Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Gerardus Doensen (1802-1862)
Gerardus Doensen | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Gerardus Doensen | |
Roepnaam | Gerrit, Geert | |
Geboorteplaats | Bakel | |
Geboortedatum | 14 december 1802 | |
Overl.plaats | Deurne | |
Overl.datum | 13 november 1862 | |
Partner(s) | Antonia van de Laar (1794-1831) Gertrudis Hurkmans (1799-1871) | |
Beroep(en) | dagloner, landbouwer |
Gerardus (Gerrit, Geert) Doensen (1802-1862) was dagloner landbouwer en woonde na zijn huwelijk eerst op de Bleijs en later aan de Pad, de weg naar Venray.
Hij was een zoon van Hendrik Gerardzoon Doens en Maria Mathijsdochter Peters.
Gerrit huwde (1) op 4 juli 1830 in Bakel met Antonia van de Laer, (Gemert 13 april 1794 - Deurne 17 september 1831), dochter van Gerardus Josten (van de Laar) (1751-1829) en Maria Adriana van der Horst (1766-1825).
Uit dit huwelijk werd één kind geboren:
- Anna Maria, (Deurne 24 juli 1831 - Deurne 10 februari 1832). Zij werd in Bakel gedoopt want de Bleijs viel met de Molenhof onder de parochie Bakel.
Zij vrouw overleed ruim anderhalve maand na de geboorte van hun kind en ook de baby werd maar zeven maanden oud.
Hij huwde (2) op 29 mei 1835 in Vlierden met Gertrudis Hurkmans, (Vlierden 22 oktober 1799 - Deurne 23 januari 1871), dochter van Joannes Hurkmans (1746-1804) en Justina Wuijts (1771-1852).
Uit dit tweede huwelijk werden de volgende kinderen geboren:
- Anna Maria, (Deurne 25 september 1837 - Deurne 6 april 1914). Zij huwde met Lourens van Moorsel (1830-1874).
- Johanna, (Deurne 17 december 1841 - Deurne 26 maart 1913). Zij huwde met de schoenmaker Henricus Coolen (1819-1894).
In 1810 kocht zijn vader, die in Venray woonde en daar beestenhoeder was, van de gemeente Deurne op de Bleijs een stuk grond ter grootte van 8 lopensen en 47 roeden.
Op 30 december 1814 moest, na het overlijden van zijn moeder, een toeziend voogd benoemd worden voor de toen twaalfjarige Gerrit Doense. De familieraad, die daarover een beslissing moest nemen, bestond uit een aangehuwde oom Johannes Adriaans, een aangehuwde achterneef Jasper van Neerven, een oom Peter Peters, allen landbouwer te Bakel, een oom Joost Peters, landbouwer in Gemert, Jan Georg Geizer, een vriend en logementhouder te Gemert en de Deurnese landbouwer Antonie Teunissen, een bloedverwant in de zesde graad van moederszijde. Laatstgenoemde werd door de vrederechter in Helmond benoemd tot toeziend voogd. Dat een Deurnenaar toeziend voogd werd en dat de beslissing daarover genomen werd door de Helmondse vrederechter zou erop kunnen duiden dat Gerrit Doensen niet bij zijn vader in Venray maar bij een gezin in Deurne verbleef.
Bij de loting voor de Nationale Militie voor het jaar 1821 trok Gerrit nummer 19, waarmee hij dienstplichtig werd. Omdat hij op dat moment de enige overgebleven zoon van het gezin was, verzocht hij op grond van artikel 91 van de militiewet van 1817 om vrijstelling. Maar zijn verzoek werd tot zijn grote verbazing verworpen en hij ging in appel bij het provinciaal bestuur.
Hij kocht, waarschijnlijk kort voor zijn huwelijk, een boerderij op de Bleijs van Willem van Bree. Vanaf 1817 was deze boerderij verpacht aan Piet Hoebergen. Na zijn huwelijk ging Gerrit Doensen er gedurende een aantal jaren zelf wonen. Vóór of in 1839 verhuisde hij van de Beijs naar de Pad.