U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Kanaal van Deurne

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Versie door Theo V (overleg | bijdragen) op 22 dec 2013 om 20:16
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Kort nadat deze foto op 2 oktober 2009 genomen is werd hier de duiker in het verlengde van de Eikenlaan weggehaald.
De aanbesteding van de aanleg van het Deurnes Kanaal vond plaats op 26 september 1876.
Bron: Algemeen Handelsblad 30 september 1876

Ligging

Het Kanaal van Deurne is een 15 kilometer lang zijkanaal van de Noordervaart. Het kanaal begint in Limburg ten zuiden van Meijel en loop dan parallel aan de Helenavaart in noordelijke richting. Na 5 kilometer, na de grens met Noord-Brabant te zijn overgestoken, buigt de Helenavaart in noordoostelijke richting naar Helenaveen, terwijl het Kanaal van Deurne in noordwestelijke richting loopt, langs de natuurgebieden Heitrakse Peel,'t Molentje en Deurnese Peel. Bij Griendtsveen, ter hoogte van de spoorlijn, vloeit het Kanaal van Deurne samen met de Helenavaart in het Defensiekanaal uit. Hierna loopt het Defensiekanaal verder in noordelijke richting.

Historie

De eerste plannen tot het graven van een eigen kanaal door de gemeente Deurne dateren van 1863. Op maandag 16 mei 1876 begon de daadwerkelijke uitbakening. De ambtenaren van Waterstaat, die daarmee belast waren, hadden planken en andere hulpmiddelen nodig om hun werk te kunnen doen en niet weg te zakken in de zompige peel. Het graafwerk begon op 8 april 1877. Daarvoor werd een 36-tal ervaren Duitsers uit de omgeving van Münster geronseld en aan het werk gezet. De leiding van de werkzaamheden bij de kanaalaanleg en vervening was in handen van Jan Hermans.
Het kanaal was aanvankelijk bedoeld ter afwatering van het veengebied en voor het transport van de in de Peel afgegraven turf. De turfvaartjes in de Deurnese Peel (de zogenaamde wijken) werden op dit kanaal aangesloten. De wijken in Helenaveen echter werden aangesloten op de Helenavaart.

Er was grote rivaliteit tussen Van de Griendt van de Maatschappij Helenaveen en het gemeentelijk veenbedrijf van Deurne. Van de Griendt weigerde zijn eigen kanaal (de Helenavaart) in medegebruik te geven en dwong de gemeente daardoor zelf een nieuw kanaal te graven (Het kanaal van Deurne). Aan die geschiedenis dankt de Peel zowel de zogenaamde bajonetbocht als hetdubbele kanaal.

Wateraanvoer

Het Kanaal van Deurne wordt sinds de jaren 1950 samen met de in het verlengde gelegen Defensiekanaal benut voor de 'peelbevloeiing' ofwel wateraanvoer. Daartoe wordt water uit de Maas aangevoerd via het kanaal Wessem-Nederweert en de Zuid Willemsvaart. Beide kanalen staan in verbinding met de Noordervaart welke als voeding dient voor het Kanaal van Deurne en de Helenavaart. Dat water stroomt in de zomer vrij krachtig door het kanaal noordwaarts. Het Maaswater is kalkrijk van samenstelling en dus volstrekt anders van aard dan het van nature zure water in de Peelregio.

Veel bovenlopen van talrijke beken in de uitgestrekte, verdroogde landbouwgebieden in de noordelijke Peel worden daarmee in de zomer van water voorzien. Dat betreft de Astense Aa, de Vlier en de Oude Aa aan het Kanaal van Deurne zelf en nog meer beken aan het Defensiekanaal. Consequenties van wateraanvoer zijn en tegennatuurlijk peilbeheer (hoog water in de zomer, laag peil in de winter) en een grote hoeveelheid voedingsstoffen op bovenloopjes die van nature juist relatief voedselarm waren.

Natuur

De kalkrijke watersoort in het kanaal brengt met zich mee dat men in het water en aan de oever veel soorten vindt die voedel- en kalkrijke wateren begeleiden, zoals gele lis, riet en brandnetel. Langs de bovenloop van de Astense Aa treft men zelfs de Zwanenbloem aan. De typische boomsoort langs het kanaal is de zwarte els, terwijl in de zuur gebleven Peelgebieden de berk overheerst. Het kanaal is vanwege zijn ligging in de Deurnese Peel, maar ook vanwege zijn eigen hydrobiologische betekenis aangewezen als deel van het beschermd natuurmonument de Deurnese Peel.

Het water is visrijk, het trekt veel libellen en wordt druk bezocht door de ijsvogel. Merkwaardig is de Krabbescheer, die zich na jarenlange afwezigheid soms plotseling massaal laat zien.

Recreatie

Aan de gehele westelijke zijde van het kanaal loopt een onverhard jaagpad zodat er overal gewandeld kan worden. Doorgaand gemotoriseerd verkeer is er sinds enkele jaren niet meer mogelijk, verder lopen er geen wandelroutes. Het jaagpad aan het begin van het kanaal is verhard en maakt deel uit van de fietsknooppunt route. Het kanaal heeft zodoende vooral veel te bieden aan de bewuste stiltezoeker. Op de strook grond tussen de beide peelkanalen, die vroeger van de gemeente Deurne was, is ten behoeve van het toerisme een camping gevestigd.

Geplande verlenging

De gemeentebesturen van Deurne en Liessel en Venray hadden begin 20e eeuw een plan gemaakt en ïn beginsel reeds besloten” voor het graven van een kanaal van Deurne naar Venray. Het ingenieursbureau voor afwateringsbelangen en openbare werken te ’s Gravenhage had daartoe al een plan gemaakt dat toen veel kans van slagen leek te hebben. Volgens dat ontwerp begon dit kanaal bij het eindpunt van het bestaande Deurnes kanaal ter hoogte van de spoorweg Venlo-Eindhoven en zou verderop via twee vertakkingen naar de bebouwde kommen van Deurne en Venray lopen. Het kanaal zou in totaal 17 km lang worden en geschikt zijn voor schepen van maximaal 300 ton. De haven in Deurne was nabij het Groot Kasteel gepland, die van Venray nabij de z.g. Kemp. De kosten werden beraamd op 960.000 gulden. [1]


Referenties
  1. "Nieuw Tilburgse Courant" van 17 april 1924 en "Het Vaderland", staat- en letterkundig nieuwsblad van 22 juni 1924