Bewerken van Johannes Josephus van Hugten (1910-1960)
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
| Huidige versie | Uw tekst | ||
| Regel 16: | Regel 16: | ||
Frater Amator was een zoon van de wisselwachter [[Cornelis van Hugten (1874-1916)]] en Maria Anna Koolen (1878-1917). Het gezin woonde op het adres [[Derp]] B.51. <br>Zijn vader overleed toen hij zes jaar oud was en zijn moeder een jaar later. Hij woonde vanaf toen samen met zijn zus Martina van Hugten (1913-1939) bij hun grootmoeder Elisabeth Hermans (1846-1919), de moeder van zijn vader. Twee jaar later, na het overlijden van zijn grootmoeder, werd hij en zijn zus opgenomen in het pleeggezin van Elisabeth Joosten (1850-1935), de weduwe van [[Wilhelmus Maas (1856-1917)]]. | Frater Amator was een zoon van de wisselwachter [[Cornelis van Hugten (1874-1916)|Cornelis van Hugten]] en [[Maria Anna Koolen (1878-1917)|Maria Anna Koolen]]. Het gezin woonde op het adres [[Derp]] B.51. <br>Zijn vader overleed toen hij zes jaar oud was en zijn moeder een jaar later. Hij woonde vanaf toen samen met zijn zus [[Martina van Hugten (1913-1939)|Martina]] bij hun grootmoeder [[Elisabeth Hermans (1846-1919)|Elisabeth Hermans]], de moeder van zijn vader. Twee jaar later, na het overlijden van zijn grootmoeder, werd hij en zijn zus opgenomen in het pleeggezin van [[Elisabeth Joosten (1850-1935)|Elisabeth Joosten]], de weduwe van [[Wilhelmus Maas (1856-1917)|Wilhelmus Maas]]. | ||
Op 13-jarige leeftijd vertrok hij op 26 april 1923 voor verdere studie en zijn priesteropleiding naar Goirle. <br>Hij deed zijn intrede in de Congregatie van de Fraters van O.L. Vrouw, Moeder van Barmhartigheid te Tilburg op 8 september 1927 en werd geprofest op 15 augustus 1932. Op 8 november 1935 vertrok hij vanuit Genua met het schip "Marnix van St. Aldegonde" naar de missie in Nederlands-Indië. Tijdens de [[Tweede Wereldoorlog]] was hij daar en werd hij met de andere Nederlanders in een Jappenkamp geïnterneerd. Na de oorlog hervatte hij zijn werk in Medan. In [[Het Licht]] van 31 januari 1948 deed hij in een uitgebreide brief vanuit Medan een hartstochtelijke oproep aan de Deurnenaren om vooral regelmatig en veel brieven te schrijven aan hun dorpsgenoten die als jonge soldaten naar Indië waren gestuurd. | Op 13-jarige leeftijd vertrok hij op 26 april 1923 voor verdere studie en zijn priesteropleiding naar Goirle. <br>Hij deed zijn intrede in de Congregatie van de Fraters van O.L. Vrouw, Moeder van Barmhartigheid te Tilburg op 8 september 1927 en werd geprofest op 15 augustus 1932. Op 8 november 1935 vertrok hij vanuit Genua met het schip "Marnix van St. Aldegonde" naar de missie in Nederlands-Indië. Tijdens de [[Tweede Wereldoorlog]] was hij daar en werd hij met de andere Nederlanders in een Jappenkamp geïnterneerd. Na de oorlog hervatte hij zijn werk in Medan. In [[Het Licht]] van 31 januari 1948 deed hij in een uitgebreide brief vanuit Medan een hartstochtelijke oproep aan de Deurnenaren om vooral regelmatig en veel brieven te schrijven aan hun dorpsgenoten die als jonge soldaten naar Indië waren gestuurd. | ||