Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Doodslag op Jacob de muldersknecht
De doodslag op Jacob de muldersknecht vond plaats op zondag 18 januari 1722 's avonds tussen 9 en 10 uur tijdens een bruiloft.
Die zondag was er ten huize van Hendrik Konings veel volk bijeen ter gelegenheid van het huwelijk van diens dochter Jenneke met Martinus Jansen Verhoeven. Onder hen was ook Jacob de muldersknecht (zijn werkelijke achternaam wordt nergens vermeld) die meerdere personen uitdaagde om met hem te vechten, roepend: "Komt er maar uit, al waren 't er drie tegelijk". Wat er precies gebeurd is blijft ongewis maar diezelfde avond is Jacob om 't leven gekomen. De volgende dag vond men hem met een schede van een mes in de hand. liggend in een sloot met het hoofd onder water. Uit het onderzoek door chirurgijn Cornelis de Loijer bleek dat in zijn rok meerdere messneden zaten, maar niet in het lichaam zelf. Zijn linkerschouderblad was helemaal blauwgeslagen, waarschijnlijk met een stuk hout, en de chirurgijn concludeerde dat het slachtoffer door verdrinking om het leven was gekomen.[1]
Dat het gedrag van Jacob weinig verheffend was mag blijken uit het feit dat de drossaard later toestemming vroeg en kreeg om het lichaam van het slachtoffer anderen ten exempele te begraven ter plaatse daar het crimineele geregt van outs alhier gestaan heeft, dat wil zeggen op het galgenveld, en dat het slachtoffer ook zou opdraaien voor alle kosten.[2]
Wie was deze Jacob de muldersknecht? Er is weinig van hem bekend, alles wat we weten is dat hij 21 jaar oud was, ongehuwd en als muldersknecht had gewerkt bij de heer van Haelen.
Er waren ook twee verdachten in deze zaak, namelijk Dirk Hikspoors en Quirijn van den Bogaard. Een van de feestgangers had gezien dat Jacob bij Dirk Hikspoors op zijn teen ging staan, waarop Dirk zei “hontsvot, knoel, waarom treedt gij op mijn teen?” en naar Jacob sloeg. Jacob liep daarop naar buiten en meerdere gasten, waaronder Dirk Hikspoors, liepen hem achterna. Ook getuigde een feestganger dat hij Dirk later had horen zeggen dat hij Jacob diverse malen door het water gejaagd had, roepende “kijkt morgen den grauwe rock eens, en siet mijn mes is krom”. Een andere getuige had Dirk Hikspoors horen zeggen: “ik heb hem genoeg gegeven. Daar ligt hij”, waarop iemand anders zei: “zwijg maar stil, ik weet waar hij ligt.” Quirijn van den Bogaard zou Jacob en Dirk met het mes in de hand achterna gelopen zijn. Toen Jacob door een heg sprong en in een sloot met water terechtkwam zou Quirijn Dirk hebben aangemoedigd om Jacob kopje onder te houden tot hij verdronk.
Het was voor de drossaard voldoende reden om Dirk Hikspoors en Quirijn van den Bogaard te beschuldigen van doodslag en op te laten sluiten in gevangenispoort te 's-Hertogenbosch. Cornelis Hikspoors, de vader van de beklaagde, zorgde ervoor dat zijn zoon een van de beste advocaten van de regio kreeg: meester Akkersdijk. In juni 1722 werd Hikspoors ontslagen uit de gevangenis en veroordeeld tot betaling van de gemaakte proceskosten. Welke straf Quirijn van den Bogaard moest ondergaan is niet duidelijk.
Referenties |