Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis
Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand.

Henricus van Huuchten (1746-1816)

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Hendrik van Heugten
Persoonsinformatie
Volledige naam Henricus van Huuchten
Roepnaam Hendrik
Geboorteplaats Vlierden
Doopdatum 2 januari 1746
Overl.plaats Vlierden
Overl.datum 12 november 1816
Partner(s) Catarina Jacobs (1746-1794)
Beroep(en) landbouwer
Stamboom.png van Heugten

Henricus (Hendrik) van Huuchten (van Heuchten, van Heugten, van Hugten) (1746-1816) was landbouwer, tapper en twee keer borgemeester in Vlierden.


Hendrik was een zoon van de Vlierdense landbouwer Arnoldus van Heuchten (1709-1772) en Francisca Tielen (1702-na 1746).

Hij huwde op 13 februari 1774 in Vlierden met Catarina Jacobs, (Vlierden 31 augustus 1746 - Vlierden 2 mei 1794), dochter van de Vlierdense landbouwer Theodorus Dirckx (1705-1754) en Catharina Slaets (1708-1772).

De volgende kinderen werden uit dit huwelijk geboren:

  1. Catharina van Heugt, (Vlierden 10 januari 1775 - Vlierden 31 januari 1828). Zij huwde (1) met Hubertus Smets (1766-1812) en (2) met Joannes van Leunen (1776-1846).
  2. Francisca (Francina) van Heugt, (Vlierden 5 oktober 1776 - Vlierden 30 oktober 1786)
  3. Theodora van Heugt, (Vlierden 26 november 1778 - Vlierden 15 november 1845). Zij huwde met Theodorus Wilhelmus Aerts (1769-1832).
  4. Franciscus (Francis) van Heugten, (Vlierden 16 november 1781 - Vlierden 30 november 1783).
  5. Arnoldus van Heugten, (Vlierden 18 oktober 1784).

In 1776/1777 was Hendrik van Hugten samen met Francis van den Boomen borgemeester van Vlierden.

Op 20 april 1776 kocht hij van Maria, de dochter van Peter Amijs, een huis te Vlierden in de Straat voor 241 gulden.

Op 8 maart 1777 gaf hij volmacht aan Gerrit Claas Welten om namens hem in Den Haag voor de Raad van Brabant zijn huis in de Straat te verheffen.

Op 24 maart 1777 kocht hij van zijn zwager Hendrik Dirk Jacobs een aantal percelen grond die deze vernaderd had op Marten van Bree.

Op 13 juli 1777 gaf hij volmacht aan Goort van Glabbeek uit Helmond om namens hem voor de Raad en Leenhof van Brabant een huis met aangelag te verheffen.

Op 28 juni 1780 legde een viertal getuigen op zijn verzoek voor de schepenbank van Vlierden een verklaring af over het recht van overpad naar een dries.

Op 30 maart 1781 verkocht hij het in 1776 gekochte huis in de Straat aan Hendrik Francis Smits voor 271 gulden.

In 1790 was hij, deze keer samen met Joost Anthony Joosten, opnieuw borgemeester van Vlierden.

Op 28 maart 1791 werd hij genoemd als tapper te Vlierden.

Op 16 oktober 1798 was hij een van de ondertekenaars van een verzoek tot teruggave van de Vlierdense kapel aan de katholieken.

Op 14 januari 1820 verdeelden zijn twee toen nog levende kinderen de door hem nagelaten onroerende goederen. Het eerste lot bestond uit:

  1. Een huis, stalling, schuur, hof en aangelag, staande en gelegen in de Kleine Zijde, groot 9 lopensen 10 roeden, aan de ene zijde belend door Francis van Bussel en de andere zijde een weg, gewaardeerd op 750 gulden.
  2. Een perceel land genaamd het Venneke, groot 3 lopensen 22 roeden, aan de ene zijde belend door Pieter Berkvens en de andere zijde een weg, gewaardeerd op 130 gulden.
  3. Een perceel groes in de Weegd, groot 1 lopensen 21 roeden, aan de ene zijde belend door Francis van Bussel en de andere zijde een waterlaat, gewaardeerd op 60 gulden.
  4. Een perceel groes genaamd het Diepdijks Drieske, groot 35 roeden, aan de ene zijde belend door Jan Aarts en de andere zijde Lambert Vervoordeldonk, gewaardeerd op 25 gulden.
  5. Een perceel land genaamd de Weegd, groot 49 roeden, aan de ene zijde belend door Arnoldus Jacobs en de andere zijde Jan Hoeijmakers, gewaardeerd op 30 gulden.
  6. Een perceel groes genaamd de Beukelen, groot 2 lopensen 14 roeden, aan de ene zijde belend door Arnold Rovers en de andere zijde de weduwe van Johannes Goossens, gewaardeerd op 80 gulden.
  7. Een perceel land, genaamd de Weegd, groot 35 roeden, aan de ene zijde belend door Jan Welten en de andere zijde de kinderen van Goort Rooijakkers, gewaardeerd op 25 gulden.
  8. De helft van een perceel hooiland in de Weerd, groot in 't geheel 9 lopensen 32 roeden, aan de ene zijde belend door Arnold Rovers en Jelis van Heugten en de andere zijde de rivier de Aa.
  9. De helft van een hooibeemd, genaamd het Voortje, groot in 't geheel 1 lopense 35 roeden, rijdende tegen Jelis van Hugten en Jan Hoeijmakers.
  10. De helft van een hooibeemd zoals hiervoor, groot 1 lopense 32 roeden, rijdende tegen Jelis van Hugten en Jan Hoeijmakers, gewaardeerd op 25 gulden.

Totaal 1.235 gulden

Het tweede lot bestond uit:

  1. Een perceel land, genaamd het Kampke, groot 40 roeden, aan de ene zijde belend door Jan van Leunen en de andere zijde Jan Welten, gewaardeerd op 30 gulden.
  2. Groes en heide onder Deurne.
  3. 350 gulden aan contant geld.