Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank!
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis

IJkmeester

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Over de vraag of de plaatselijke ijkmeester door de heer van Deurne en heer van Vlierden benoemd mocht worden was in de 18e eeuw veel discussie.


Taken[bewerken | brontekst bewerken]

De ijk- of keurmeester had tot taak de maten en gewichten te controleren, overtredingen in deze aan te brengen bij de officier en ondeugdelijke maten en gewichten in beslag te nemen. Ook moest hij bij de bakkers het gewicht van het brood controleren.

Aanstelling[bewerken | brontekst bewerken]

Vanouds was de aanstelling en beëdiging van een ijkmeester het recht van de plaatselijke heer. Ofschoon de ijkmeester van de Meierij nooit in Deurne zijn ambt had uitgeoefend, zond deze op 18 mei 1755 een schrijven aan de Deurnese regenten, dat hij van plan was een ijk te komen doen binnen Deurne en Liessel. Op 24 maart van dat jaar was Willem van Boeckholt bij resolutie van de Staten-Generaal als nieuwe ijkmeester aangesteld, Meteen besloot men in Deurne om in Den Haag te protesteren tegen deze inbreuk op het oude plaatselijke recht. Het geschrift werd al op 23 mei voor advies naar de gedeputeerden inzake de Meierij gestuurd, maar zij wisten blijkbaar niet goed wat ze met deze zaak aan moesten, er volgde ten minste geen beslissing. In Deurne bleef men niet kalm afwachten maar de beste rechtsgeleerden werden in de arm genomen. De Bossche advocaat meester Antoni van Heurn gaf op 15 april 1757 het volgende schriftelijk advies:

Naa mijne gedagten is er niet anders op, als dat men hem, den ijkmeester, zijne functie laat exerceren dog tegelijk zorge draagt, dat het regt van den Heer en de Regenten geconserveert blijve.

Op 24 maart 1755 werd Deurne door Den Haag in het ongelijk gesteld en met een besluit van 26 november 1756 in de hand kon de ijkmeester van de Meierij, Willem Boekholt, zijn ambt in Deurne gaan uitoefenen.

In Deurne meende men ter conservatie van haar regt een rechtszaak te moeten beginnen. Op 19 april 1757 werd besloten dat de daaraan verbonden kosten half om half door de heer van Deurne en de gemeente Deurne en Liessel gedragen zouden worden. Deurne verloor in 1763 uiteindelijke de zaak, die maar liefst 1.200 gulden kostte.[1]

De procedure schijnt voornamelijk te zijn gegaan over de vraag of Deurne wel haar aandeel moest bijdragen aan de kosten voor de ijkmeester van de Meijerij, want op 27 september 1763 werd een overeenkomst gesloten tussen de heer van Deurne, de gemeente Deurne en de ijkmeester van de Meijerij waarin bepaald werd dat weliswaar voortaan de heer van Deurne zijn eigen ijkmeester mocht aanstellen maar dat Deurne wel moest blijven bijdragen in de genoemde kosten.[2]

De laatste ijkmeester van Deurne was Adriaan Jan Ansems van de Mortel, aangesteld op 30 augustus 1806.

IJkmeesters[bewerken | brontekst bewerken]

Vlierden[bewerken | brontekst bewerken]

Voor zover kan worden nagegaan werd in Vlierden de ijk gedaan door de ijkmeester van de Meijerij. Gerard de Jong, de Vlierdense drossaard van 1737 tot 1743 was tevens ijkmeester-generaal van de Meijerij.

Ook Johan Franciscus d'Aumerie, de heer van Vlierden, voelde zich in 1755 met de aanstelling van de nieuwe ijkmeester van de Meierij in zijn rechten aangetast. Hij diende bij de Staten-Generaal een verzoek in om een particulier ijkmeester te mogen aanstellen, met het argument dat dit bij de heerlijke rechten zou horen. Op 26 november 1756 oordeelde de Raad van State dat dit niet kon worden aangetoond en het verzoek afgewezen.

In 1804 kwam het oude ijkreglement van 1681 te vervallen en mochten alle dorpen in deze zelf hun zaken regelen. In de vergadering van het kwartier Peelland van 3 oktober 1803 had Vlierden, vertegenwoordigd door schepen Joseph van Tilburg, al besloten om zich met betrekking tot het ijkwezen samen met Bakel aan te sluiten bij Deurne.[3]


Bronnen, noten en/of referenties
  1. H.N. Ouwerling – Geschiedenis der dorpen en heerlijkheden Deurne, Liessel en Vlierden blz. 267-168
  2. E. van Emstede - Varia Peellandiae historiae ex fontibus - Deurne en Liessel blz. 243-249. 27-9-1763
  3. BHIC archief Kwartier Peelland toegang 2 inv.nr. 36