Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Leonardus Koppens (1786-1830)
Leonardus Koppens | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Leonardus Koppens | |
Roepnaam | Leendert | |
Geboorteplaats | Erp | |
Doopdatum | 14 maart 1786 | |
Overl.plaats | Deurne | |
Overl.datum | 24 februari 1830 | |
Partner(s) | Wilhelma van Neerven (1801-1831) | |
Beroep(en) | landbouwer |
De Deurnese landbouwer Leonardus (Leendert Welt) Koppens (1786-1830) was een broer van Antonie Coppens, de stamvader van de Deurnese familie Koppens.
Omdat hij slechts één dochter had, gaf hij de familienaam Coppens/Koppens niet door maar hij werd wel de voorouder van veel Deurnenaren, met name uit de families Berkers, Van Dinther en Kuijpers.
Leonardus was het derde kind en de oudste zoon van Johannes Coppens (1754-1795) en Elisabetha Verhese (1755-1806).
Hij huwde op 11 november 1826 in Deurne met Wilhelma van Neerven, (Deurne 24 januari 1801 - Deurne 27 januari 1831), dochter van Joannes van Neerven (1761-1831) en Judoca (Josina) Verberne (1769-1805).
Uit dit huwelijk werd een dochter geboren:
- Francina, (Deurne 14 oktober 1827 - Deurne 15 maart 1873). Zij huwde met Wilhelmus van Dinther (1816-1893).
Toen hij overleed was zijn dochter tweeënhalf jaar. Zijn weduwe trok met het kind in bij haar 69-jarige vader Jan van Neerven.
Op 27 januari 1831 ging de weduwe van Leendert Koppens rond drie uur 's middags met een zak de Peel in om enkele turven te halen. Ofschoon ze de weg in de Peel goed kende, was ze tegen de avond nog niet thuis. Waarschijnlijk was ze door het slechte koude weer met aanhoudende zware sneeuwbuien de weg kwijtgeraakt. Haar vader Jan van Neerven ging hulp vragen bij zijn buren, de landbouwer Pieter Weerts, de smeden Martinus van Dooren en Pieter Aldenzee, de landbouwer Jan van de Heuvel en de wever Johannes Fransen. Samen trokken ze tegen half elf 's avonds de Peel in, op zoek naar Wilhelma. In de Warande, ongeveer een kwartier lopen vanaf de watermolen, vonden ze eerst de zak met daarin wat turven en ongeveer zes passen verderop troffen ze in een laagte het dode lichaam van Wilhelma aan, bijna helemaal bedekt met sneeuw. Ze namen het lichaam op en droegen het naar het huis van haar vader. De volgende dag constateerde dokter Rousseau bij de lijkschouwing dat zij van de vorst bevangen, ten gevolge van die plotseling gestorven is.[1]
Daarmee was het enig kind Francina, nog geen vier jaar oud, wees geworden. In datzelfde jaar 1831 overleed ook nog eens haar grootvader, die al weduwnaar was.
Op 26 oktober 1839 verschenen de volgende personen voor de vrederechter te Asten voor de benoeming van een voogd over de toen twaalfjarige Francina Koppens: Theodorus van den Akker uit Uden, een oom van vaderszijde, de smid Marten van Dooren uit Deurne, een neef van moederszijde die al eerder genoemd werd bij de vondst van het dode lichaam van haar moeder, de kleermaker Leonardus Vlerks uit Deurne, een neef van vaderszijde, en Antonius van Neerven uit Deurne, een oom van moederszijde. Laatstgenoemde werd tot voogd gekozen.[2] Mogelijk groeide zij ook op in zijn gezin.
Bronnen, noten en/of referenties |