Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand kunt u ons van 10 tot 12 uur bezoeken in het heemhuis. |
Jan Hendrik Wesseling (1804-1880)
Jan Hendrik Wesseling | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Jan Hendrik Wesseling | |
Geboorteplaats | Haarlem | |
Geboortedatum | 29 december 1804 | |
Overl.plaats | Arnhem | |
Overl.datum | 19 juni 1880 | |
Partner(s) | Francina Wilhelmina van Ommeren (1808-1891) | |
Beroep(en) | commies, veeschatter, bloemist |
Jan Hendrik Wesseling (1804-1880) was commies en veeschatter en woonde van 1847 tot 1854 met zijn gezin in Deurne.
Hij was een zoon van Harmen Wesseling en Wilhelmina van Broekhuizen.
Johan Hendrik huwde op 24 oktober 1840 in Bakel en Milheeze met Francina Wilhelmina van Ommeren, (Deurne 21 augustus 1808 - Arnhem 20 mei 1891), dochter van Nicolaas van Ommeren (1776-1818) en Allegonde van Ravestein (1785-1861).
De volgende kinderen werden uit dit huwelijk geboren:
- Nicolaas Herman, (Bakel en Milheeze 7 januari 1841 - Amsterdam 3 december 1927). Hij huwde op 14 november 1866 in Arnhem met Everdina Hendrika Trijssenaar (-1905 Arnhem).
- Wilhelmina, (Egmond Binnen-Bergen circa 1843 - Arnhem 31 januari 1942). Ze bleef ongehuwd.
- Hendrik Alexander, (Amsterdam circa 1845 - Arnhem 11 oktober 1912). Hij huwde op 20 augustus 1873 in Arnhem met Alijda Magtilda Johanna van Munnekrede (Arnhem circa 1849).
- Johanna Cornelia, (Amsterdam 1845-1846 - Amsterdam 1 maart 1847).
- levenloos geboren jongen, (Deurne en Liessel 4 maart 1850).
- Francina Cornelia, (Deurne en Liessel 18 september 1852 - Deurne en Liessel 13 oktober 1852).
- levenloos geboren meisje, (Deurne en Liessel 10 augustus 1853).
Op 16 september 1853 van dat jaar werd door de weduwe Groenemans een merkwaardige vondst op het kerkhof bij de gereformeerde kerk aan de Helmondseweg, waar toen nog geen lijken werden begraven en dus nog niet als begraafplaats in gebruik was. Zij vond er een papieren doos waarin zich een babylijkje bevond dat in vergevorderde staat van ontbinding was. Het was een in een doek gewikkeld meisje en had een hemdje aan en mutsje op. Al snel vermoedde men dat het om het levenloos geboren dochtertje van Johan Hendrik Wesseling ging. Toen Wesseling door de burgemeester hierover aan de tand werd gevoeld vertelde hij dat hij het begraven van dat kind destijds had overgelaten aan zijn buurman Hendrik Welten. Laatstgenoemde verklaarde dat hij inderdaad het kindje daar begraven had, in de mening dat het niet uitmaakte waar hij het lijkje zou begraven. De burgemeester gaf opdracht om het kind te herbegraven op het daarvoor bestemde kerkhof bij de grote kerk en meldde de zaak bij de Astense kantonrechter. Het voorval had geen verdere gevolgen voor de direct betrokkenen.
Voor zijn huwelijk was Wesseling schutter bij de Haagsche Schutterij en waarschijnlijk leerde hij zijn vrouw kennen in de periode dat hij tijdens de Belgische Opstand (1830-1839) in Noord-Brabant verbleef. Later was hij als commies en veeschatter hier werkzaam. Wesseling was evenals zijn vrouw protestants en het was voor de hogere overheid aantrekkelijk om in het katholieke zuiden van Nederland protestante ambtenaren te stationeren om al te nauwe banden tussen ambtenaar en de doorgaans katholieke belastingplichtigen tegen te gaan.
In maart 1847 leverde het echtpaar Wesseling-van Ommeren, komend van Amsterdam, hun kerkelijke attestaties in Deurne in. Op 25 april 1854 ontvingen ze in Deurne hun kerkelijke attestaties ten behoeve van Haarlem.
Bij het huwelijk van zijn zoon in 1873 woonde hij in Sassenheim en was hij bloemist van beroep.