U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Johannes van de Mortel (circa 1687-1737)

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Johannes van de Mortel
Persoonsinformatie
Volledige naam Johannes van de Mortel
Geboorteplaats Deurne
Doopdatum circa 1687
Overl.plaats Deurne
Overl.datum 12 april 1737
Partner(s) Catharina de Veth (1686-1764)
Beroep(en) molenmeester, timmerman, herbergier
Stamboom.png Van de Mortel

Johannes van de Mortel (circa 1687-1737) was molenmeester, timmerman en herbergier in Deurne.


Johannes was een zoon van Cornelis Peters Adriaans van de Mortel (circa 1659-1724) en Catharina Johannes Joosten (circa 1655-na 1700).

Hij huwde op 8 februari 1711 in Deurne met Catharina de Veth, (Deurne 1686 - Deurne 13 november 1764), dochter van Antonie Joosten de Veth (circa 1653 - voor 1734) en Anna Willems (circa 1655 - 9 november 1737).

Uit dit huwelijk werden zeven zonen geboren:

  1. Antonius, (Deurne 7 januari 1714 - Deurne 21 mei 1763). Hij huwde met Joanna Maria Smits (1719-1789).
  2. Petrus, (Deurne 20 augustus 1716). In het eerste levensjaar overleden.
  3. Petrus, (Deurne 8 oktober 1717 - Deurne 12 juli 1765). Hij huwde met Anna van der Leen (1722-1772).
  4. Adrianus, (Deurne 29 maart 1720 - circa 1799). Hij huwde met Anna Verhoeven (1716-1800).
  5. Josephus, (Deurne 20 juni 1723 - Deurne 27 juni 1723).
  6. Cornelius, (Deurne 9 mei 1725 - Deurne 20 december 1726).
  7. Ludovicus (Louis), (Deurne - 23 mei 1728 - Liessel 4 december 1776). Hij was priester en rector van de kapel in Liessel.

Op 1 november 1717 stelde hij zich borg voor Joost Manders, toen die een boerderij pachtte van de kinderen van wijlen predikant Johan Rauwers.

Op 19 mei 1727 kocht hij voor 48 gulden van Cornelis Manders een weiland genaamd de Voort, jaarlijks belast met een cijns van elf duiten aan het huis van Asten.

Op 20 maart 1734 werd hij mede-eigenaar van een boerderij in het Derp toen zijn schoonmoeder ten behoeve van haar kinderen afstand deed van haar tochtrecht.

In 1747 kocht zijn weduwe een huis van de kinderen en erfgenamen van wijlen Jan Huijbert Knuijts. Op 12 december 1747 liet zij door de schepenen van Deurne een rapport opstellen aangaande de benodigde reparaties aan dat huis.

Toen op 14 maart 1765 door zijn kinderen de nalatenschap verdeeld werd deed zijn jongste zoon en priester Louis afstand van zijn erfrecht ten behoeve van zijn broers.