Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank!
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis

Petrus Martens (1865-1926)

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
(Doorverwezen vanaf Jacoba van Hout (1874-1950))
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Petrus Martens
16.822.jpg
Persoonsinformatie
Volledige naam Petrus Martens
Geboorteplaats Deurne
Geboortedatum 26 augustus 1865
Overl.plaats Deurne
Overl.datum 29 oktober 1926
Partner(s) Jacoba van Hout (1874-1950)
Beroep(en) venter, winkelier, bierhuishouder
Bidprentje NBA man
NBA vrouw
Stamboom.png Martens
Foto collectie Hans van Dreumel

Petrus Martens (1865-1926) was oorspronkelijk venter in snijwerk en werd later bierhuishouder en winkelier in goud-, zilver- en staalwerken aan het Haageind en vanaf 1923 aan de Stationsstraat 43 in Deurne.


Petrus was een zoon van de dagloner Antonij Martens (1831-1879) en Johanna van den Konijnenberg (1833-1903). Zijn vader woonde met zijn gezin in de Walsberg. Toen Petrus 14 jaar was vertrok hij naar Bakel. Van juni 1887 tot mei 1889 vond hij werk in Helmond bij de landbouwer en timmerman Johannes Hubertus Pennings in de Heistraat.

Hij huwde op 4 juli 1891 in Deurne met Jacoba van Hout, (Deurne 20 maart 1874 - Deurne 11 september 1950), dochter van Johannis van Hout (1847-1911) en Johanna Catharina Jonkers (1849-1916).

Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen geboren:

  1. Adrianus (Janus), (Deurne 1 juli 1892 - Deurne 30 oktober 1968). Hij huwde met Francina Maria van Gerven (1893-1969).
  2. Johan (Jan), (Deurne 18 augustus 1893 - 26 maart 1963). Hij huwde met Antonia van den Hurk (1895-1966).
  3. Petrus Henricus (Harrie), (Deurne 15 december 1894 - Bakel 24 juni 1977). Hij huwde met Maria Adriana Johanna de Visscher (1897-1974).
  4. Joseph (Sjef), (Deurne 8 januari 1897 - Someren 12 oktober 1990). Hij huwde met Anna Maria van Lith (1907-1992).
  5. Johanna Maria (Anna), (Deurne 24 juli 1898 - Deurne 23 juli 1970). Zij bleef ongehuwd. Zie haar bidprentje NBA. Anna overleed ten gevolge van een ongeluk.
  6. Petronella Henrica (Henrica), (Deurne 25 mei 1900 - Deurne 29 maart 1989). Zij bleef ongehuwd.
  7. Wilhelmus Antonius (Wim), (Deurne 9 juli 1902 - Eindhoven 5 april 1990). Hij huwde met Johanna Hendrica van den Hurk (1901-1992).
  8. Petrus Franciscus, (Deurne 19 juni 1903 - Deurne 13 april 1904).
  9. Petrus Cornelis Maria (Piet), (Deurne 21 mei 1906 - Deurne 15 februari 1983). Hij huwde met Henriëtte Gerarda Geertruda (Jet) Coopmans (1914-2003).
  10. Theodorus Franciscus Hubertus (Theo), (Deurne 4 november 1910 - Deurne 20 augustus 1993). Hij huwde met Johanna Maria Petronella (Jo) Goossens (1922-2010).
  11. Petronella Theodora Henrica (Nella), (Deurne 25 augustus 1917 - Helmond 19 september 1998). Zij huwde met Joseph Maria Jacob (Joep) Mestrum (1911-1991).

Na zijn huwelijk woonde Petrus achtereenvolgens op de volgende adressen, Vloeieind B.304, Haageind A.144a, A.214K en Stationsstraat A.323.

In 1905 krijgt hij op zijn adres A.144a aan het Haageind een vergunning voor de verkoop van alcoholhoudende drank, andere dan sterke drank, voor een gelagkamer van 21 m² en de keuken van 16,65 m².

In 1909 werd hij door de rechtbank veroordeeld tot een boete van vijf gulden boeten of vijf dagen gevangenisstrad omdat hij zijn zoon Adriaan had laten fietsen op een rijwiel zonder geldig wegbiljet.

Op 2 mei 1912 verscheen hij weer voor de rechter in Roermond, maar deze keer als getuige tegen de veenarbeider Antonius van Veggel. Die had namelijk op 21 april van dat jaar geweigerd om, ondanks herhaaldelijk verzoek van Martens, zijn bierhuis te verlaten. Van Veggel kreeg tien gulden boete.[1]

Tot 1914 stond hij geregistreerd als venter. In dat jaar begon hij een winkel in goud- zilver en ijzerwaren. Waarschijnlijk nam hij de zaak van zijn overleden schoonouders over.

In 1923 kocht hij aan de Stationsstraat A.19, later huisnummer 43, een stuk tuin en bouwde daarop zijn woonhuis met winkel waar hij gouden en zilveren werken, uurwerken, brillen en staalwaren verkocht.

Bij zijn inschrijving in het register van de Kamer van Koophandel in 1929 hoorden bij zijn winkel ook nog een horlogemakerij, optiek en schoenmakerij. Laatstgenoemd ambacht werd uitgeoefend door zijn zoon Sjef.


Bronnen, noten en/of referenties
  1. Historische informatiecentrum Limburg, toegang 08.011 inventaris 607 rol 336