Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Henrica van Cuijlenborgh (1769-1834)
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Henrica van Cuijlenborgh | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Henrica van Cuijlenborgh | |
Roepnaam | Hendrina, Hendrien | |
Geboorteplaats | Mierlo | |
Doopdatum | 27 februari 1767 | |
Overl.plaats | Deurne | |
Overl.datum | 8 oktober 1834 | |
Partner(s) | ongehuwd | |
Beroep(en) | landbouwer |
Henrica (Hendrina, Hendrien) van Cuijlenborgh (1769-1834) was bij de invoering van het kadaster in 1832 eigenares van een boerderij op het Slot in Liessel.
Zij was een dochter van Joannes Norbertus van Cuijlenburg (1721-1782) en Christina van der Putten (1737-1787) en bleef ongehuwd.
Bij haar overlijden bezat ze de volgende goederen:
- een huis, stalling, hof en aangelag met zeven percelen teul- en weiland en heide, staande en gelegen te Deurne en Liessel ter plaatse genaamd het Slot, groot samen drie bunders 56 roeden 26 ellen, gewaardeerd op 900 gulden,
- twee percelen weiland onder de gemeente Asten, groot samen 94 roeden 70 ellen, gewaardeerd op 200 gulden,
- meubilaire goederen 50 gulden.
Aan schulden had ze:
- een obligatie aan Paulus Cornelisse in Asten, gepasseerd voor notaris Van Riet op 1 juli 1827, 125 gulden,
- achterstallige rente. 20 gulden,
- wegens .. aan het woonhuis van Jan Melis 228,70 gulden,
- aan de weduwe van Francis van Griensven te Lierop wegens geleend geld en geleverde winkelgoederen 185,15 gulden,
- aan Jan van den Berkmortel in Liessel wegens verdiend arbeidsloon als timmerman 30 gulden,
- aan Antony van Cuijlenburg in Liessel wegens geleend geld 60,60 gulden,
- aan de Liesselse smid Hendrik Verberne wegens gemaakt en geleverd ijzerwerk 16,25 gilden,
- aan de Liesselse bakker Adriaan Smits wegens geleverd brood 18.17 gulden.
- aan Johanna van de Kerkhof in Liessel wegens geleend geld 11 guldenm
- aan de kinderen van Theodorus van Someren wegens gemaakt en geleverd houtwerk 6,25 gulden,
- aan Godefridus van Cuijlenburg wegens geleend geld 22 gulden,
- aan de Astense smid Wilhelmus Verberne wegens geleverd ijzerwerk 6,80 gulden,
- aan Antonny Sengers in Asten, griffier bij publieke verkopingen, wegens gekochte goederen 7,92 gulden,
- aan de Deurnese bakker Johannes van Eijk wegens geleverd brood 7 gulden,
- aan de Deurnese winkelier Adriaan Corstiaans wegens geleverde winkelgoederen 8,84 gulden
- haar begrafeniskosten 51 gulden.
Daardoor had haar nalatenschap de nettowaarde van 344,87 gulden. Haar nog levende broer Godefridus was de erfgenaam van een derde gedeelte, een derde deel ging naar de kinderen van haar overleden broer Jan en een derde deel ging naar de kinderen van haar zus Elisabeth, gehuwd met Jan Melis.[1]
Bronnen, noten en/of referenties
|