Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Louis Caesteker
Louis (de) Caesteker (Caessteker) (waarschijnlijk 's-Hertogenbosch circa 1649 - Deurne 22 mei 1711) was schout van Deurne.
Gezin[bewerken | brontekst bewerken]
Louis Caesteker huwde (1) met Eva van Dalem (voor 1660 - circa 1689)
Uit het eerste huwelijk met Eva van Dalem werden geboren:
- Françosa Louisa, (circa 1681 - voor 1715). Zij huwde met de Deurnese predikant Johannes Rauwers
- Elisabeth Cornelia, (Deurne 4 juli 1685). Zij huwde met de Sonse predikant Herman Kuijpers.
Hij huwde (2) met Margaretha Broekhuizen (circa 1665 - Deurne 3 december 1737). Uit het tweede huwelijk werd geboren:
- Joannes Franciscus, (Helmond 14 januari 1691 - Deurne na oktober 1716). Hij bleef ongehuwd en was president-schepen te Deurne tussen 1713 en zijn voortijdige dood in 1716. Op 7 oktober 1716 maakte hij op zijn ziekbed een testament, waarin hij zijn goederen naliet aan de kinderen van zijn twee halfzussen.
Bestuurlijke carrière[bewerken | brontekst bewerken]
Louis Caesteker was een militair, en in die hoedanigheid luitenant van een regiment Walen. In 1682 werd hij als opvolger van Hendrick van Wintelroy aangesteld als schout van Deurne, welke functie hij bekleedde tot zijn dood in 1711. Hij combineerde deze functie met het secretarisambt. Louis woonde in het huis waar enkele decennia later Johannes Florentius Martinet (1729-1795) geboren werd.
Louis Caesteker was de laatste wiens lichaam, op 26 mei 1711, werd bijgezet in de grafkelder in Sint-Willibrorduskerk van Deurne. In 2004 werden vermoedelijk ook zijn stoffelijke resten bij archeologisch onderzoek in de kelder aangetroffen.
Louis Caesteker en vooral zijn dochter Françosa spelen een hoofdrol in de historische roman In de Generaliteitslanden van L.E.
Vernielingen
In het voorjaar van 1713 werden zowel bij de weduwe van de drossaard als bij koster La Forme meerdere keren 's nachts de ruiten ingegooid en naar binnen geschoten. Er werden zelfs premies van 63 en 25 gulden uitgeloofd voor degene die de schuldige(n) zou aanbrengen, maar de dader(s) werd(en) niet gevonden. Ook was bij plakkaat bepaald dat de benadeelden, zijnde luijden van de waare christelijke gereformeerde religie, door de gemeente geldelijk moesten worden vergoed. Op donderdag 16 november 1713 werden rond negen uur 's avonds enkele lindebomen, staande voor het huis van haar schoonzoon predikant Rauwers, beschadigd en vernield. Opnieuw werd een premie, deze keer van 100 gulden, uitgeloofd voor de aanbrenger(s) van de schuldige(n).[1]
Bronnen, noten en/of referenties
|
Voorganger: Hendrick van Wintelroy |
Schout van Deurne 1682-1710 |
Opvolger: Johan de Cassemajor |
Bronnen, noten en/of referenties |