Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Henricus Aerts (1736-1810)
Henricus Aerts | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Henricus Aerts | |
Roepnaam | Hendrik | |
Geboorteplaats | Deurne | |
Doopdatum | 22 april 1736 | |
Overl.plaats | Deurne | |
Overl.datum | 10 augustus 1810 | |
Partner(s) | Margarita Bartels (circa 1740-1800) | |
Beroep(en) | landbouwer, tapper |
Henricus (Hendrik) Aerts (Aarts) (1736-1810) was landbouwer en tapper op Vreekwijk.
Henricus was een zoon van Franciscus Peters (1701-1779) en Helena Hoefsnagels (1711-1779).
Hij huwde op 14 februari 1762 in Deurne met Margarita Bartels. (Deurne circa 1740 - Deurne 30 november 1800), dochter van Johannes Bartels (1712-voor 1763) en Beatrix de Kok (Cocken, Kocken) (overleden 1777 Deurne).
De volgende kinderen werden uit dit huwelijk geboren:
- Joannes Aerts, (Deurne 30 september 1763 - Deurne 14 oktober 1763).
- Petronella Aerts, (Deurne 8 april 1765 - Deurne 25 november 1832). Zij huwde met Joannes Andreas Hermans (1763-1839).
- Joannes Aerts, (Deurne 26 september 1767 - Deurne 29 mei 1836). Hij was landbouwer en bleef ongehuwd.
- Catharina (Maria Catharina) Aarts, (1767 - 2 juli 1839).[1] Zij was landbouwster en bleef ongehuwd.
- Anna Helena Aerts, (Deurne 28 januari 1773 - Deurne 26 oktober 1817). Zij bleef ongehuwd.
- Franciscus Aerts, (Deurne 3 oktober 1775 - Deurne 8 juli 1828). Hij huwde met Alegundis Roijens (1788-1870).
- Arnoldus Aarts, (Deurne 29 oktober 1778).
- Mathias (Mathijs) Aerts, (Deurne 6 april 1781 - Deurne 7 januari 1842). Hij huwde (1) met Wilhelmina Roijakkers (1788-1825) en (2) met Johanna Maria van Heugten (1788-1848).
Op 24 maart 1763 was hij een van de erfgenamen bij de boedeldeling van de nagelaten goederen van Laureijns Mathijs Bartels, de grootvader van zijn vrouw.
Op 26 oktober 1780 nam hij deel aan de boedeldeling van zijn overleden ouders. waartoe ook een woonhuis onder Liessel hoorde.
In het antwoord op een enquête in maart 1791 werd Hendrik Aarts genoemd als een van de alhier nog wel eenige tapneering doende ingeseetenen, dog die daarmede weinig te doen hebben. [2]
Bronnen, noten en/of referenties |