Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Johannes Gerardus Koolen (1925-1997)
Johannes Gerardus Koolen (1925-1997) heeft door zijn veelzijdigheid en inzet, veel gedaan voor de gemeenschap van de Sint-Jozefparochie in Deurne.
Familie en gezin[bewerken | brontekst bewerken]
Jan was de oudste zoon van Antonius Koolen (1897-1984) en Johanna Maria van Moorsel (1901-1963).
Hij huwde op 8 april 1947 te Deurne met Cornelia Antonia (Corrie) van Gog, (Deurne 13 juni 1919 - Deurne 28 januari 2009), jongste dochter van Johannes van Gog (1879-1948) en Maria Anna Strijbosch (1882-1920).
Na hun huwelijk trokken ze in bij de ouders van Corrie, die aan de Leemskuilenweg woonden. Daar werden ook hun twee kinderen geboren. In 1956 verhuisden ze naar de Potbosstraat waar ze nog woonden toen ze hun gouden bruiloft vierden in 1997.
Carrière en werk[bewerken | brontekst bewerken]
Hoewel Jan al vanaf zijn zevende jaar timmerman wilde worden, begon hij na de lagere school als leerling-wever bij Hatéma. Dat hield hij echter nog geen jaar vol en ging toen samen met zijn vader in de Peel werken bij het toenmalige Gemeentelijk Veenbedrijf. Inmiddels was het oorlog en moest hij van de Arbeidsdienst gaan helpen bij het bouwen van bunkers in Zeeland.
Na de bevrijding kon hij eindelijk gaan leren voor timmerman maar de tegenvaller was groot toen hij met zijn diploma op zak niet aan de bak kon komen en bij de DUW terecht kwam; een project waar werklozen verplicht werden om grondwerk te doen. Na een paar jaar kon hij als onderhoudstimmerman beginnen bij de steenfabriek Van Daal-Goossens en wist zich daar spoedig op te werken tot een monteur die overal werd ingezet. Dat laatste beviel hem niet zo erg en daarom vertrok hij naar het MOB-complex om onderhoudswerk te verrichten aan genie-voertuigen. Dat werk was prima in tegenstelling tot het salaris en dat was reden om na twee en een half jaar weer terug te gaan naar de steenfabriek waar hij meteen voorman werd. Ook in de letterlijke zin van het woord want dankzij Jan kwam er niet alleen een kantine in het bedrijf maar ook een ondernemingsraad en een personeelsvereniging.
Later ging hij weer terug naar zijn eerste baas Hatéma en werkte de laatste 15 jaar tot zijn pensionering als conciërge op het Peellandcollege, waar hij de verhuizing naar de nieuwe school meemaakte en ook de eerste beheerder was van de Peellandhal. Verder was hij ook nog 40 jaar kassier van de Centrale Volksbank en dat betekende elke zondagmorgen veel mensen over de vloer die door zijn vrouw Corrie allemaal van koffie werden voorzien.
Hobby's[bewerken | brontekst bewerken]
Jan bracht zijn vrije tijd meestal door in het werkhok achter zijn huis waar hij de mooiste dingen maakte zoals een kerststal met een oppervlakte van 10 vierkante meter, compleet met een riviertje, bergen en nog veel meer, die in 1959 zelfs de krant haalde. Maar ook meubels, speelgoed, kandelaars, lampen, pergola's en sieraden van allerlei materialen kwamen uit zijn handen.
Ook met de naaimachine kon Jan goed overweg en als enige man tussen 20 vrouwen volgde hij indertijd een naai- en knipcursus omdat hij de patronen in de Margriet zo leuk vond.
Maar ook anderen hadden profijt van zijn gouden handen, getuige onder meer de fraaie smeedijzeren muurobjecten in de doopkapel van de Sint-Jozefkerk en de opgeknapte speeltoestellen in speeltuin De Speuldries, waarvan hij lange tijd penningmeester was. Ook richtte hij rond 1974 de Hobbyclub Sint-Jozef op, waar meteen zo'n 50 jongens en meisjes op af kwamen. Jan had echter nog veel meer hobby's zoals motorrijden, fotograferen en filmen, het kweken van tropische vogels en kanaries en niet te vergeten zijn bloemenkas in de tuin waar hij wel 700 fuchsia's had van 160 verschillende soorten.