U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Bewerken van Heitveldweg 9

Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Waarschuwing: U bent niet aangemeld. Uw IP-adres zal voor iedereen zichtbaar zijn als u wijzigingen op deze pagina maakt. Wanneer u zich aanmeldt of een account aanmaakt, dan worden uw bewerkingen aan uw gebruikersnaam toegeschreven. Daarnaast zijn er andere voordelen.

Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.

Huidige versie Uw tekst
Regel 19: Regel 19:
| bagviewer      =
| bagviewer      =
}}
}}
'''Heitveldweg 9''' is een voormalig adres op de [[Achterste Beersdonk]] in [[Brouwhuis]].
'''Heitveldweg 9''' is een voormalig adres op de [[Achterste Beersdonk]] in [[Brouwhuis]].
[[Bestand:Bonneblaadje Helmond 671 - 1898-1921 cr.jpg|thumb|350px|De Achterste en Voorste Beersdonk op de Chromotopografische Kaart des Rijks, 1921. Op de Achterste Beersdonk zien we in het midden van het gehucht, aan de zuidzijde van de weg, een cluster van twee haaks op de weg gebouwde boerderijen. De rechter van de twee was Heitveldweg 9. De Astense Aa stroomde net buiten het kaartbeeld aan de zuidzijde.]]
[[Bestand:Bonneblaadje Helmond 671 - 1898-1921 cr.jpg|thumb|350px|De Achterste en Voorste Beersdonk op de Chromotopografische Kaart des Rijks, 1921. Op de Achterste Beersdonk zien we in het midden van het gehucht, aan de zuidzijde van de weg, een cluster van twee haaks op de weg gebouwde boerderijen. De rechter van de twee was Heitveldweg 9. De Astense Aa stroomde net buiten het kaartbeeld aan de zuidzijde.]]
[[Bestand:05.571.jpg|thumb|350px|Karel Manders en zijn vrouw Pieternel van de Ven met van links naar rechts hun kinderen  Naris, Piet, Tinus, Hannes, Mieke en Katrien. De foto is uit de periode 1890-1900.]].
[[Bestand:05.571.jpg|thumb|350px|Karel Manders en zijn vrouw Pieternel van de Ven met van links naar rechts hun kinderen  Naris, Piet, Tinus, Hannes, Mieke en Katrien. De foto is uit de periode 1890-1900.]].
Regel 32: Regel 34:
=== Een middeleeuws cijnsgoed (1190-1600) ===
=== Een middeleeuws cijnsgoed (1190-1600) ===


De boerderijen met laatstelijk de adressen Heitveldweg 9 en [[Heitveldweg 11]] hebben een lange gemeenschappelijke geschiedenis. Beide boerderijen waren gesitueerd aan de noordrand van een dekzandrug aan de rand van het beekdal van de [[Astense Aa]]. Mogelijk moeten we hier ook de oudste kern van het gehucht [[Beersdonk]] zoeken. Deze oorsprong bestaat uit een goed ''Beersdonc'', dat in het cijnsregister van de hertog van Brabant uit 1340 wordt vermeld en waarvan [[Theodoricus van Aestappen]] destijds de eigenaar was. Een ruime halve eeuw later is sprake van ''dat huys van der beersdonc''. Tegelijkertijd betaalden de eigenaren van percelen op de Achterste Beersdonk cijnzen aan de heer van Helmond, die dat recht in 1314 van de hertog had verworven.
De boerderijen met laatstelijk de adressen [[Heitveldweg 9]] en Heitveldweg 11 hebben een lange gemeenschappelijke geschiedenis. Beide boerderijen waren gesitueerd aan de noordrand van een dekzandrug aan de rand van het beekdal van de [[Astense Aa]]. Mogelijk moeten we hier ook de oudste kern van het gehucht [[Beersdonk]] zoeken. Deze oorsprong bestaat uit een goed ''Beersdonc'', dat in het cijnsregister van de hertog van Brabant uit 1340 wordt vermeld en waarvan [[Theodoricus van Aestappen]] destijds de eigenaar was. Een ruime halve eeuw later is sprake van ''dat huys van der beersdonc''. Tegelijkertijd betaalden de eigenaren van percelen op de Achterste Beersdonk cijnzen aan de heer van Helmond, die dat recht in 1314 van de hertog had verworven.
 
'''1406-1421'''<br>
Op basis van het cijnsboek van de heren van Helmond kunnen we de eigendomsgeschiedenis vanaf de 14e eeuw reconstrueren. Cijnsplichtige in 1406 was Marcelius, zoon van Theodoricus de Beersdonc. Hij moest 5,5 oude denarie betalen voor zijn ''bonis de Beersdonc''. Daarnaast moesten Margaretha, de weduwe van Godefridus de Beersdonc, en haar 6 kinderen ook nog 2,5 oude denarie betalen uit dit goed.<ref>Collectie Ludo Boeije, cijnsregister heer van Helmond, 284, d.d. 1406-1421</ref> Uit een andere cijnsposten blijkt, dat Marcelius en Godefridus de Beersdonc broers waren. Waarschijnlijk was de hiervoor genoemde Theodoricus van Aestappen hun vader. Na de dood van Margaretha, nog vóór 1421, ging haar deel op één van haar kinderen over.
 
'''1421-1447'''<br>
In 1421 was Godefridus, de zoon van Mercelius de Beersdonc, de cijnsbetaler namens het ''bonis de Beersdonc'', nu nog 1 oude denarie en 0,5 ort. Ook zijn vermoedelijke broer Johannes betaalde een cijns uit het goed Beersdonc, namelijk (inclusief een ander cijnsgoed) 2,5 oude denarie. Hetzelfde geldt voor een vermoedelijke derde broer, Mercelius, zoon van Marcelus de Beersdonc. Hij betaalde 3 oude denarie min 0,5 ort. Daarnaast worden in deze cijnsperiode, 1421-1447, ook de 3 kinderen van Johannis van der Beeck nog als betaler van 1 oude denarie en 0,5 ort aan cijns voor het goed Beersdonc genoemd. Tenslotte bleef de cijnspost van Margaretha, weduwe van Godefridus de Beersdonc, nog overeind.<ref>Collectie Ludo Boeije, cijnsregister heer van Helmond, 285, d.d. 1421-1447</ref>
 
'''1447-1464'''<br>
In de volgende cijnsperiode, 1447-1464, komen we opnieuw cijnsbetalers namens de Beersdonk tegen. Dat betrof bijvoorbeeld Arnoldus, zoon van Mercelius de Beersdonc, die 1 oude denarie en 0,5 ort betaalde. Godefridus, zoon van Mercelius de Beersdonc betaalde eenzelfde bedrag. Nieuw op het toneel van de Beersdonc was Henricus de Bruheze, die een cijns van 2,5 oude denarie zou betalen als opvolger van Johannes, zoon van Godefridus Terlincs en zijn kinderen. Henricus werd nog binnen deze cijnsperiode opgevolgd door zijn dochter Margareta. De hiervoor genoemde tweede broer Johannes wordt in deze cijnsperiode nog voor hetzelfde bedrag genoemd. Hij werd opgevolgd door zijn weduwe en 5 kinderen. Een cijnspost van 1 oude denarie, in handen van Johannes, zoon van Godefridus de Beersdonc, ging in deze periode over op zijn zoon Theodoricus. Ook de cijnspost van de familie Van der Beeck volgen we nog. In 1447 waren de drie kinderen van Johannis van der Beeck cijnsplichtig. Zij werden gevolgd door Johannes (één van die drie?) en zijn drie kinderen. Daarna ging de cijnspost over op Johannes, zoon van Amelius Thiis soen. De cijnspost van de derde broer, Mercelius zoon van Mercelius de Beersdonc, komen we ook nu tegen. Daarin traden geen veranderingen op. De cijnspost van Margaretha lijkt in meerdere delen uiteengevallen te zijn, telkens aangemerkt als de erfenis van Godefridus de Beersdonc.<ref>Collectie Ludo Boeije, cijnsregister heer van Helmond, 286, d.d. 1447-1464</ref>
 
'''1489-1589'''<br>
Het aantal mogelijke cijnsposten betreffende de Beersdonk neemt over de eeuwen steeds verder toe. Interessant is de post van ridder Wilhelmus de Erp, die opvolger was van de hiervoor genoemde Margarete de Bruheeze. Zijn bezit viel in deze periode uiteen in een deel voor heer Adam, presbyter, en Wilhelmus. Het deel van Wilhelmus kwam daarna toe aan zijn weduwe, dan zijn drie kinderen en vervolgens één van hen, te weten Johanna. Het meest relevant voor dit artikel is echter de cijnspost die afkomstig was de hiervoor genoemde Godefridus, zoon van Mercelius de Beersdonc. Na hem ging het goed over op Marcelius zoon van Johannes de Beersdonck. Dat moet nog vóór 1489 gebeurd zijn. Daarna volgt tijdens deze cijnsperiode een opeenvolgende vererving, die uiteindelijk leidt tot twee lijnen, namelijk die van Arnoldus zoon van Wilhelmus Jodoci (via weduwe IJda, dochter van Marcelius de Beersdonck) enerzijds en die van Petrus de Bersdonck, zoon van Marcelius, anderzijds. Het deel van Arnoldus ging over op zijn 9 kinderen en daarna op Anthonius Johannes Ancelmi. Of het deel van Petrus daarin ook opging, is niet helemaal duidelijk. Wel bolgde het hiervoor genoemde deel van Johannes, zoon van Amelius Thiis, dezelfde weg. Hetzelfde geldt voor de cijnspost van Marcelius, zoon van Johannes de Beersdonck, en het deel van de hiervoor genoemde derde broer Marcelius, zoon van Marcelius. Er lijkt derhalve in deze periode een sterke concentratie van grondbezit in één hand te hebben plaatsgevonden.<ref>Collectie Ludo Boeije, cijnsregister heer van Helmond, 288, d.d. 1489-1589</ref> Uiteindelijk vererfde de cijnspost van Aert Willem Joosten op zijn schoonzoon, [[Anthonis Jan Anssems]], ook genoemd Kuenen.


Een veel preciezere reconstructie van de respectievelijke cijnsposten en hun verervingen is nog noodzakelijk.
Op basis van het cijnsboek van de heren van Helmond kunnen we veronderstellen, dat in de vroege 17e eeuw een boerderij op de Beersdonk eigendom was van Art Willem Joosten, en na hem zijn 9 kinderen. Die erfgenamen verkochten het goed aan Anthonis Jan Ansems Cunnen.<ref>Archief heerlijkheid Helmond, cijnsboek Vlierden, oud inventarisnr. 142, d.d. 1621 t/m 1694, post 98 en 103.</ref> Vóór hem waren de 5 kinderen van Petrus de Beerdoncq de cijnsbetaler, en nog eerder Marcelius, zoon van Johannes de Beersdonck, die het weer van Godefridus of Arnoldus, zoon van ...celus de Beersdonck had. Marcelius was de bezitter in 1498, dus de na hem genoemden moeten nog daarvóór hebben geleefd.<ref>idem, cijnsboek Vlierden, oud inventarisnr. 131, deel 2, fiche 161</ref>


=== Splitsing van de Beersdonk (1600-1798) ===
=== Splitsing van de Beersdonk (1600-1798) ===


Op 22 januari 1632 bekende Peter Anthonis van Boeckel betaald te zijn door de drie kinderen van [[Anthonis Jan Anssems|Anthonis Jan Ansumps]], alias Kuenen, voor de verkoop van zijn vierde deel uit de goederen, nagelaten door wijlen zijn vader Anthonis van Boeckel, staande en gelegen op de Beersdonck te Vlierden.<ref>Deurne R 91, fol. 175v, d.d. 22-01-1632</ref> Een half jaar later worden de goederen die Anthonis Jan Anssems op de Beersdonk, verkocht. De vier oudste kinderen van Anthonis verkochten, als erfgenamen van hun vader, op 28 september 1632 een hoeve met schuur en schaapskooi, met 36 lopense akkerland en 7 of 8 koeweiden weiland, alsmede 50 eikenbomen en ander houtgewas, aan jonker [[Everaerdt van Eijck]] <ref>Everard van Eijck was bewoner van het huis Op Strijp te Aarle, en in 1627 te Oirschot getrouwd met Josina de Grevenbroeck. Zijn nazaten, met de naam Van Wijnbergen, zouden nog geruime tijd te Aarle wonen.</ref> en [[Willem van den Kerckhove]] <ref>Willem van den Kerckhoff was burger van de stad Helmond, en was vóór 1602 gehuwd met Geertruijt Jans, dochter van Jan van den Camp.</ref>. Goert Peeters was pachter op deze boerderij, de [[Grote Beersdonk|Groote Beerdonck]]. Tevens verkochten zij een hoeve met huijsinge, bakhuis en schop, 20 eikenbomen en 23 lopense akkerland, genaamd de [[Kleine Beersdonk|Cleijn Beerdonck]]. Anna, weduwe van Matthijs Janssen, was de pachtster.<ref>Helmond R 264, d.d. 28-09-1632</ref> Geertruijt, de weduwe van Willem van den Kerckhove, verkocht haar helft - de andere helft was uiteraard van Van Eijck - op 4 maart 1638 aan jonkheer [[Adam van Baexen|Adam Bocxen]] <ref>De besproken Adam Bocx was Adam van Baexen, heer van Meerbeek in de tegenwoordige Belgische provincie Vlaams-Brabant. Hij was gehuwd met Philippote van Leefdael, een verre verwante van [[Rogier van Leeffdael]], en bezat in 1634 ook hertogelijke leengoederen in Brouheze onder Bakel en de Koeveringse molen onder Sint-Oedenrode (http://www.toine-hendriks.nl/Driek/leenhof%20brabant.htm).</ref> De akte bevat een uitgebreide beschrijving van percelen die tot beide hoeven behoorden.<ref>Helmond R 268, fol. 104, d.d. 4 maart 1638</ref>
Op 22 januari 1632 bekende Peter Anthonis van Boeckel betaald te zijn door de drie kinderen van [[Anthonis Jan Anssems|Anthonis Jan Ansumps]], alias Kuenen, voor de verkoop van zijn vierde deel uit de goederen, nagelaten door wijlen zijn vader Anthonis van Boeckel, staande en gelegen op de Beersdonck te Vlierden.<ref>Deurne R 91, fol. 175v, d.d. 22-01-1632</ref> Een half jaar later worden de goederen die Anthonis Jan Anssems op de Beersdonk, verkocht. De vier oudste kinderen van Anthonis verkochten, als erfgenamen van hun vader, op 28 september 1632 een hoeve met schuur en schaapskooi, met 36 lopense akkerland en 7 of 8 koeweiden weiland, alsmede 50 eikenbomen en ander houtgewas, aan jonker Everaerdt van Eijck <ref>Everard van Eijck was bewoner van het huis Op Strijp te Aarle, en in 1627 te Oirschot getrouwd met Josina de Grevenbroeck. Zijn nazaten, met de naam Van Wijnbergen, zouden nog geruime tijd te Aarle wonen.</ref> en Willem van den Kerckhove <ref>Willem van den Kerckhoff was burger van de stad Helmond, en was vóór 1602 gehuwd met Geertruijt Jans, dochter van Jan van den Camp.</ref>. Goert Peeters was pachter op deze boerderij, de [[Grote Beersdonk|Groote Beerdonck]]. Tevens verkochten zij een hoeve met huijsinge, bakhuis en schop, 20 eikenbomen en 23 lopense akkerland, genaamd de [[Kleine Beersdonk|Cleijn Beerdonck]]. Anna, weduwe van Matthijs Janssen, was de pachtster.<ref>Helmond R 264, d.d. 28-09-1632</ref> Geertruijt, de weduwe van Willem van den Kerckhove, verkocht haar helft - de andere helft was uiteraard van Van Eijck - op 4 maart 1638 aan jonkheer Adam Bocxen <ref>De besproken Adam Bocx was Adam van Baexen, heer van Meerbeek in de tegenwoordige Belgische provincie Vlaams-Brabant. Hij was gehuwd met Philippote van Leefdael, een verre verwante van [[Rogier van Leeffdael]], en bezat in 1634 ook hertogelijke leengoederen in Brouheze onder Bakel en de Koeveringse molen onder Sint-Oedenrode (http://www.toine-hendriks.nl/Driek/leenhof%20brabant.htm).</ref> De akte bevat een uitgebreide beschrijving van percelen die tot beide hoeven behoorden.<ref>Helmond R 268, fol. 104, d.d. 4 maart 1638</ref>


De beide hoeven, de Grote en de Kleine Beersdonk, vonden we tot voor enkele jaren nog terug in het gebied. De Grote Beersdonk vormde de basis voor de latere boerderijen Heitveldweg 9 en Heitveldweg 11, en uit de Kleine Beersdonk ontstonden de boerderijen [[Heibergweg 1]] en [[Heibergweg 5]].
De beide hoeven, de Grote en de Kleine Beersdonk, vonden we tot voor enkele jaren nog terug in het gebied. De Grote Beersdonk vormde de basis voor de latere boerderijen Heitveldweg 9 en Heitveldweg 11, en uit de Kleine Beersdonk ontstonden de boerderijen [[Heibergweg 1]] en [[Heibergweg 5]].


De hoeve op de Beersdonk komt voor in het cijnsregister van de heren van Helmond: ''uijt huijs hoff mette aengelegen erffenisse gent de Beersdonck groot ontrent 16 lopense u.l. de gemeijnte a.l. Margriet van Berge ende voorts rakende aen erve Hendrick Peter Welten ende Michiel Cuijpers''. Het goed vererfde via ''[[Everaerdt van Eijck|Evert van Eijck]]'' en ''Floris soone Evert van Eijck'' op ''Clara Heijlwich dochter van Evert van Eijk'' en daarna op [[Ludovicus Guilhelmus van Wijnbergen (ca 1650-1706)|Lodewijck Wilhelm van Wijnbergen (circa 1650 - 1706)]], kleinzoon van genoemde jonker Everaerdt van Eijck via diens dochter Maria. Ook de nazaten van [[Adam van Baexen]] hadden hier nog bezit, maar hun aandeel lijkt in de loop der tijd verdwenen te zijn van de Grote Beersdonk.<ref>Een deel lijkt in de 17e eeuw nog in handen te zijn geweest van Adam van Baexen, en na hem op zijn 4 kinderen. Dochter Anna Maria verkocht het deel aan Jacob zoon van Jacob Bogaerts. Na hem ging het over op zijn erfgenamen, in de late 17e eeuw nog Geertruij Bogaerts. Deze lijn lijkt na 1700 niet meer voor te komen op de Grote Beersdonk, hetgeen doet vermoeden dat het volle eigendom aldaar in de andere lijn terecht kwam en de familie Bogaerts zich wellicht ontfermde over de Kleine Beersdonk.</ref> We volgen daarom de bezitslijn in de familie Van Wijnbergen verder. Toen Lodewijck Wilhelm in 1706 overleed, werd een taxatie van zijn bezit gemaakt. Over Vlierden werd gezegd: ''Item een huijsinge en erffve tot Vlierden gelegen sijnde de huijsinge omverregewaeijt door den lesten storm windt ende wordt tegenwoordigh hertimmert. Rendeert jaerlijcx aen gelt, aen [...] graenen 10 vaten. 10-0-0. Hier uijt jaerlijcx te vergelden den rente a 6 gulden tien stuijvers, Item alnoch de hellichte van vier gulden jaerlijcx. Item ses vaten rogge jaerlijcx, Item twee gulden tien stuijvers erffchijns jaerlijcx.'' Ook zijn eigen huis was trouwens niet in al te beste staat.<ref>Oud Rechterlijk Archief Aarle-Rixtel invnr. 103, fol. 2v</ref>
De hoeve op de Beersdonk komt voor in het cijnsregister van de heren van Helmond: ''uijt huijs hoff mette aengelegen erffenisse gent de Beersdonck groot ontrent 16 lopense u.l. de gemeijnte a.l. Margriet van Berge ende voorts rakende aen erve Hendrick Peter Welten ende Michiel Cuijpers''. Het goed vererfde via ''Evert van Eijck'' en ''Floris soone Evert van Eijck'' op ''Clara Heijlwich dochter van Evert van Eijk'' en daarna op Lodewijck Wilhelm van Wijnbergen (circa 1650 - 1706), kleinzoon van genoemde jonker Everaerdt van Eijck via diens dochter Maria. Ook de nazaten van Adam van Baexen hadden hier nog bezit, maar hun aandeel lijkt in de loop der tijd verdwenen te zijn van de Grote Beersdonk.<ref>Een deel lijkt in de 17e eeuw nog in handen te zijn geweest van Adam van Baxen, en na hem op zijn 4 kinderen. Dochter Anna Maria verkocht het deel aan Jacob zoon van Jacob Bogaerts. Na hem ging het over op zijn erfgenamen, in de late 17e eeuw nog Geertruij Bogaerts. Deze lijn lijkt na 1700 niet meer voor te komen op de Grote Beersdonk, hetgeen doet vermoeden dat het volle eigendom aldaar in de andere lijn terecht kwam en de familie Bogaerts zich wellicht ontfermde over de Kleine Beersdonk.</ref> We volgen daarom de bezitslijn in de familie Van Wijnbergen verder. Toen Lodewijck Wilhelm in 1706 overleed, werd een taxatie van zijn bezit gemaakt. Over Vlierden werd gezegd: ''Item een huijsinge en erffve tot Vlierden gelegen sijnde de huijsinge omverregewaeijt door den lesten storm windt ende wordt tegenwoordigh hertimmert. Rendeert jaerlijcx aen gelt, aen [...] graenen 10 vaten. 10-0-0. Hier uijt jaerlijcx te vergelden den rente a 6 gulden tien stuijvers, Item alnoch de hellichte van vier gulden jaerlijcx. Item ses vaten rogge jaerlijcx, Item twee gulden tien stuijvers erffchijns jaerlijcx.'' Ook zijn eigen huis was trouwens niet in al te beste staat.<ref>Oud Rechterlijk Archief Aarle-Rixtel invnr. 103, fol. 2v</ref>


Na Lodewijck Wilhelm ging het over op zijn dochter Cecilia Mechtildis Josepha van Wijnbergen (1683-1709), weduwe van [[Assuerus Ferdinandus van Raveschot (1672)]]. Zij hadden geen kinderen, en na hun dood ging de boerderij over op zijn broer [[Ludovicus Franciscus van Raveschot (1667-1711)|Louis François van Raveschot (1667-1711)]]. De boerderij kwam uiteindelijk in handen van Adriana Catharina van Ruelo (1686-1774), weduwe van Louis François en daarna van [[Cornelis Kraijenhoff (1662-1729)]]. In 1726 verpachtte Van Ruelo haar boerderij in Vlierden, vermoedelijk die op de Achterste Beersdonk, voor 6 jaar aan Dirck Molendijx. Hij volgde daarmee Willem Franssen op. Uit de pachtakte maken we op dat het om een rietgedekte boerderij met wanden van hout, waarschijnlijk een vakwerkconstructie, ging.<ref>Helmond, notaris De Cort, d.d. 07-05-1726</ref>
Na Lodewijck Wilhelm ging het over op zijn dochter Cecilia Mechtildis Josepha van Wijnbergen (1683-1709), weduwe van Assuerus Ferdinandus van Raveschot. Zij hadden geen kinderen, en na hun dood ging de boerderij over op zijn broer Louis François van Raveschot. De boerderij kwam uiteindelijk in handen van Adriana Catharina van Ruelo (1686-1774), weduwe van [[Louis François van Raveschot (1667-1711)]] en daarna van [[Cornelis Kraijenhoff (1662-1729)]]. In 1726 verpachtte Van Ruelo haar boerderij in Vlierden, vermoedelijk die op de Achterste Beersdonk, voor 6 jaar aan Dirck Molendijx. Hij volgde daarmee Willem Franssen op. Uit de pachtakte maken we op dat het om een rietgedekte boerderij met wanden van hout, waarschijnlijk een vakwerkconstructie, ging.<ref>Helmond, notaris De Cort, d.d. 07-05-1726</ref>


Samen met haar dochter Sophia Magdalena van Raveschot verkocht zij op 18 juli 1747 een huis, schuur en stallinge met zijn landerijen aan [[Judocus van den Heuvel (1715-1786)]] en zijn zus Cristina van den Heuvel (1719-1793). Hun vader Thomas van den Heuvel (circa 1680 - na 1747) was de pachter van de boerderij. Op basis van deze gegevens vinden we het huis ook terug in de huizenlijsten van Vlierden. Het betreft huis 65, in 1736 nog eigendom van de weduwe Craijenhoff, in 1751 van broer en zus Van den Heuvel, in 1786 van Joost Thomas van den Heuvel en zijn kinderen, in 1791 juist van zijn zus en in 1798 van Dirk Timmermans, zoon van zijn zus. Bewoner na het overlijden van vader Thomas was de familie Timmermans. Op het moment van koop in 1747 stond het eerstvolgende huis, van Vlierden gezien, pas op de [[Blikhalm]].
Samen met haar dochter Sophia Magdalena van Raveschot verkocht zij op 18 juli 1747 een huis, schuur en stallinge met zijn landerijen aan [[Judocus van den Heuvel (1715-1786)]] en zijn zus Cristina van den Heuvel (1719-1793). Hun vader Thomas van den Heuvel (circa 1680 - na 1747) was de pachter van de boerderij. Op basis van deze gegevens vinden we het huis ook terug in de huizenlijsten van Vlierden. Het betreft huis 65, in 1736 nog eigendom van de weduwe Craijenhoff, in 1751 van broer en zus Van den Heuvel, in 1786 van Joost Thomas van den Heuvel en zijn kinderen, in 1791 juist van zijn zus en in 1798 van Dirk Timmermans, zoon van zijn zus. Bewoner na het overlijden van vader Thomas was de familie Timmermans. Op het moment van koop in 1747 stond het eerstvolgende huis, van Vlierden gezien, pas op de [[Blikhalm]].
Al uw bijdragen aan DeurneWiki kunnen bewerkt, gewijzigd of verwijderd worden door andere gebruikers. Als u niet wilt dat uw teksten rigoureus aangepast worden door anderen, plaats ze hier dan niet.
U belooft ook dat u de oorspronkelijke auteur bent van dit materiaal of dat u het hebt gekopieerd uit een bron in het publieke domein of een soortgelijke vrije bron (zie DeurneWiki:Auteursrechten voor details). Gebruik geen materiaal dat beschermd wordt door auteursrecht, tenzij u daarvoor toestemming hebt!

Om de wiki te beschermen tegen geautomatiseerde bewerkingsspam vragen wij u vriendelijk de volgende CAPTCHA op te lossen:

Annuleren Hulp bij bewerken (opent in een nieuw venster)