Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Johannes Mastbroek (1872-1948)
Johannes (Hannes(ke) Mastbroek (1872-1948) was stoker op een steenovenfabriek.
Hannes was een zoon van de Bakelse strodekker Johannis Mastbroek (Bakel en Milheeze 1830-1913 Bakel en Milheeze) en Johanna Maas (Gemert 1836-1910 Bakel en Milheeze).
Hij huwde op 5 juni 1904 te Mierlo met Gijsberta (Dien) de Vos, (Deurne en Liessel 12 april 1874 - Deurne 25 januari 1960), dochter van wever Hendricus de Vos (1824-1898) en zijn tweede vrouw Joanna Maria Manders (1831-1924). De moeder van Gijsberta was bij haar overlijden de oudste inwoner van Deurne.
Uit dit huwelijk werden minstens de volgende kinderen geboren:
- Hendrika Maria (Drieka), (Griendtsveen 5 oktober 1906 - Deurne 14 april 1957). Zij huwde met Martinus Johannes van Bree (1907-1979).
- Johanna Maria (Jo), (Griendtsveen 3 januari 1908 - Ballarat (Australië) 5 december 1980). Zij huwde met Thomas Johannes Werts (1906-1964). Johanna emigreerde met haar gezin naar Australië.
- Andrea Maria (Antje), (Griendtsveen 8 juni 1909 - Deurne 7 december 1973). Zij huwde met Antonius Hendricus Zeegers (1903-1973).
- Johannes Marie (Jan), (Griendtsveen 29 augustus 1911 - Helmond 25 september 2004). Hij huwde met Maria Hoonings (1915-2009).
- Maria Johanna (Miet), (Griendtsveen 17 februari 1915 - Ballarat (Australië) 29 april 1994). Zij huwde met Johannes Martinus Cornelis Fransen (1913-1981).
Ook woonde van 1924 tot aan haar overlijden een Oostenrijks pleegkind in het gezin:
- Gerda Klommer, (Wenen 12 mei 1920 - Helmond 3 december 1929), dochter van de tramconducteur Josef Klommer. [1]
Johannes verhuisde op 7 mei 1920 van Horst-Griendtsveen naar Deurne en vestigde zich met zijn gezin op het adres Vreekwijk B.346. Vervolgens woonde hij op de volgende adressen, C.47, Sint-Jozefparochie C.124, Vlierdenschedijk C.198c en J.230.
In de familie Van Bree gaat het volgende verhaal:
Een spaarzame man
Gijsberta (Dien) de Vos had al enkele jaren verkering met Hanneske Mastbroek, maar wist niet wat ze hiermee aan moest vangen. Op zekere dag zag ze de pastoor in een rijtuig voorbij komen. Ze hield het paard staande en de pastoor zei: "Stap maar in". Ze vertelde tegen de pastoor: "Hannes Mastbroek vraagt of ik met hem wil trouwen en ik weet niet of ik dat wel zal doen!" De pastoor zei: "Het is toch een goeie rechtschapen man, en ... hoeveel heeft hij gespaard?" Waarop ze antwoordde: "Honderd daalders". "Honderd daalders!", zei de pastoor, "ik zou hem maar nemen. Het is een goeie man en nog spaarzaam ook, 'n betere kunde ge niet krijgen!" Ze trouwen op 5 juni 1904 en gingen in Griendtsveen langs het kanaal wonen.
Die wonderlijke fiets
Toen in Deurne rond 1900 de eerste fietsen en fietsers te bewonderen waren, ging Dien de Vos, samen met Janske van Griensven, naar het nieuwe spektakel kijken. Veel mensen stonden langs de weg, vrouwen, mannen en kinderen. Het was een hele belevenis. De dames sloegen op hun bovenbenen en riepen: Mardie, evvel toch... en dè dè ding toh nie umvèèlt, toch nie umvèèlt!! Ze snapten d'r niks van.[2]
Bronnen, noten en/of referenties |