Bewerken van Johannis Franciscus Bussing (1815-1886)
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 1: | Regel 1: | ||
{{Infobox persoon | {{Infobox persoon | ||
| naam = | | naam = Johannis Franciscus Bussing | ||
| foto = | | foto = | ||
| tekst = | | tekst = | ||
Regel 10: | Regel 10: | ||
| overl.datum = 26 februari 1886 | | overl.datum = 26 februari 1886 | ||
| partner(s) = | | partner(s) = | ||
| beroep(en) = | | beroep(en) = kapelaan, pastoor | ||
| bidprentje = [http://bidprentjesarchief.nl/?pagina=nba-show-form&id=3675&i=0 NBA] | | bidprentje = [http://bidprentjesarchief.nl/?pagina=nba-show-form&id=3675&i=0 NBA] | ||
}} | }} | ||
Regel 17: | Regel 17: | ||
Johannis was het oudste kind uit het gezin van de Amsterdamse goudsmid Jacobus Bussing (Amsterdam 1790-1856 | Johannis was het oudste kind uit het gezin van de Amsterdamse goudsmid Jacobus Bussing, (Amsterdam 1 juli 1790 - Eindhoven 13 juni 1856) en Margaretha Catharina Ermen, (Bergeijk 25 november 1784 - Eindhoven 29 juli 1861). Hij was een broer van Anna Maria Jacoba Bussing (1820-1904), de tweede vrouw van de hoofdopzichter en directeur van de [[Maatschappij Helenaveen]], [[Joannes Matthias Deckers (1821-1872)]]. | ||
Op 5 juni 1841 werd hij priester gewijd en op 7 april 1842 werd hij assistent in Sint-Michielsgestel. Twee jaar later werd hij op 19 december 1844 kapelaan te Veghel, waar hij bijna twaalf jaar verbleef. | Op 5 juni 1841 werd hij priester gewijd en op 7 april 1842 werd hij assistent in Sint-Michielsgestel. Twee jaar later werd hij op 19 december 1844 kapelaan te Veghel, waar hij bijna twaalf jaar verbleef. | ||
Regel 29: | Regel 29: | ||
Johannis was bijna vijftien jaar pastoor in Liessel. Hij trof de eerste voorbereidingen voor het oprichten van het [[Sint-Antoniusklooster]], in het begin vaak een [[Liefdegesticht]] genoemd. | Johannis was bijna vijftien jaar pastoor in Liessel. Hij trof de eerste voorbereidingen voor het oprichten van het [[Sint-Antoniusklooster]], in het begin vaak een [[Liefdegesticht]] genoemd. | ||
In het laatste jaar van van pastoraat in Liessel kreeg hij een assistent in de persoon van [[Antonius Johannes van Erp (1860-1945|Antonius Johannes van Erp]], die later pastoor en deken in | In het laatste jaar van van pastoraat in Liessel kreeg hij een assistent in de persoon van [[Antonius Johannes van Erp (1860-1945|Antonius Johannes van Erp]], die later pastoor en deken in Dint-Oedenrode werd. | ||
Hij was 70 jaar toen op 12 maart 1886 de nieuwe pastoor [[Gerardus Ernestus van den Bosch (1840-1917)]] benoemd werd als zijn opvolger. Twee maanden later overleed hij. Na zijn overlijden vertrok zijn jongste dienstmeid, Petronella Diepers, (Vessem 7 mei 1841 - Eindhoven 29 januari 1933), op 15 april 1886 naar Herpen. Zijn oudste dienstmeid Gertruda van de Ven, (Den Dungen 11 januari 1819 - Schijndel 21 januari 1892), vertrok op 20 augustus 1888 naar Schijndel waar ze vier jaar later overleed. | Hij was 70 jaar toen op 12 maart 1886 de nieuwe pastoor [[Gerardus Ernestus van den Bosch (1840-1917)]] benoemd werd als zijn opvolger. Twee maanden later overleed hij. Na zijn overlijden vertrok zijn jongste dienstmeid, Petronella Diepers, (Vessem 7 mei 1841 - Eindhoven 29 januari 1933), op 15 april 1886 naar Herpen. Zijn oudste dienstmeid Gertruda van de Ven, (Den Dungen 11 januari 1819 - Schijndel 21 januari 1892), vertrok op 20 augustus 1888 naar Schijndel waar ze vier jaar later overleed. |