Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Jan Schonewille (1907-1991)
Jan Schonewille | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Jan Schonewille | |
Geboorteplaats | Deurne | |
Geboortedatum | 16 september 1907 | |
Overl.plaats | Deurne | |
Overl.datum | 13 juli 1991 | |
Partner(s) | Egbertje Tabor (1907-1990) | |
Beroep(en) | landbouwer |
Jan Schonewille (1907-1991) was landbouwer en woonde op het adres Zeilberg Z.152 later gewijzigd in Panoven 152.
Jan was het zesde kind uit het gezin van Geert Schonewille (1872-1963) en Pietertje Botter (1878-1914).
Hij huwde op 26 april 1930 in Deurne met Egbertje (Bertha) Tabor, (Horst 22 augustus 1907 - Deurne 8 januari 1990), dochter van Antonie Tabor (1884-1968) en Annigje Derks (1888-1945).
Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen geboren:
- Pietertje (Pietje), (Horst 31 januari 1931 - Rotterdam 1 mei 2021). Zij huwde met Johan Wilhelmus (Jan) de Bruijn (Rotterdam 1920-1984 Rotterdam).
- Antonie (Toon), (Deurne 8 augustus 1933 - Helenaveen 23 juli 1996). Hij huwde met Bertha Otten (1934-2008).
- Geert, (Deurne 7 november 1935 - 15 juli 2020). Hij huwde met Johanna Josephina (An) van de Ven (1930-2015).
- Annigje (Annie), (Deurne 20 november 1937- Deurne 10 mei 2008). Zij huwde met Roelf Trip (Helmond 1931-2006 Helmond)
- Jan, (Deurne 6 september 1942 - Helenaveen 26 augustus 1956).
- Gerrit, (Deurne 11 oktober 1946 - Deurne 4 januari 1993).
Jan ging na zijn huwelijk met Bertha in Horst wonen waar hun eerste kind geboren werd. Op 14 maart 1931 verhuisden ze naar Deurne.
Tweede Wereldoorlog[bewerken | brontekst bewerken]
Tijdens de Tweede Wereldoorlog in 1942, stelde Bertha's broer G. Tabor, hen voor aan rabbi Jacob Soetendorp en Skaaj Blits, beiden uit Amsterdam. Enige tijd later kwam Marie, de vrouw van de rabbi, eveneens bij de Schonewilles inwonen.
Het echtpaar bracht de oorlog beurtelings door bij Jan en Bertha en bij de zusters van Bertha, de familie Rijken-Tabor. Bertha en Jan boden eveneens een veilig onderdak aan de heer en mevrouw Van Beers en aan Carl en Bertha Winter, allen in de vijftig. Bertha Winter (geb. Baum), die een maand lang bij de familie Schonewille inwoonde, bereidde de heerlijkste maaltijden, maar zij was nogal verstrooid. Vaak liep zij door de straten en vroeg ze wildvreemden om haar de weg te wijzen, en ze kwam onverwacht op haar verschillende schuiladressen opdagen. Dat was bijzonder gevaarlijk omdat zij een uitgesproken Duits accent en joods uiterlijk had. Haar echtgenoot, Carl Winter, dook zes maanden bij de Schonewilles onder. Hij hielp op de boerderij, vooral bij de tabaksoogst.
Vele andere joden en niet-joden konden tijdelijk bij de familie Schonewille terecht. Onder hen bevond zich ook de dochter van het echtpaar Winter, Mirjam, die later in huis genomen werd door de familie Ulens-Buis in Sevenum. Rond september 1944 vonden er zoveel gevechten in de streek plaats dat er tientallen vluchtelingen uit de frontlinie in Helenaveen arriveerden. Eind oktober werden zij ingehaald door de strijd, en de vrouwen en kinderen vluchtten naar Sevenum. Op de achtste van diezelfde maand werd Jan Schonewille tijdens de razzia van Helenaveen opgepakt en naar Duitsland gestuurd. Hij keerde op 16 mei 1945 naar huis terug.
Jan en zijn vrouw Bertha ontvingen op 8 oktober 1982, voor het helpen van joden tijdens de oorlog, de Yad Vashem-onderscheiding.