Johannis Hoeben (1827-1913)
Johannis Hoeben | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Johannis Hoeben | |
Roepnaam | Hannes | |
Geboorteplaats | Deurne | |
Geboortedatum | 3 mei 1827 | |
Overl.plaats | Deurne | |
Overl.datum | 1 april 1913 | |
Partner(s) | Maria Helena van Kuilenburg (1828-1897) | |
Beroep(en) | landbouwer, caféhouder |
Johannis (Johannes, Hannes) Hoeben (1827-1913) was landbouwer en caféhouder en woonde achtereenvolgens op Heitrak C.149, C.157, C.198 en C.245. Hij was ruim 42 jaar lid van de gemeenteraad van Deurne.
Hij was een zoon van de Meijelse landbouwer Henricus Houben (1796-1860) en Petronilla van den Boogaart (1800-1838).
Hannes huwde op 13 april 1855 in Deurne met Maria Helena van Kuilenburg, (Deurne 3 november 1828 - Deurne 22 oktober 1897), dochter van de landbouwer Godefridus van Cuijlenburgh (1773-1857) en Helena Maria Scheepers (1790-1866).
Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen geboren:
- Peter, (Deurne 5 maart 1856 - Deurne 28 mei 1926). Hij huwde met Regina van den Boomen (1863-1935).
- Godefridus (Fried), (Deurne 19 mei 1857 - Deurne 13 januari 1927). Hij huwde met Martina van der Weerden (1864-1944).
- Helena Maria, (Deurne 22 oktober 1858 - Deurne 8 februari 1929). Zij huwde met Nicolaas Althuizen (1855-1926).
- Henricus, (Deurne 11 juli 1860 - Deurne 21 juli 1905). Hij huwde met Wilhelmina Henrica Aarts (1865-1930).
- Petronella, (Deurne 21 maart 1862 - Deurne 17 februari 1941). Zij huwde met Martinus Wijnands (1855-1930).
- Johannes, (Deurne 16 maart 1864 - Deurne 26 november 1945). Hij huwde met Johanna Catharina Beurskens (1867-1945).
- Martinus, (Deurne 23 oktober 1866 - Deurne 31 juli 1933). Hij bleef ongehuwd en bracht als landbouwer zijn laatste jaren door in het gezin van broer Johannes.
- Hendrica, (Deurne 24 juli 1868 - Deurne 25 juli 1919). Zij huwde met Peter Manders (1863-1933).
- Leonardus, (Deurne 1 maart 1871 - Deurne 10 september 1917). Hij huwde met Anna Maria Elisabeth Joosten (1878-1954).
Hij had vanaf 13 mei 1885 ook vergunning als caféhouder. Na zijn overlijden werd op 21 oktober 1915 de vergunning ingetrokken.
Hij was één van de 83 vermogende Deurnenaren in 1893 die minstens 10.000 gulden bezaten en daarmee stemrecht hadden en vermogensbelasting betaalden.
Hij was een van de voorvechters voor een zelfstandige parochie Neerkant.
Hannes Hoeben werd op 18 juli 1865 geïnstalleerd als lid van de gemeenteraad. Tijdens de raadsvergadering van 13 augustus 1907 werd, na ruim 42 jaar, afscheid van hem genomen. In de notulen van die vergadering werd daarover het volgende opgenomen:
- Het oud-lid Hoeben gaat ons verlaten, nadat hij ruim veertig jaar hier in ons midden geweest is. Ik geloof, dat ik de tolk van de vergadering ben, wanneer ik verklaar, dat we hem noode zien vertrekken. We hopen, dat hij nog vele jaren in het midden van zijne familie moge doorbrengen.
Hoeben werd als raadslid opgevolgd door Gerard Cunnen.
Hannes Hoeben figureerde ook in het het autobiografisch geschrift Peellanders van Martinus van de Mortel:
- Hannes Hoeben had op zekeren dag – ’t was daags voor Sinterklaas – ’t varken geslacht. Gielens Hanne kwam worst en beuling maken. Grootje hielp ook druk mee. Tegen den avond stonden de kinderen bij Hanne aan de worstkuip. Hanne leerde hun daarbij kleine versjes en schietgebedjes.
Opeens kwam er een heel handvol noten door de schouw omlaag vallen. Grootje riep, dat heeft Sinterklaas gedaan. En Hanne zei het ook. De kinderen keken verwonderd de schouw in of ze Sinterklaas niet zagen.
's Avonds zetten ze den klomp onder den hoek der schouw. Gielens Hanne zei dat ze er maar goed wortelsnippers en haver in moesten doen veur ’t pert van Sinterklaos. Dan reed hij veel en deed hun heel geen kwaad. Maar als ze stout waren stak Zwarte Piet Sinterklaos zinne knecht ze in de mopzak.
Voor ze naar bed gingen schreef Grootje met een stuk wit krijt een ladder op de zwarte schouwmuur, vlak boven den klomp. Daar moest Sinterklaos ’s nachts over naar binnen klimmen, dan kwam ie krek bij de klomp uit. In groote spanning, half blij, half bang, waren ze dien avond naar bed gegaan.
Gielens Hanne dekte ze lekker toe en zei dat Sint heel geen kwaad deed, maar ’n heele besten Bisschop was.
's Morgens waren ze al vroeg wakker. Er lag van alles in de klomp. Ook al beuling en leverworst. Dat begrepen de kinderen niet goed. Die had Sint toch zeker maar uit de kuip genomen, die Hanne vergeten had weg te zetten? Maar mooie dingen waren d’erbij. Een pop die schreien kon en ’n aap met een kopje die over een stokje schoof. ’s Middags kwam Tante Mie nog met een heele kop vol speculatie en krulleke’s van tarwemik. Alles van Sinterklaas!!