U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Jan van Doerne (16e eeuw - kanunnik te Luik): verschil tussen versies

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1: Regel 1:
'''Jan van Doerne (16e eeuw)''' was '''kanunnik te Luik''' en heer van Bakel.
'''Jan van Doerne (16e eeuw)''' was kanunnik te Luik, en tussen 1505 en 1530 heer van Bakel.


Jan was een jongere zoon van [[Everard van Doerne (15e eeuw)]], kwartierschout van [[Peelland]], en Margaretha van Amersoijen, en jongere broer van [[Hendrick van Doerne (15e eeuw)]]. Zijn familie bewoonde het [[Groot Kasteel]], maar bekleedde geen bestuurlijk ambt in Deurne.


Hij liet op 13 augustus 1529 zijn testament maken door [[Gerard Nouts|notaris Nouts]]. Dat gebeurde in het [[Abdij van Binderen|klooster Binderen]] in aanwezigheid van Elisabeth van Doerne, abdis van dat klooster, Philips van Doerne, klerk van het bisdom Luik, Goyart Stuck, Peter van Haeswinckel, Lambert Cluijtmans en Nicolaes Roijmans. In dat testament bepaalde hij onder meer dat zijn [[hoeve de Moosdijk]] naar [[Margaretha van Vladeracken]], de weduwe van [[Everard van Doerne (16e eeuw)|Everaert van Deurne]] en haar kinderen ging. De erfgenamen moesten dan jaarlijks twaalf mud rogge aan de armen schenken. Van negen mud rogge moest brood gebakken worden dat drie keer paar jaar moest worden uitgedeeld aan de armen. Van de overige drie mud kon erwten en olie worden aangeschaft. Als de erfgenamen in gebreke mochten blijven dan waren de heilige geestmeesters van Deurne gemachtigd om deze bepalingen uit te voeren, waarvoor ze dan een mud extra kregen.<ref>RHCe Gemeentebestuur Deurne 1379-1810 toegang 13181 inv.nr. 100 blz. 136</ref>
Hij liet op 13 augustus 1529 zijn testament maken door [[Gerard Nouts|notaris Nouts]]. Dat gebeurde in het [[Abdij van Binderen|klooster Binderen]] in aanwezigheid van Elisabeth van Doerne, abdis van dat klooster, Philips van Doerne, klerk van het bisdom Luik, Goyart Stuck, Peter van Haeswinckel, Lambert Cluijtmans en Nicolaes Roijmans. In dat testament bepaalde hij onder meer dat zijn [[hoeve de Moosdijk]] naar [[Margaretha van Vladeracken]], de weduwe van zijn neef (oomzegger) [[Everard van Doerne (16e eeuw)|Everaert van Deurne]] en haar kinderen ging. De erfgenamen moesten dan jaarlijks twaalf mud rogge aan de armen schenken. Van negen mud rogge moest brood gebakken worden dat drie keer paar jaar moest worden uitgedeeld aan de armen. Van de overige drie mud kon erwten en olie worden aangeschaft. Als de erfgenamen in gebreke mochten blijven dan waren de heilige geestmeesters van Deurne gemachtigd om deze bepalingen uit te voeren, waarvoor ze dan een mud extra kregen.<ref>RHCe Gemeentebestuur Deurne 1379-1810 toegang 13181 inv.nr. 100 blz. 136</ref>
 
Als heer van Bakel werd hij opgevolgd (1530-1547) door zijn ongehuwde achterneef Everard van Doerne, de zoon van bovengenoemde neef. Deze Everard was eveneens kanunnik te Luik.


{{Appendix}}
{{Appendix}}

Huidige versie van 11 feb 2018 om 16:37

Jan van Doerne (16e eeuw) was kanunnik te Luik, en tussen 1505 en 1530 heer van Bakel.

Jan was een jongere zoon van Everard van Doerne (15e eeuw), kwartierschout van Peelland, en Margaretha van Amersoijen, en jongere broer van Hendrick van Doerne (15e eeuw). Zijn familie bewoonde het Groot Kasteel, maar bekleedde geen bestuurlijk ambt in Deurne.

Hij liet op 13 augustus 1529 zijn testament maken door notaris Nouts. Dat gebeurde in het klooster Binderen in aanwezigheid van Elisabeth van Doerne, abdis van dat klooster, Philips van Doerne, klerk van het bisdom Luik, Goyart Stuck, Peter van Haeswinckel, Lambert Cluijtmans en Nicolaes Roijmans. In dat testament bepaalde hij onder meer dat zijn hoeve de Moosdijk naar Margaretha van Vladeracken, de weduwe van zijn neef (oomzegger) Everaert van Deurne en haar kinderen ging. De erfgenamen moesten dan jaarlijks twaalf mud rogge aan de armen schenken. Van negen mud rogge moest brood gebakken worden dat drie keer paar jaar moest worden uitgedeeld aan de armen. Van de overige drie mud kon erwten en olie worden aangeschaft. Als de erfgenamen in gebreke mochten blijven dan waren de heilige geestmeesters van Deurne gemachtigd om deze bepalingen uit te voeren, waarvoor ze dan een mud extra kregen.[1]

Als heer van Bakel werd hij opgevolgd (1530-1547) door zijn ongehuwde achterneef Everard van Doerne, de zoon van bovengenoemde neef. Deze Everard was eveneens kanunnik te Luik.

Bronnen, noten en/of referenties
  1. RHCe Gemeentebestuur Deurne 1379-1810 toegang 13181 inv.nr. 100 blz. 136