U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Klassen der huizen in 1832

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Bij de invoering van het kadaster in 1832 werden de toen aanwezige huizen in tien verschillende klassen ingedeeld.

De letterlijke tekst ter verklaring van de verschillende klassen luidde als volgt:

De huizen worden verdeeld in tien klassen, naar gelang der verscheidenheden die men tusschen dezelve vindt. Zij worden over het algemeen door de eigenaren zelve bewoond, of met tot den landbouw dienende gebouwen en andere eigendommen verhuurd, veelal, op mondelinge voorwaarden of andere overeenkomsten, welke uit gebrek aan geloofwaardigen vorm niet tot grondslag der schatting dienen kan. Uit hoofde van de onnaauwkeurigheid der ingewonnen berigten van dien aard, heeft men dezelve moeten rangschikken, volgens de huurwaarde, welke daaraan naar mate hunner uitgestrektheid, inwendige inrigting, staat van onderhoud en voor- of nadeeligen stand, kan worden toegekend.

De eerste klasse bevat het kasteel van den Baron Jhr. de Smeth, zijnde in de nabijheid van de kom der gemeente gelegen en voorzien van ruime beneden- en bovenvertrekken, koetshuis, installingen, alles in vrij goede staat van onderhoud.

Onder de tweede en derde klasse vindt men de welingerigte burgerwoningen, van de noodige vertrekken voorzien, in goede staat van onderhoud, deels tot negotie of neringen ingerigt, waaronder eenige op eenen voordeeligen, anderen op minder gunstigen stand geplaatst zijn.

De vierde en vijfde klasse is zamengesteld uit minder ruime woningen der burgerklasse, deels bij neringdoende of ambachtslieden in gebruik, maar over het geheel vrij wel onderhouden.

Onder de zesde en zevende klasse vind men de beste en gewone boerehuizen, van de vereischte ruimte en inrichting voorzien, de laatste veelal slegt onderhouden.

De achtste en negende is zamengesteld uit kleine en bouwvallige boerewoningen en huisjes der dagloners, waarvan het grootste getal in slechten staat is.

De tiende klasse bevat de hutten in leem en stroo, met eene deur en venster, der armoede tot schuilplaats strekkende, waaronder veele bijna onbewoonbaar.