Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Dirk Hendrik Aarts (circa 1617-na 1654)
Dirk Hendrik Aarts | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Dirk Hendrik Aarts | |
Roepnaam | Dirk | |
Geboortedatum | circa 1617 | |
Overl.datum | na 1654 | |
Beroep(en) | bierbrouwer, landbouwer |
Dirk (Dirck - Derick) Hendrik Aarts (Aerts) (circa 1617-na 1654) was landbouwer en gebruiker van een bierbrouwerij, de latere bierbrouwerij Het Anker, op Vreekwijk.
Dirk Hendrik Aarts huwde met Hendrikske Jan Goloffs. Voor zover bekend zijn er uit dit huwelijk geen kinderen. Als het echtpaar inderdaad kinderloos stierf zou dit kunnen verklaren waarom de bierbrouwerij alsnog via de families Teggers en Van Breij vererfde.
Op 27 april 1644 kocht hij van de weduwe van Joost Hendrik van de Leemputten, die inmiddels was hertrouwd met Hendrik Aart Teggers, het gebruik van een huis met een bierbrouwerij op Vreekwijk en nog enkele percelen grond. Ook kocht hij op die dag van Wilbert Jansen de Bottel en Daniel Gerards, de voogden over Jan, de zoon van Jan Claes Everts en Maria Peter Thijs de Bottel, een huis, hofstad, hof en aangelag op Vreekwijk aan de Stap, met nog een aantal percelen grond onder Deurne en Helmond gelegen.
Op 6 juli 1644 verkocht hij aan Antonis van Ebben een akker aan de Lijkweg.
In 1645 was hij momboir over de minderjarige kinderen van Jan Ruth Nelis.
In 1645 verbleven er 43 ruiters en 55 voetsoldaten in Deurne, hij verleende onderdak aan een van die ruiters.
In 1645 verkocht hij aan Laurens Janssen Marcus een hooiveld dat hij eerder verkregen had van het minderjarig kind van Jan Claas Evers.
In 1646 kocht hij van Philip Dirks de snijder een akker aan de Wolfsberg. In dat jaar daagde hij Peter Hendrik de Haart voor het gerecht en verkocht hij aan Hendrik Laurens Keijzers een weiland op Vreekwijk. Ook verkocht hij dat jaar aan Andries Hendrik van Breij een hooiveld in het Arenbroek onder Liessel.
Hij werd in 1646 zelf voor het gerecht gedaagd door Antonis Gerarts de Scheper in verband met door hem gekochte en nog niet betaalde schapen ter waarde van 72 gulden.
In 1650 verkocht hij aan Catharina, de weduwe van Hendrik Isbouts, een jaarlijkse rente van vijf en een halve gulden en gaf daarbij zijn huis op Vreekwijk, met alles wat daarbij hoorde, als onderpand.
In 1647 verkocht hij, namens zijn vrouw, een weiland op Vreekwijk.
In 1650 was hij aan de pastorie van Deurne een jaarlijkse cijns van een aantal vaten rogge schuldig, rustend op het goed te Vreekwijk, dat hij had gekocht van Peter Thijs de Bottel.
Volgens een belastingscohier van 1651 bezat hij op Vreekwijk een huis met 13 lopense grond.
In 1651 verkocht hij aan Hendrik Laurens Keijzers een jaarlijkse rente van 5 gulden, rustend op zijn huis en bijhorende goederen te Vreekwijk.
In 1653 huisvestte hij twee ruiters toen er een grote troep ruiters in Deurne logeerde.
In 1654 werd hij, als voogd over Cornelis Jan Rutter, voor het gerecht gedaagd door Hendrik Bogerts.