Ervenweg 6
Van het voormalig adres Ervenweg 6, in Liessel gaat de bewoningsgeschiedenis terug tot 1843.
In april 1843 dienden vier Deurnenaren een verzoek in om grond van de gemeente te kopen. Een van hen was Gerrit van den Heuvel. Hij huurde tot dan een huis maar de huur was hem opgezegd. Hij wilde toen een andere boerderij huren maar dat was hem niet gelukt. Daarom wilde hij van de gemeente vier hectare niet in cultuur gebrachte grond kopen om daarop zijn huis te bouwen en de grond te ontginnen. Voordat de gemeente de grond kon verkopen moest eerst toestemming verkregen worden van het provinciaal bestuur. De gemeente stuurde zo'n verzoek dan eerst naar de districtscommissaris, dat was destijds de heer Wesselman, kasteelheer in Helmond. Die voorzag het van commentaar en stuurde het dan door naar de provincie. In dit geval was zijn commentaar als volgt: De Peel levert hier altoos een half bestaan op door turf, hetzij voor eigen rekening of voor andere te graven, zodat de zogenaamde Hutman, als hij een weinig grond heeft niet ten laste van de armen komt; hiervandaan dan ook dat de bevolking van Deurne en Liessel in vergelijking van andere gemeentes in de laatste dertig jaren buitengewoon is toegenomen. De aanvragers zijn reeds gevestigde hutbewoners zij zouden gaarne door aankoop van een stuk heidegrond hun bedrijf uitbreiden en zich zodoende een bestaan verschaffen, hetgeen ze nu niet hebben.[1]
De schatters (taxateurs) van de gemeente, J. Kuunders en J. van de Kerkhof, bepaalden de waarde van de te verkopen grond aan de Berkt op 20 gulden per hectare. De provincie gaf toestemming en Gerrit van den Heuvel kon zijn huis gaan bouwen. Toen de landmeter op 12 mei 1845 het perceel kwam intekenen, stond het huis er al. Het geheel bleek 4.08.10 hectare groot te zijn.
De boerderij met de daarbij behorende grond bleef na de dood van Gerrit van den Heuvel en zijn vrouw onverdeeld eigendom van de kinderen tot ze op 4 oktober 1897 besloten tot een boedelscheiding. Het huis ging daarbij naar zijn kleinzoon Hendricus van Stratum, die de helft van de onroerende en roerende goederen in volle eigendom kreeg en de wederhelft van die goederen in blote eigendom, om na de dood van de vruchtgebruikers alles in eigendom te krijgen. Dat geheel werd toen gewaardeerd op 1.502,50 gulden. De vruchtgebruikers waren zijn tante Jacoba van den Heuvel en haar man Antonie van den Berg. Dat huwelijk was namelijk kinderloos gebleven.[2]
Op 19 juni 1886 was het oude huis afgebroken en vervangen door een nieuw huis met tuin, met stal en schuur en tuin, dat bij de meting kadastraal perceel H 3247 werd met een oppervlak van 570 m².
Op 8 april 1911 verkocht Hendricus van Stratum het onroerend goed voor 1.500 gulden aan Hendricus Hazen.[3]
In 1951 verkochten de erfgenamen van Hendricus Hazen het huis aan Jan Aarts. Kort daarna verenigde hij het perceel met andere percelen waardoor het perceel H 6184 werd met een oppervlak van 2.08.95 hectare.
| Bronnen, noten en/of referenties |