Henricus van de Ven

Henricus van de Ven was, waarschijnlijk vanaf 1765, pastoor van Vlierden tot 1779.

Mogelijk werd hij rond 1726 te Woensel geboren.
In 1747 werd hij ingeschreven als student aan de Leuvense universiteit. Op 18 november 1749 promoveerde hij daar tot Artium Licenciatus.
In 1764 was hij kapelaan te Veghel.
Mogelijk is hij in 1765 benoemd als pastoor van Vlierden, maar daarover bestaat geen zekerheid.
Op 19 juni 1776 trad hij op als de voogd van Maria Goossens, de weduwe van Antonie van den Broek, bij de verkoop van een huis aan het Kloostereind aan Johan Franciscus d'Aumerie.
De naam van pastoor Van de Ven wordt in diverse documenten uit 1779 aangetroffen. Hij was in dat jaar bemiddelaar bij een dorpsruzie en hij ontving het begrafenisgeld dat betaald moest worden door de minderjarige kinderen van wijlen het echtpaar Frans Claassen Verhees en Francina Peter Wouter IJsbouts.
1779 was tevens het laatste jaar waarin hij als pastoor van Vlierden optrad. Op 14 december 1779 is in een akte sprake van de geweesene pastoor van de Roomsche gemeente der heerlijkheid Vlierden waarbij zijn neven en nichten Berkvens beloofden hun heeroom jaarlijks 150 gulden te zullen uitkeren.

Als pastoor van Vlierden werd hij opgevolgd door Franciscus van de Laar.