U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Mathijs van Veldhoven (1859): verschil tussen versies

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 22: Regel 22:
== Detentie 1878-1888 ==
== Detentie 1878-1888 ==


Op 14 november 1878 werd hij door het Gerechtshof in 's-Hertogenbosch veroordeeld tot 10 jaar tuchthuisstraf, wegens ''feitelijkheid tegen de eerbaarheid van drie meisjes beneden de volle 15 jaren oud met geweld uitgevoerd'', op 18 augustus 1878 in Beegden en op 20 augustus 1878 in Leveroij. De slachtoffers waren Johanna Hubertina van Ratingen (Horn 16 februari 1866 - 27 juli 1939 <ref>Indexen vermelden zowel akten in de gemeente Baexem als de gemeente Herten; waar het overlijden plaatsvond, is uit de indexen niet op te maken. Zij huwde op 26 januari 1891 in Horn met Johannes Leonardus Zeuren, en kreeg met hem in 1891 een zoon.</ref>), Maria Geertrudis (Gertrudis) Smeets (Nederweert 30 oktober 1868 - Weert 23 december 1887 <ref>Zij stierf ongehuwd op 19-jarige leeftijd. Van de drie slachtoffers was zij het zwaarst gewond geraakt.</ref>) en Maria Wilhelmina (Mina) Mooren (Nederweert 24 juli 1867 - Maarheeze 1 oktober 1953 <ref>Zij huwde in 1905 op 37-jarige leeftijd in Weert met Lambertus Langers. Eerder had zij al de kinderen Maria Gertrudis (1895) en Maria Elisabeth (1901-1901) gekregen. Uit het huwelijk werden tussen 1906 en 1915 nog minimaal vijf kinderen geboren. Haar oudste dochter lijkt naar haar overleden vriendin te zijn genoemd.</ref>). Hij werd vergezeld door zijn kameraad Peter Vossen.
Op 14 november 1878 werd hij door het Gerechtshof in 's-Hertogenbosch veroordeeld tot 10 jaar tuchthuisstraf, wegens ''feitelijkheid tegen de eerbaarheid van drie meisjes beneden de volle 15 jaren oud met geweld uitgevoerd'', op 18 augustus 1878 in Beegden en op 20 augustus 1878 in Leveroij. De slachtoffers waren Johanna Hubertina van Ratingen (Horn 16 februari 1866 - 27 juli 1939 <ref>Indexen vermelden zowel akten in de gemeente Baexem als de gemeente Herten; waar het overlijden plaatsvond, is uit de indexen niet op te maken. Zij huwde op 26 januari 1891 in Horn met Johannes Leonardus Zeuren, en kreeg met hem in 1891 een zoon.</ref>), Maria Geertrudis (Gertrudis) Smeets (Nederweert 30 oktober 1868 - Weert 23 december 1887 <ref>Zij stierf ongehuwd op 19-jarige leeftijd. Van de drie slachtoffers was zij het zwaarst gewond geraakt.</ref>) en Maria Wilhelmina (Mina) Mooren (Nederweert 24 juli 1867 - Maarheeze 1 oktober 1953 <ref>Zij huwde in 1905 op 37-jarige leeftijd in Weert met Lambertus Langers. Eerder had zij al de kinderen Maria Gertrudis (1895) en Maria Elisabeth (1901-1901) gekregen. Uit het huwelijk werden tussen 1906 en 1915 nog minimaal vijf kinderen geboren. Haar oudste dochter werd naar haar moeder, maar wellicht ook naar haar overleden vriendin genoemd.</ref>). Hij werd vergezeld door zijn kameraad Peter Vossen.


Tevens had hij op 19 augustus 1878 diefstal van een dubbelloops pistool en een kussensloop gepleegd uit het huis van zijn voormalige ''meester'' Wijnand Suijlen in Beegden (waar hij sinds 22 mei in dienst was), en tweemaal moedwillig verwondingen toegebracht aan de twee jongste van de hiervoor genoemde meisjes. Hij was eerder al wegens bedelarij tot 1 maand celstraf veroordeeld geweest. Op 14 november 1888 werd hij uit de strafgevangenis van Leeuwarden ontslagen. Ter ontvangst van zijn uitgaanskas wilde hij zich naar Wageningen begeven.<ref>Geheim register van ontslagen gevangenenen, BHIC.nl</ref> Ten aanzien van zijn tijd in de gevangenis is bekend dat zijn gedrag er goed was, maar hij ''sluw en valsch'' genoemd werd. Hij was als kleermaker werkzaam, en kon schrijven. Zijn signalement was 1,50 meter lengte en ''haar en wenkbrauwen bruin, voorhoofd smal, oogen blauw, neus gewoon, mond klein, kin rond, baard zonder, aangezicht ovaal, kleur gezond''. Op 5 oktober 1881 werd hij door het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch veroordeeld tot wederspannigheid tegen personen bekleef met overheidsgezag, mogelijk tijdens zijn detentie.
Tevens had hij op 19 augustus 1878 diefstal van een dubbelloops pistool en een kussensloop gepleegd uit het huis van zijn voormalige ''meester'' Wijnand Suijlen in Beegden (waar hij sinds 22 mei in dienst was), en tweemaal moedwillig verwondingen toegebracht aan de twee jongste van de hiervoor genoemde meisjes. Hij was eerder al wegens bedelarij tot 1 maand celstraf veroordeeld geweest. Op 14 november 1888 werd hij uit de strafgevangenis van Leeuwarden ontslagen. Ter ontvangst van zijn uitgaanskas wilde hij zich naar Wageningen begeven.<ref>Geheim register van ontslagen gevangenenen, BHIC.nl</ref> Ten aanzien van zijn tijd in de gevangenis is bekend dat zijn gedrag er goed was, maar hij ''sluw en valsch'' genoemd werd. Hij was als kleermaker werkzaam, en kon schrijven. Zijn signalement was 1,50 meter lengte en ''haar en wenkbrauwen bruin, voorhoofd smal, oogen blauw, neus gewoon, mond klein, kin rond, baard zonder, aangezicht ovaal, kleur gezond''. Op 5 oktober 1881 werd hij door het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch veroordeeld tot wederspannigheid tegen personen bekleef met overheidsgezag, mogelijk tijdens zijn detentie.

Versie van 7 jan 2022 10:20

Mathijs van Veldhoven
Ontslagen gevangene Mathijs van Veldhoven (1888)
Persoonsinformatie
Volledige naam Mathijs van Veldhoven
Geboorteplaats Deurne en Liessel
Geboortedatum 9 augustus 1859
Beroep(en) schaapsherder, arbeider, kleermaker

Mathijs van Veldhoven (1859) was een arbeider, kleermaker, schaapsherder en veroordeeld persoon uit Deurne.


Mathijs werd geboren als zoon van Peter Mathijs van Veldhoven (Nederweert 1831 - 1887 Zutphen), polderwerker, en Petronella Ketelaars (Weert ca 1822 - 1861 Deurne en Liessel).

Zijn familie vertrok na de dood van moeder uit Deurne. Op 4 december 1876 werd hij opnieuw ingeschreven in het bevolkingsregister van Deurne en Liessel, dit keer als schaapsherder op Heitrak C.154 n.K. Hij kwam toen vanuit Nederweert. Krachtens Koninklijk Besluit van 20 juli 1879 in Staatsblad 144 (de volkstelling van 1879) werd zijn inschrijving doorgehaald.[1]

Detentie 1878-1888

Op 14 november 1878 werd hij door het Gerechtshof in 's-Hertogenbosch veroordeeld tot 10 jaar tuchthuisstraf, wegens feitelijkheid tegen de eerbaarheid van drie meisjes beneden de volle 15 jaren oud met geweld uitgevoerd, op 18 augustus 1878 in Beegden en op 20 augustus 1878 in Leveroij. De slachtoffers waren Johanna Hubertina van Ratingen (Horn 16 februari 1866 - 27 juli 1939 [2]), Maria Geertrudis (Gertrudis) Smeets (Nederweert 30 oktober 1868 - Weert 23 december 1887 [3]) en Maria Wilhelmina (Mina) Mooren (Nederweert 24 juli 1867 - Maarheeze 1 oktober 1953 [4]). Hij werd vergezeld door zijn kameraad Peter Vossen.

Tevens had hij op 19 augustus 1878 diefstal van een dubbelloops pistool en een kussensloop gepleegd uit het huis van zijn voormalige meester Wijnand Suijlen in Beegden (waar hij sinds 22 mei in dienst was), en tweemaal moedwillig verwondingen toegebracht aan de twee jongste van de hiervoor genoemde meisjes. Hij was eerder al wegens bedelarij tot 1 maand celstraf veroordeeld geweest. Op 14 november 1888 werd hij uit de strafgevangenis van Leeuwarden ontslagen. Ter ontvangst van zijn uitgaanskas wilde hij zich naar Wageningen begeven.[5] Ten aanzien van zijn tijd in de gevangenis is bekend dat zijn gedrag er goed was, maar hij sluw en valsch genoemd werd. Hij was als kleermaker werkzaam, en kon schrijven. Zijn signalement was 1,50 meter lengte en haar en wenkbrauwen bruin, voorhoofd smal, oogen blauw, neus gewoon, mond klein, kin rond, baard zonder, aangezicht ovaal, kleur gezond. Op 5 oktober 1881 werd hij door het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch veroordeeld tot wederspannigheid tegen personen bekleef met overheidsgezag, mogelijk tijdens zijn detentie.

Detentie 1889-1890

Na ontslag uit de strafgevangenis in 1888 keerde hij terug naar het ouderlijk gezin; zijn vader woonde met zijn tweede vrouw sinds 1886 in Zutphen, en was het jaar voor Mathijs' ontslag overleden. Daar werd Mathijs afgeschreven bij de volkstelling van 1889; hij woonde er kennelijk niet meer. Op 22 januari 1889 was hij namelijk wegens landloperij door de rechtbank in 's-Hertogenbosch veroordeeld. Hij zat van 26 januari tot 3 februari 1889 in de gevangenis in 's-Hertogenbosch. Op 27 juni 1889 volgde opnieuw een veroordeling voor landloperij, nu door de Arrondissementsrechtbank van Breda vanwege een feit op 23 juni in Zundert. Hij werd met een mede-dader veroordeeld tot 12 dagen hechtenis en negen maanden plaatsing in een Rijkswerkinrichting.

Op 13 juli begon zijn detentie formeel, en op 15 juli 1889 werd hij in de RWI Ommerschans geplaatst. Tussentijds, op 27 augustus 1889, werd hij opnieuw veroordeeld, nu wegens ontvluchting van die Rijkswerkinrichting Ommerschans. Hij werd veroordeeld tot 6 maanden en 3 dagen en werd overgeplaatst naar de RWI in Hoorn. Op 9 april 1890 kwam hij daaruit vrij.

Detentie vanaf 1891

In 1889 en 1891 noemde hij zich Peter Mathijs van Veldhoven, in laatstgenoemd jaar gebruikte hij 9 november 1858 als geboortedatum, iets wat we in het Deurnes bevolkingsregister in 1876 ook al zagen. Hij was toen werkzaam als kleermaker, en zwervende.

Kennelijk zat Van Veldhoven na zijn vrijlating in 1890 ook nog in Veenhuizen, want op 20 juli 1891 kwam hij vanuit het gesticht Veenhuizen III [6] in de gemeente Norg naar Amsterdam. Daar verbleef hij op Sint-Pieterssteeg 15.[7] Hij werd op 5 augustus 1891 aangehouden wegens landloperij, en door een vonnis van de Rechtbank 's-Hertogenbosch van 25 augustus 1891 tot 12 dagen hechtenis en 3 jaar opzending op 29 augustus d.a.v. vrijgelaten. Het signalement luidde toen: 1,49 meter lengte, blond haar en wenkbrauwen, hoog voorhoofd, blauwe ogen, gewone neus en mond, ronde kin, blonde baard, ovaal aangezicht en gezonde kleur. Bijzondere teekenen: dunharig. Op 29 augustus werd hij direct weer aangehouden, en op 10 september 1891 vertrok hij vanuit 's-Hertogenbosch naar Veenhuizen voor zijn 3 jaar opzending.

Op 10 september 1891 kwam Peter Mathijs van Veldhoven, geboren op 9 november 1858 te Deurne [8], aan in gesticht Veenhuizen I. Op 21 november 1892 ontvluchtte hij Veenhuizen, en kwam op 12 januari 1893 weer terug. Op 14 augustus 1893 ontvluchtte hij Veenhuizen andermaal. Eigenlijk zou zijn tijd er op 10 september 1894 opzitten, maar door het ontvluchten moest hij 52 dagen inhalen en kwam hij pas op 1 november 1894 vrij.

Waar Mathijs van Veldhoven na 1894 bleef, is helaas nog niet bekend.

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Bevolkingsregister Deurne 1860-1880
  2. Indexen vermelden zowel akten in de gemeente Baexem als de gemeente Herten; waar het overlijden plaatsvond, is uit de indexen niet op te maken. Zij huwde op 26 januari 1891 in Horn met Johannes Leonardus Zeuren, en kreeg met hem in 1891 een zoon.
  3. Zij stierf ongehuwd op 19-jarige leeftijd. Van de drie slachtoffers was zij het zwaarst gewond geraakt.
  4. Zij huwde in 1905 op 37-jarige leeftijd in Weert met Lambertus Langers. Eerder had zij al de kinderen Maria Gertrudis (1895) en Maria Elisabeth (1901-1901) gekregen. Uit het huwelijk werden tussen 1906 en 1915 nog minimaal vijf kinderen geboren. Haar oudste dochter werd naar haar moeder, maar wellicht ook naar haar overleden vriendin genoemd.
  5. Geheim register van ontslagen gevangenenen, BHIC.nl
  6. Veenhuizen III werd sinds 1884 gebruikt voor de huisvesting van bedelaars en landlopers, en in 1911 voor de eerste keer gesloten.
  7. Hij werd volgens het Amsterdamse bevolkingsregister op 23 maart 1895 ambtshalve afgeschreven.
  8. Kennelijk werkten zijn foutieve naam en geboortedatum nog steeds door in de administratie