Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank!
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis

Johannes Wilhelmus Pluijm (1804-1892)

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
(Doorverwezen vanaf Hendrina Thijssen (1805-1847))
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Johannes Wilhelmus Pluijm
Persoonsinformatie
Volledige naam Johannes Wilhelmus Pluijm
Roepnaam Jan Willem
Geboorteplaats Deurne
Doopdatum 7 juli 1804
Overl.plaats Deurne
Overl.datum 31 januari 1892
Partner(s) (1) Lucia van Veghel (1802-1838)
(2) Hendrina Thijssen (1805-1847)
Beroep(en) arbeider, landbouwer
Stamboom.png Pluijm

Johannes Wilhelmus (Jan Willem) Pluijm (1804-1892) was landbouwer in Deurne.


Jan Willem was een zoon van Antonius Pluijm (1760-1851) en Antonia Knuijts (1760-1840).

Hij huwde op 11 augustus 1832 in Deurne met Lucia (Sophia) van Vechgel (van Veghel), (Breugel 30 september 1802 - Deurne 12 juli 1838), dochter van Joannes van Vechel (Son en Breugel 1759-1813 Bakel en Milheeze) en Maria van den Boogaert (Beek en Donk 1761-1844 Deurne).

Uit dit huwelijk werd een zoon geboren:

  1. Johannis, (Deurne 26 september 1832 - Deurne 17 december 1911). Hij huwde Petronella van Heugten (1844-1922).

Nadat Lucia was overleden hertrouwde Jan Willem op 2 mei 1840 in Deurne met Hendrina Thijssen, (Meijel 13 maart 1805 - Deurne 6 oktober 1847), dochter van Joannes Thijssen (Meijel 1766-1811 Meijel) en Elisabeth Goorts (Meijel 1776-1848 Meijel).

Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen geboren:

  1. Johannis, (Deurne 14 februari 1841 - Deurne 31 december 1919). Hij huwde met Wouterina Kuijten (1840-1896).
  2. Antonie, (Deurne 9 december 1842 - Deurne 13 juli 1891). Hij huwde met Francina Meulendijks (1843-1891).

Op 30 april 1846 werd hij betrapt op het illegaal afgraven van turf in een particuliere veenderij op het Riet. Zijn verweer, zelfs met drie beëdigde getuigenverklaringen, dat hij slechts de bovengrond en geen turf had gestoken, mocht niet baten. Hij kreeg een boete van 200 gulden en moest bovendien de proceskosten van ruim 16 gulden betalen.