maken kunnen hebben met de [[Deurnese emigranten|emigratie]]. | ||
De Nederlandse bezoekers kwamen uit alle delen van ’t land. Kunstvrienden uit Amsterdam, Den Haag en Utrecht kwamen geregeld naar de tentoonstellingen en opvallend veel bezoekers kwamen er uit Nijmegen en omstreken. | De Nederlandse bezoekers kwamen uit alle delen van ’t land. Kunstvrienden uit Amsterdam, Den Haag en Utrecht kwamen geregeld naar de tentoonstellingen en opvallend veel bezoekers kwamen er uit Nijmegen en omstreken. | ||
Regel 43: | Regel 45: | ||
De zevende tentoonstelling, waarmee het museum Dinghuis feitelijk zijn eerste lustrum vierde gaf een alleszins boeiend overzicht van de Nederlandse kunst uit de periode 1920-1940, die in hoofdzaak in het teken stond van het expressionisme. | De zevende tentoonstelling, waarmee het museum Dinghuis feitelijk zijn eerste lustrum vierde gaf een alleszins boeiend overzicht van de Nederlandse kunst uit de periode 1920-1940, die in hoofdzaak in het teken stond van het expressionisme. | ||
Ze bestonden uit werken uit de eigen collectie en de collectie Wiegersma alsmede uit in bruikleen gegeven kunstwerken. De bruikleengevers waren afkomstig uit de collectie van Pieter Wiegersma en [[kunsthandel Tjerk Wiegersma]]. | Ze bestonden uit werken uit de eigen collectie en de collectie Wiegersma alsmede uit in bruikleen gegeven kunstwerken. De bruikleengevers waren afkomstig uit de collectie van [[Pieter Wiegersma]] en [[kunsthandel Tjerk Wiegersma]]. | ||
Vrijwel alle prominenten van het Nederlandse expressionisme waren vertegenwoordigd maar er was ook werk te zien van minder bekenden zoals Harrie Kuijten, Gerard Hordijk, Dirk Filarski en Tinus van Doorn en vele anderen zoals van Mathieu Wiegman een met krijt getekend portret van Hendrik Wiegersma. | Vrijwel alle prominenten van het Nederlandse expressionisme waren vertegenwoordigd maar er was ook werk te zien van minder bekenden zoals Harrie Kuijten, Gerard Hordijk, Dirk Filarski en Tinus van Doorn en vele anderen zoals van Mathieu Wiegman een met krijt getekend portret van Hendrik Wiegersma. | ||
Regel 82: | Regel 84: | ||
Met de opening van [[gemeentemuseum De Wieger]] op 6 augustus 1976 kwam definitief een einde aan gemeentemuseum Dinghuis. | Met de opening van [[gemeentemuseum De Wieger]] op 6 augustus 1976 kwam definitief een einde aan gemeentemuseum Dinghuis. | ||
[[Categorie:Museum]] | [[Categorie:Museum]] |