Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank!
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis

Fabriekstraat 38

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Het huisje met het vroegere adres Leemskuilenweg 23. Op basis van bouwhistorische kenmerken, zoals het kruisvenster, is een datering in 1700 of daarvoor te verwachten.

Fabriekstraat 38 is een adres in Deurne.


Ligging[bewerken | brontekst bewerken]

In 1832 liep de huidige Fabriekstraat, komend vanaf de spoorlijn, nog voorbij de huidige kruising met de Gerard Bildersstraat naar het zuiden verder, richting aan verdwenen brinkje aan dit eveneens verdwenen deel van de Leemskuilenweg. Het verlengde van de Fabriekstraat liep ongeveer tussen de huidige panden Fabriekstraat 38 en Fabriekstraat 40-42 door, waar zich nu de parkeerplaats van Fabriekstraat 38 (Van Kessel Sportscars) bevindt.

Aan de westzijde van die verlengde Fabriekstraat lag, ongeveer ter plaatse van het huidige bedrijfspand Fabriekstraat 38, een huisje dat kadastraal bekend was als F 129. Eigenaar in 1832 was Michiel van Gerwen. Ernaast stond een tweede huisje, dat aan de Armen van Deurne toebehoorde en kadastraal bekend was als F 128. Dat laatste huisje lag al in de bocht naar het brinkje, niet ver van de brandkuil. Beide huisjes moeten onder het huidige pand van Van Kessel Sportscars gezocht worden, dicht tegen de parkeerplaats die langs het pand loopt.

Oudste geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Beide huisjes behandelen we hier. Hun voorgeschiedenis is, alhoewel complex, in cijnsregisters te vinden. Het terrein waarop beide huizen stonden komt al voor in het cijnsregister uit 1586-1620. De verervingen en posten zijn vooralsnog te ingewikkeld om een uitgewerkte eigendomsgeschiedenis op te baseren. Wel weten we dat er minstens twee percelen naast elkaar met cijns belast waren. Het is niet onmogelijk dat hier in de 16e of 17e eeuw al huisjes stonden.[1]

Het Armenhuis[bewerken | brontekst bewerken]

Het latere armenhuisje, het zuidelijkste van de twee, was in 1736 eigendom van de weduwe van Jan Pijnen, en een zekere Jan Pijnen woonde er. Vóór 1741 verkocht ze het aan Johannes Aarts, bijgenaamd Het Swart Jaantje, die het tot 1780 in bezit hield. Het werd nog in 1746 door hemzelf bewoond, maar later aan Hendrik Vermenten verhuurd. Op 23 juni 1780 verkochten de erfgenamen Aarts het huisje aan Jan Goossens, die het verhuurde aan de weduwe van Joost van de Meulenhof. In 1782 verkocht Goossens het aan de groten algemenen armen van Deurne. De toestand was toen niet goed: Eerstelijk bevonden dat de wanden agter en aan de eijnden van voorzeide huijsken geheel en al vernieuwen moet en worden dat het dak ten meeren dele versleten is, en de stijlen en opscheuten veel al onbruijkbaar zijn. De Armen verhuurden het huisje aan de weduwe Willem Goris en Maria Duppen (1786), aan Maria Jan Caspers en de weduwe van Joost van de Meulenhof (1791), aan Maria Jan Caspers (1798) en aan Maria Jan Caspers en Jan Marten Dirks (1803). In 1829 woonden hier twee gezinnen, onder wie dat van Willem van Schaijk (1778-1864) en mogelijk dat van Joannes Dirks (1754-1830). Het huisje werd in 1832 onder klasse 10, van de slechtste kwaliteit, gerangschikt. Kadastraal was het toen bekend als F 128. Het aangelegen bouwland F 127 hoorde erbij.[2]

Het huisje kreeg op een zeker moment de adresaanduiding B.45, en werd rond 1904 gesloopt en niet meer herbouwd. Het werd daarna met aangrenzend land tot F 1243 verenigd.[3]

Het huisje van Van Gerwen[bewerken | brontekst bewerken]

Dit huisje, het noordelijkste van de twee, was in 1701 eigendom van Evert Jan Diercks. Zijn weduwe was in 1702 nog eigenaresse van een hoornbeest, een koe dus, en 2,5 lopense aan land. Op een onbekend moment verkocht zij het huis aan Jan Pijnen en Jan van der Horst. In 1736, 1741 en 1746 was Jan van Lieshout eigenaar en bewoner van het huis. Hij werd als eigenaar opgevolgd door Antoni van Lieshout (1751, 1756, 1761, 1766). In 1751 stond het huisje leeg, in 1756 werd het verhuurd aan de weduwe van Jan van Lieshout, in 1761 aan Cornelis Meulendijk en in 1766 aan Cornelis Kemps. Hoe hieraan gekoppeld moet worden dat Jenneke, weduwe van Jan Peijnen, het huis in 1741 overdroeg aan haar schoonzoon Jan Aarts, is niet helemaal duidelijk.

In 1771 werd het huis bewoond door de nieuwe eigenaar Joost Vlerks. Hij deed het vóór 1774 over aan Jan Roijakkers, die daarna op 17 november 1774 het huis met de helft van de hof overdroeg aan zijn broer Michiel Roijakkers. De kosten ervoor waren 165 gulden, met nog 1 stuiver en 8 penningen cijns aan de heer van Helmond. Michiel droeg vervolgens in 1778 de helft over aan zijn zoon Arnold. Volgens de huizenlijst was Jan Roijakkers eigenaar in 1776 en 1781, terwijl Michiel het huis bewoonde. In 1786 was Michiel bewoner én eigenaar. In 1791, 1798 en 1803 was zijn weduwe de eigenaresse, terwijl zij het verhuurde aan Jan van Hout (1791) en aan haar nieuwe echtgenoot Jan van Gerwen (1798, 1803). In 1818 kocht haar zoon Michiel van Gerwen het huis. Het huisje werd voor het kadaster in de op één na laagste kwaliteitsklasse, 9, ingeschaald.[4]

In 1832 was Michiel van Gerwen eigenaar, maar zijn neef Hendrik van de Kerkhof de vruchtgebruiker. Kadastraal was het bekend als F 129, de moestuin F 130 hoorde er ook bij, net als bouwland en heide F 169 in de Nieuwe Erven. Het bezit van Van Gerwen werd rond 1886 verkocht.[5] Kopers waren de kinderen van Hendrik, met name Wilhelmina, Anna Maria, Mechelina en Hendricus van de Kerkhof, arbeiders en weefsters in Deurne. Er stond op dat moment een stal bij het huis. Rond 1926 werd hun bezit, dat zich kennelijk sinds 1832 nauwelijks veranderd had, verkocht.[6] Enige eigenaresses werden nu Wilhelmina en Anna Maria van de Kerkhof, arbeidster. Het huis had de huisadressen C.67 en na 1930 Derp J.62. Na de dood van Wilhelmina bleef Anna Maria als enige over. Toen ook zij stierf, werd het bezit rond 1937 geveild.[7] Koper was Henri van den Akker (1908-1990). In die tijd kreeg het huis het huisadres Leemskuilen 13 (1950) en Leemskuilenweg 23 (1955). Rond 1953 verkocht hij het huis, met het eerder aangekochte aangrenzende lege erf van het armenhuisje, F 1243, aan.[8] Huurder was toen Franciscus M. Koolen. Koper was de bankwerker Pierre van den Berkmortel, die het rond 1955 weer van de hand deed.[9] De fabrieksarbeider Marinus Munsters was de nieuwe eigenaar. Hij liet de percelen hermeten, waardoor ze samengevoegd kadastraal bekend werden als N 252. Rond 1965 verkocht hij dit perceel met het huis aan de gemeente Deurne.[10] Rond 1966 liet de gemeente het huisje afbreken.[11]

Het gepleisterde kortgevelboerderijtje van vakwerk, half met stro en half met pannen gedekt, werd gekenmerkt door een voordeur met bovenlicht en een kruisvenster in de voorgevel. Dat kruisvenster had twee 9-ruits ramen beneden en twee 6-ruits ramen daarboven. Aan de noordgevel was een uitbouw geplaatst.

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Meulendijks, Th.H., 1997. Het Derp, p. 287-290.
  2. Meulendijks, Th.H., 1997. Het Derp.
  3. Kadastrale leggers Deurne, reeks 1 en 3, artikel 131, dienstjaar 1905
  4. Meulendijks, Th.H., 1997. Het Derp.
  5. Kadastrale leggers Deurne, reeks 1 en 2, artikel 181, dienstjaar 1887
  6. Kadastrale leggers Deurne, reeks 3 en 4, artikel 3089, dienstjaar 1927
  7. Kadastrale leggers Deurne, reeks 4, artikel 6228, dienstjaar 1938
  8. Kadastrale leggers Deurne, reeks 5, artikel 7136, dienstjaar 1954
  9. Kadastrale leggers Deurne, reeks 5, artikel 8377, dienstjaar 1956
  10. Kadastrale leggers Deurne, reeks 5, artikel 8804, dienstjaren 1959 en 1966
  11. Kadastrale leggers Deurne, reeks 5, artikel 134, regel 6911, dienstjaar 1967