U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Henricus Melchior Aloisius van Baar (1890-1973)

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Henricus Melchior Aloisius van Baar
07.589.jpg
Persoonsinformatie
Volledige naam Henricus Melchior Aloisius van Baar
Roepnaam Harrie
Geboorteplaats Deurne
Geboortedatum 22 mei 1890
Overl.plaats Venray
Overl.datum 17 december 1973
Partner(s) Catharina Hubertina Lesire (1876-1971)
Beroep(en) metselaar
Stamboom.png Van Baar

Henricus Melchior Aloisius (Harrie, Harry) van Baar (1890-1973) was metselaar van beroep.


Harrie was een zoon van Franciscus Henricus Petrus van Baar (1859-1937) en Maria Bernardina van Bon (1866-1936).

Hij huwde op 19 november 1923 in Venray met Catharina Hubertina Lesire, (Vlodrop 10 april 1876 - Venray 29 oktober 1971), dochter van Joannis Paulus Lesire (1843-1900) en Loretta Hubertina de Bie (1843-1923).

Dit huwelijk bleef kinderloos.

In memoriam Harrie van Baar[bewerken | brontekst bewerken]

Op 83-jarige leeftijd overleed in huize "De Kruuze" (een jaar na zijn vrouw) Harry van Baar. Hij stamde uit een oud burgemeestersgeslacht in het Brabantse en kwam op jeugdige leeftijd naar Venray, waar zijn vader hotel en brouwerij “De Keizer” exploiteerde. In zijn jonge jaren vertoefde hij te Roermond, waar hij een opleiding kreeg aan de ambachtsschool, waaruit de bekende dr. Cuypers de vaklieden recruteerde voor zijn kunstwerkplaatsen. In Roermond leerde hij ook Han van Meegeren kennen, die later zoveel faam verwierf in ’t nabootsen van de beroemde schilder Vermeer.

Harry van Baar verbleef ook enige jaren in Noord-Amerika, waar hij veel ontberingen leed. Vol heimwee keerde hij terug naar zijn geliefde land van de Peel, dat hij kende als geen ander en dat hij oprecht liefhad. Dagenlang dwaalde hij door de Peel en door heel het schone Noord-Limburgse land. Met kunstzinnige hand schilderde hij de grootheid van landschap, maar ook het kleine detail ervan. De bomen, bosschages, schaapskooien, boerderijen, heuvels en beken. Minder sterk was hij in het weergeven van mens en dier. Van beroep was hij werkzaam in de bouwwereld en werkte als zodanig het liefst bij restauraties van oude en monumentale gebouwen. Als kenner van de streek wist hij waar oudheidkundige vindplaatsen zich bevonden en wees hij deze aan archeologen voor nader onderzoek. Zijn oeuvre als schilder verkocht hij zelden, maar hij gaf ze weg tegen betaling van een materialenprijs aan vrienden en natuurliefhebbers. Hij stierf toen men een deel van zijn werk kon bewonderen op de tentoonstelling die verleden week werd gehouden in De Beejekurf.

Door meerdere vrienden begeleid werd hij na een plechtige uitvaartdienst in de Paterskerk jl. maandag op de begraafplaats Boschhuizen ter ruste gelegd”.[1]

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Peel en Maas, 21 december 1973